Ter uitvoering van de Europese Richtlijn met betrekking tot bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de verkoop van goederen (Richtlijn (EU) 2019/771, "WKRL") - die de voorheen bepalende Richtlijn met betrekking tot de verkoop van consumptieproducten uit 1999 vervangt - heeft de Bundestag in juni 2021 een “Gesetz zur Regelung des Verkaufs von Sachen mit digitalen Elementen und anderer Aspekte des Kaufvertrags" (Wet tot regeling van de verkoop van producten met digitale elementen en andere aspecten van de koopovereenkomst) aangenomen. Parallel daaraan heeft de Bundestag een "Gesetz zur Umsetzung der Richtlinie über bestimmte vertragsrechtliche Aspekte der Bereitstellung digitaler Inhalte und digitaler Dienstleistungen" (Wet betreffende de uitvoering van de richtlijn met betrekking tot bepaalde contractuele aspecten van de levering van digitale inhoud en digitale diensten) aangenomen.
Het doel is het kooprecht binnen de EU te harmoniseren en een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen, met name op het gebied van producten met digitale functies, zoals smartphones, smartwatches, smart-tv's en smart homes. Met name de elektronische handel is een van de belangrijkste groeifactoren in de interne markt. De wetten zullen vanaf 1 januari 2022 in Duitsland van toepassing zijn en zullen aanzienlijke veranderingen met zich brengen, met name in het consumentenkooprecht, maar ook in het algemene kooprecht - waar met name het begrip "materiële gebreken" zal veranderen.
De consumentenovereenkomst met betrekking tot digitale producten
Met de consumentenovereenkomst met betrekking tot digitale producten wordt een nieuw soort contract gecreëerd. Digitale producten zijn producten die in digitale vorm worden gecreëerd en geleverd (zogenaamde digitale inhoud) en digitale diensten. Deze laatste stellen de consument in staat om gegevens in digitale vorm te creëren, te verwerken of op te slaan, en om toegang te krijgen tot deze gegevens of ze te delen. Hieronder vallen contracten voor het gebruik op afstand van software en gegevens, het gebruik van video- en audio-inhoud en andere vormen van file hosting of cloud-oplossingen. Het delen vindt plaats via sociale media en messenger services, maar ook via verkoop-, boekingsvergelijkings-, bemiddelings- en ratingplatforms.
In het kooprecht zal in de toekomst een afbakening van digitale producten noodzakelijk zijn; als overkoepelende term voor digitale inhoud (bijv. pc-programma's, video-, audio- en muziekbestanden) en digitale diensten (bijv. sociale-media- en messenger services, platforms, databanken), evenals goederen met digitale elementen en (analoge) producten.
Het nieuwe kooprecht bevat de verplichting voor verkopers om de digitale producten of digitale elementen te actualiseren. Hiermee wordt beoogd de functionaliteit en de IT-beveiliging van elektronische apparaten ook na de overdracht van het product te garanderen, zoals de koper dit mag verwachten.
Nieuw begrip “materiële gebreken”
In de toekomst zal een product alleen vrij zijn van materiële gebreken als het - cumulatief - voldoet aan de subjectieve eisen en de objectieve eisen, alsmede aan de montagevoorschriften. Anders dan in het huidige recht kan het product dus ook gebrekkig zijn als het voldoet aan de overeengekomen kwaliteit.
Om aan de objectieve vereisten te voldoen, moet het product geschikt zijn voor normaal gebruik en een kwaliteit hebben die gebruikelijk is voor producten van dezelfde soort en door de koper kan worden verwacht. Bovendien moet het worden verpakt en overhandigd met toebehoren en instructies. Wie in de toekomst aan de objectieve eisen wil voldoen, moet dus voortdurend nagaan of zijn producten nog voldoen aan de in de sector en het product gebruikelijke kwaliteit. Het uitgangspunt van deze controle - het bepalen van een objectieve productnorm voor elk product - is vaak niet gemakkelijk. De meningen zullen verdeeld zijn over wat wel en wat niet gebruikelijk is. Vooral omdat er een veelheid aan omstandigheden meespeelt. Onder andere de publieke verklaringen van de verkoper of handelaar over het product in reclame of op het etiket. Vooral in het geval van complexe aangekochte producten worden vaak voorwaarden overeengekomen die op maat gemaakt zijn en dus niet gebruikelijk zijn.
