1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Nieuws van de German Desk - Besluit BGH in dieselschandaal: de Bondsrepubliek is niet aansprakelijk voor schade

Besluit BGH in dieselschandaal: de Bondsrepubliek is niet aansprakelijk voor schade

Het dieselschandaal duurt voort.
Leestijd 
Auteur artikel Susanne Hermsen-Pfeiffer
Gepubliceerd 18 maart 2022
Laatst gewijzigd 18 maart 2022

Consumentenorganisaties eisen compensatie voor een groot aantal autoklanten. Het gaat met name om voertuigen van Mercedes, Porsche, Seat, Skoda en VW. Deze collectieve acties zijn gericht tegen de autofabrikanten. Nu heeft voor het eerst een autokoper de Bondsrepubliek Duitsland (BRD) voor de rechter gedaagd voor toewijzing van een schadevergoeding.

Feiten

In september 2014 kocht de eiser een gebruikte Audi A4 met een dieselmotor die een ontoelaatbare manipulatievoorziening bevatte. De eiser verwijt de BRD dat het Kraftfahrtbundesamt voor het litigieuze voertuigtype een gebrekkige typegoedkeuring heeft verleend, dat artikel 46 van de Richtlijn met betrekking tot typegoedkeuringsprocedures (Richtlijn 46/2007/EG) niet naar behoren is omgezet en dat er geen toereikende sanctieregeling is ingevoerd. Als gevolg van dit plichtsverzuim is hij ertoe aangezet de koopovereenkomst te sluiten, die hij anders niet zou hebben gesloten. De BRD was daarom dus verplicht hem schadevergoeding te betalen. Het Landgericht heeft de eis van eiser tot vaststelling van schadevergoeding verworpen. Ook het hoger beroep van de eiser slaagde niet; de hoger beroep instantie stond geen cassatie tegen het vonnis toe. Daarop heeft de eiser bij het Bundesgerichtshof (BGH) bezwaar ingesteld tegen de niet-ontvankelijkverklaring van de cassatie.

Arrest van het BGH

Het BGH heeft het bezwaar verworpen. De Europese normen in kwestie beschermen slechts het belang van de koper, dat een gekocht voertuig goedgekeurd is voor gebruik in het wegverkeer en dat dit gebruik niet verboden is vanwege een gebrek aan overeenstemming met het goedgekeurde type of de wettelijke bepalingen die op dit type van toepassing zijn. Het voertuig van de eiser was evenwel geregistreerd en de vergunning was ook niet weer ingetrokken. De eiser beroept zich veeleer op zijn economisch zelfbeschikkingsrecht en dus op de bescherming van een koper tegen het sluiten van een ongewenste overeenkomst. Deze belangen vallen echter niet onder het beschermingsdoel van de desbetreffende normen (Richtlijn 2007/46/EG en Verordening 715/2007/EG). (BGH, beschikking van 10.02.2022 - III ZR 87/21).