1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Leverancier die ondanks herhaald aandringen niet betaald krijgt mag zelf opzeggen

Leverancier die ondanks herhaald aandringen niet betaald krijgt mag zelf opzeggen

Het ontwikkelen van software kost tijd en het kan soms even duren voor er resultaat zichtbaar wordt. Het vergt dan vertrouwen in de programmeur om de tussentijdse nota's te betalen. Dat het behoorlijk mis kan gaan wanneer dat vertrouwen ontbreekt blijkt uit een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De leverancier zelf zegde op een gegeven moment maar de overeenkomst op omdat betaling uitbleef en deed dat volgens het Hof terecht. De klant moest de openstaande vorderingen nog wel volledig betalen.
Leestijd 
Auteur artikel Mark Jansen
Gepubliceerd 19 mei 2022
Laatst gewijzigd 19 mei 2022

Het ontwikkelen van software kost tijd en het kan soms even duren voor er resultaat zichtbaar wordt. Het vergt dan vertrouwen in de programmeur om de tussentijdse nota's te betalen. Dat het behoorlijk mis kan gaan wanneer dat vertrouwen ontbreekt blijkt uit een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De leverancier zelf zegde op een gegeven moment maar de overeenkomst op omdat betaling uitbleef en deed dat volgens het Hof terecht. De klant moest de openstaande vorderingen nog wel volledig betalen.

De casus

De kwestie is in de kern vrij overzichtelijk. Het bedrijf Solis maakt gebruik van de databasesoftware FileMaker voor het voeren van bedrijfsadministratie. Die software heeft een verbeterslag nodig en daarvoor wordt de programmeur in kwestie ingehuurd. 

Partijen sluiten een overeenkomst waarbij de programmeur tegen een uurtarief wordt ingehuurd. Er wordt eerst een onderzoek verricht en vervolgens wordt de afspraak gemaakt om verder met elkaar in zee te gaan, met als doel om in 2018 live te gaan met het verbeterde systeem.

De eerste twee facturen worden nog betaald. Dan stokt de betaling echter al snel. Solis wil niet betalen omdat ze stelt dat ze geen inzicht heeft in het werk dat tegenover de factuur staat. Er volgt allerlei overleg en ook worden alternatieve betalingsschema's besproken. Dit leidt echter niet tot gewijzigde afspraken of inzichten.

Na een hele hoop discussie, waarbij het project al maanden stil staat, geeft de programmeur de opdracht uiteindelijk terug. Solis vordert eerst nog nakoming en ontbindt vervolgens zelf de overeenkomst. 

De programmeur dagvaardt Solis vervolgens en eist betaling. Solis op haar beurt wil juist (de paar) wel betaalde nota's terug en wil dat de programmeur schade vergoedt.

Hof: ontwikkelen van software is geen aanneming van werk

Het Hof heeft zich eerst over een juridisch-technisch punt te buigen. Solis meent dat de overeenkomst die is gesloten lijkt op een overeenkomst voor aanneming van werk. De programmeur bestrijdt dat. Die discussie is relevant omdat voor aanneming van werk specifieke regels gelden. 

Het Hof verwerpt de lezing van Solis. Aanneming van werk ziet op het ontwikkelen van werken van stoffelijke aard en software is niet stoffelijk. Het Hof ziet ook geen reden de regels analoog toe te passen. Dat de Hoge Raad eerder heeft geoordeeld dat het kooprecht analoog op de koop van software van toepassing kan zijn, maakt dat niet anders. Bij koop staat immers uitdrukkelijk in de wet een schakelbepaling; bij aanneming van werk niet.

Er is dus sprake van een overeenkomst van opdracht.

Hof: er is nacalculatie zonder harde termijn afgesproken

Vervolgens analyseert het Hof de tussen partijen gemaakte afspraken en komt tot de conclusie dat er sprake is van een overeenkomst waarbij op basis van nacalculatie wordt gewerkt en met de intentie om ergens in 2018 live te gaan met het nieuwe systeem. De termijn is niet fataal, want daarvoor onvoldoende eenduidig. Afspraken over deelleveringen zijn niet gemaakt. Ook is niet afgesproken dat de factureren aan deelleveringen gekoppeld zou worden.

Hof: klant mocht dus niet opschorten

Gelet op de interpretatie van de gemaakte afspraken ligt de conclusie vervolgens voor de hand: Solis als afnemer mocht niet opschorten. Er was immers geen concrete prestatie afgesproken die uitbleef en die opschorting rechtvaardigde. 