Indien aan producten geen wijzigingen kunnen of mogen worden aangebracht, moeten contracten en algemene voorwaarden worden aangepast om garantieclaims en schadeclaims te voorkomen. Met name de eigenschappen van het product, of het ontbreken daarvan, moeten worden vastgelegd in de vorm van een (negatieve) kwaliteitsovereenkomst. In de B2C-sector moeten echter de strenge eisen van § 476 BGB en de nieuwe informatie- en kennisgevingsverplichtingen met betrekking tot de afwijking van de objectieve eisen in acht worden genomen.
Actualiseringsverplichting
Zowel voor producten met digitale elementen als voor digitale producten geldt een uitgebreide definitie van het begrip materiële gebreken: ook voor de verkoper geldt een actualiseringsverplichting. In tegenstelling tot hetgeen naar Duits recht gebruikelijk is, kunnen in de toekomst garantierechten ontstaan, zelfs indien de producten op het tijdstip van de risico-overdracht vrij van gebreken waren. Aan de objectieve eisen inzake vrijwaring van gebreken wordt alleen voldaan als de consument updates krijgt voor de periode van het gewoonlijke gebruik van het product.
De duur en de reikwijdte van de actualiseringsverplichting blijven onduidelijk. De termijn kan variëren naargelang van het product; deze is niet wettelijk bepaald. Reclame-uitingen, gebruikte materialen, de aankoopprijs en de gewoonlijke gebruiksduur kunnen doorslaggevend zijn. Functionele updates, maar ook beveiligingsupdates moeten zijn inbegrepen in het toepassingsgebied. In principe kan men zich oriënteren aan de periode gedurende welke de verkoper aansprakelijk is voor gebreken.
Hoewel de verkoper aan zijn koper de nakoming van de actualiseringsverplichting is verschuldigd, zal de verkoper gewoonlijk niet de fabrikant zijn van het digitale element. De verkoper is dus afhankelijk van de medewerking van de fabrikant om zijn actualiseringsverplichting te kunnen nakomen. Het is van groot belang dat beide partijen hier tijdig op reageren door de nodige contractuele aanpassingen aan te brengen. Om hun aansprakelijkheid voor gebreken te beperken, kunnen verkopers met consumenten afwijkende overeenkomen onder speciale voorwaarden overeenkomen, bijvoorbeeld kunnen de reikwijdte (e.g. alleen beveiligingsupdates) en de periode/frequentie worden gespecificeerd.
Uitbreiding van de garantierechten
In de toekomst verjaren garantieclaims niet eerder dan twee maanden na het eerste optreden van het gebrek. In het geval van een gebrek dat pas op de laatste dag van de garantieperiode aan het licht komt, loopt de garantieperiode dus nog twee maanden door. Om deze reden moeten verkopers uitgaan van een de facto garantieperiode van 26 maanden en passende regelingen treffen met hun leveranciers. In de toekomst moeten garantieverklaringen aan de consument ter beschikking worden gesteld, ook zonder een desbetreffend verzoek van de consument. Ook moet duidelijk worden gemaakt dat bestaande wettelijke garantierechten onaangetast blijven en het geldend maken daarvan kosteloos is.
Gevolgen voor ondernemers
De nieuwe verordeningen zijn van toepassing op koopovereenkomsten die vanaf 1 januari 2022 worden gesloten. Producenten, handelaars en verkopers moeten hun productassortiment, modelcontracten en algemene voorwaarden aan de nieuwe eisen aanpassen. Traditionele koopovereenkomsten moeten worden aangepast aan het nieuwe begrip "materiële gebreken". Op het gebied van digitale producten of goederen met digitale elementen moeten de reikwijdte van de informatie- en leveringsverplichtingen en de verdeling daarvan tussen handelaar en fabrikant in de overeenkomsten van de toeleveringsketen worden geregeld met het oog op de actualiseringsverplichting, en moeten zo nodig ook de operationele processen worden aangepast. Nadelige afwijkingen van de richtlijnen ten aanzien van de consumenten zijn ontoelaatbaar en zullen een controle van de algemene voorwaarden niet standhouden.