1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Maatlat Duurzame Veehouderij niet toegestaan in bestemmingsplan

Maatlat Duurzame Veehouderij niet toegestaan in bestemmingsplan

Op 21 januari 2015 heeft de Afdeling een belangrijke uitspraak gedaan over duurzaamheidseisen (voor veehouderijen) in bestemmingsplannen. De Maatlat Duurzame Veehouderij (hierna: MDV) bevat, volgens de Afdeling, voorwaarden die betrekking hebben op aspecten die niet ruimtelijk relevant zijn. De Afdeling vernietigde een planregel, die stelde dat nieuwe stallen moeten voldoen aan de voorwaarden uit de MDV, dan ook wegens strijd met de goede ruimtelijke ordening. De MDV hoort, zo blijkt uit deze...
Leestijd 
Auteur artikel José Jochemsen-Vernooij (uit dienst)
Gepubliceerd 23 februari 2015
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Op 21 januari 2015 heeft de Afdeling een belangrijke uitspraak gedaan over duurzaamheidseisen (voor veehouderijen) in bestemmingsplannen. De Maatlat Duurzame Veehouderij (hierna: MDV) bevat, volgens de Afdeling, voorwaarden die betrekking hebben op aspecten die niet ruimtelijk relevant zijn. De Afdeling vernietigde een planregel, die stelde dat nieuwe stallen moeten voldoen aan de voorwaarden uit de MDV, dan ook wegens strijd met de goede ruimtelijke ordening. De MDV hoort, zo blijkt uit deze uitspraak, dus niet thuis in een bestemmingsplan.

Feiten
Bij besluit van 9 juli 2013 heeft de raad van de gemeente Reusel-De Mierden het bestemmingsplan “Buitengebied 2009, herziening fase 1A” vastgesteld. Het plan voorziet in wijzigingen van de planregels van het bestemmingsplan “Buitengebied 2009”, waaronder wijziging van de planregels die betrekking hebben op de ontwikkelingsmogelijkheden van intensieve veehouderijen. In het bestemmingsplan is voor iedere intensieve veehouderijlocatie de bestaande oppervlakte opgenomen. Deze oppervlakte kan, op grond van een wijzigingsbevoegdheid, alleen onder voorwaarden worden vergroot door het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden. Eén van deze voorwaarden is dat nieuwe stallen moeten voldoen aan de voorwaarden uit het certificeringssysteem MDV. Appelanten 1A en 1B stelden beroep in tegen het bestemmingsplan. Zij konden zich niet verenigen met deze wijzigingsvoorwaarde in artikel 10, lid 10.6.11 onder j, van de planregels. In beroep voerden zij onder meer aan dat in de MDV een aantal niet ruimtelijk relevante voorwaarden is opgenomen.

Uitspraak
De Afdeling overweegt dat in de plantoelichting staat dat iedere ontwikkeling zoveel mogelijk duurzaam moet zijn. In het bestemmingsplan is hiertoe een verwijzing opgenomen naar de MDV, waarmee dergelijke aspecten bij de ontwikkeling worden gewaarborgd. In de MDV worden vanuit het oogpunt van duurzaamheid eisen gesteld aan stallen voor het houden van diverse soorten vee. Een stal die voldoet aan de criteria van de MDV heeft een lagere milieubelasting dan een stal die daaraan niet voldoet. In de MDV worden gedetailleerde eisen gesteld ten aanzien van de volgende aspecten: ammoniakemissie, bedrijf en omgeving, brandveiligheid, diergezondheid dierenwelzijn, energie en fijnstof.

De Afdeling oordeelt dat het betoog van appelanten slaagt. Appelanten stellen terecht dat de voorwaarden die in de MDV worden gesteld ook betrekking hebben op aspecten die niet ruimtelijk relevant zijn, zoals de voorwaarden ten aanzien van het energiegebruik en de omgevingsgerichtheid zoals in de MDV omschreven. Daarnaast bestaat de MDV uit een zeer groot aantal, zeer gedetailleerde voorwaarden waaraan stallen moeten voldoen. De MDV leent zich daarom niet voor de door de raad gekozen toepassing via een wijzigingsvoorwaarde. Artikel 10, lid 10.6.11 onder j, van de planregels is, volgens de Afdeling, dan ook in strijd met een goede ruimtelijke ordening.

Conclusie
Een gemeenteraad kan alleen planregels vaststellen als deze regels een goede ruimtelijke ordening dienen. Uit bovenstaande uitspraak blijkt dat de Maatlat Duurzame Veehouderij (zeer gedetailleerde) voorwaarden bevat die ruimtelijke relevantie missen. Een planregel die stelt dat voldaan moet worden aan de voorwaarden uit de MDV is, volgens de Afdeling, dan ook in strijd met de goede ruimtelijke ordening. Dit oordeel van de Afdeling kan grote gevolgen hebben voor de praktijk, aangezien steeds meer gemeenten en provincies in hun bestemmingsplannen respectievelijk provinciale verordeningen duurzaamheidseisen stellen aan veehouderijen. Op grond van deze uitspraak is het de vraag of dergelijke eisen, zoals de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij en het Groninger Verdienmodel, stand zullen houden bij de Afdeling.

José Jochemsen-Vernooij, specialist agrarisch recht, en Jasper Molenaar, specialist ruimtelijk ordeningsrecht