Hof: programmeur mocht wel opschorten, klant in schuldeisersverzuim

Het was juist de programmeur die zijn werkzaamheden mocht opschorten toen er niet betaald werd. Dat het werk herhaaldelijk is stilgelegd is dus gerechtvaardigd.

En omdat de programmeur bevoegdelijk opschortte, kwam de klant in schuldeisersverzuim te verkeren. Daarmee kon de programmeur zelf niet meer in verzuim geraken. De door de klant verstuurde ingebrekestelling had dan ook geen effect.

Hof: mailtje uitstel oplevering door ziekte geen mededeling niet-nakoming

Solis probeert het nog met een beroep op een mailtje van de programmeur waarbij het verzocht het testen met een week op te schuiven vanwege ziekte. Solis stelt dat dit mailtje moet worden gezien als een mededeling van de programmeur dat hij niet meer nakomt.

Het Hof maakt ook daar korte metten mee. In de context van de situatie moet het verzoek van de programmeur als een heel redelijk verzoek tot nakoming worden gezien. Dit zeker omdat er geen fatale termijn voor oplevering gold en het juist Solis zelf was die door herhaald niet-betalen in feite het gros van de vertraging heeft veroorzaakt.

Hof: naast formele punten ook inhoudelijk ongelijk voor klant

Gelet op de hiervoor beschreven punten alleen al heeft de klant ongelijk. Solis mocht niet opschorten en Solis had nog niets te eisen gelet op de aard van de overeenkomst, zodat de programmeur ook nog helemaal niet tekort kon schieten. 

Volledigheidshalve overweegt het Hof ook nog dat Solis ook op meer inhoudelijke gronden ongelijk heeft.

Solis stelt dat de programmeur de zorgplicht zou hebben geschonden door onvoldoende inzicht te geven in de voortgang van het werk. het Hof stelt echter vast dat er allerlei overleg is geweest over de voortgang. Bovendien heeft Solis toegang gehad tot een server waarop zij kon inloggen om de voortgang te zien, hetgeen zij niet gedaan heeft. Ook wordt Solis aangerekend dat ze nota bene zelf software ontwikkelt en dus bekend is met de problematiek van softwareontwikkeling. De klacht dat ondanks dit alles er toch te weinig inzicht is gegeven, vindt het Hof in feite te vaag. 

Ook blijkt uit de nota bene door Solis zelf ingeschakelde deskundige dat het werk van de programmeur voldoet aan de daarvoor geldende standaarden en getuigt van vakkennis. Dat het werk niet af is komt door de opschorting, niet door het gebrek aan kwaliteit.

Hof: programmeur mocht bovendien zelf opzeggen

Het Hof oordeelt ook dat de programmeur in de gegeven omstandigheden gewichtige redenen had om de overeenkomst op te zeggen. Solis weigert stelselmatig facturen te betalen en weigert stelselmatig daarover het gesprek aan te gaan. Op diverse berichten volgt helemaal geen reactie, ook niet na herinnering. Dat de programmeur op een gegeven moment dan zelf het vertrouwen opzegt acht het Hof gerechtvaardigd.

Omdat de programmeur eerder had opgezegd dan dat Solis ontbonden had, heeft de ontbinding door Solis ook geen effect meer.

Slotopmerking

De kwestie laat weer eens zien dat het voor afnemers van belang is heldere afspraken te maken over wat er precies wanneer geleverd moet worden. Wie een open einde contract sluit, heeft vervolgens niet altijd een eenvoudige positie wanneer er twijfel ontstaat of er wel conform verwachting wordt gepresteerd. 

Een ander interessant punt is de opzegging door de leverancier. Het komt niet zo vaak voor dat de leverancier zelf wegloopt van een IT-opdracht. Recent zagen we een soortgelijke kwestie bij de rechtbank Oost-Brabant inzake Info Support / Peelgemeenten. Daar stopte de leverancier er mee omdat de klant maar niet-overeengekomen eisen bleef stellen. De rechtbank achtte die opzegging ongerechtvaardigd, nu de leverancier ook had kunnen weigeren gevolg te geven aan de eisen. Wanneer ik die tussenuitspraak vergelijk met de onderhavige uitspraak van het Hof dan lijkt het erop dat een (stevig) zeurende klant toch anders gezien dan een niet-betalende klant (zij het dat natuurlijk de vraag is hoe die kwestie in eventueel hoger beroep zou worden gezien).