De uitbreiding van de Algemene Groepsvrijstelling is tweeledig. In de eerste plaats wordt (decentrale) overheden de mogelijkheid geboden om meer staatssteun te verlenen aan (in de groepsvrijstelling beschreven) projecten. In de tweede plaats breidt de nieuwe Groepsvrijstelling het aantal categorieën uit ten behoeve waarvan staatssteun zonder voorafgaande melding kan worden verleend als aan de voorwaarden uit de Groepsvrijstelling is voldaan. Anders dan voorheen zullen overheden per 1 juli 2014 onder voorwaarden ook rechtstreeks staatssteun kunnen verlenen ten behoeven van:
- herstel van de schade veroorzaakt door natuurrampen
- vervoer voor bewoners van afgelegen gebieden
- breedbandinfrastructuur
- cultuur en instandhouding van het erfgoed
- sportinfrastructuur en multifunctionele recreatieve infrastructuur
- lokale infrastructuur.
De Commissie verwacht dat als gevolg van de Groepsvrijstelling 75% van het aantal steunmaatregelen en 66% van het totale steunbedrag niet langer bij haar gemeld hoeft te worden. Indien juist, zou dat een duidelijke verlaging van de administratieve belasting van zowel de Commissie als (decentrale) overheden betekenen. Als staatssteun niet binnen de kaders van een Groepsvrijstelling past, betekent dat namelijk niet automatisch dat die staatssteun per definitie verboden is. Wel is in dergelijke gevallen voorafgaande melding bij de Commissie vereist, hetgeen (uiteraard) in ieder geval leidt tot meer administratieve rompslomp voor zowel de ondernemingen als de overheden die bij de staatssteun betrokken zijn. De vernieuwing van de Groepsvrijstelling maakt onderdeel uit van het moderniseringsprogramma van de Europese Commissie dat beoogt de staatssteunregels te simplificeren.