1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Nietigheid dagvaarding door nalaten onderbouwen stellingen

Nietigheid dagvaarding door nalaten onderbouwen stellingen

Een te summiere dagvaarding in combinatie met het (strategisch) laat indienen van stukken kan tot zure situaties leiden.
Leestijd 
Auteur artikel Merel van Helvoirt
Gepubliceerd 06 april 2019
Laatst gewijzigd 11 april 2019

Eiseres maakte na een haar onwelgevallig resultaat van een aanbesteding bezwaar tegen de gunningsbeslissing middels een summiere dagvaarding. Zo summier zelfs, dat het verweerder noch de Haagse voorzieningenrechter op enige wijze duidelijk werd wat het onderliggende feitencomplex was of met welke argumenten eiseres haar stellingen wenste te staven. Hiermee voldeed de dagvaarding niet aan de eisen gesteld in artikel 111 lid 2 sub d Rv. Eiseres leverde pas vier werkdagen voor zitting producties aan, terwijl verweerder ruim daarvoor al uitdrukkelijk had verzocht bij akte producties te overleggen gezien de uiterst summiere dagvaarding. De voorzieningenrechter achtte deze indiening van een zevental producties zo kort voor zitting in strijd met de goede procesorde, nu geenszins was gebleken dat eerdere overlegging van de stukken niet mogelijk was. Met deze gang van zaken heeft eiseres verweerder de mogelijkheid ontnomen behoorlijk verweer te voeren en daarmee de beginselen van hoor en wederhoor geschonden. Hoewel een herstelexploot normaliter nog uitkomst kan bieden, heeft eiseres het nagelaten om hiervan gebruik te maken; met nietigheid van de dagvaarding tot gevolg.

Kortom, een te summiere dagvaarding in combinatie met het (strategisch) laat indienen van stukken kan tot zure situaties leiden.