1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Online winkel in strijd met het bestemmingsplan?

Online winkel in strijd met het bestemmingsplan?

Bij besluit van 5 augustus 2008 is door het college van Abcoude een last onder dwangsom opgelegd aan een bewoner van het Gein-Zuid te Abcoude. De last waaraan moest worden voldaan was het beëindigen van de verkoop van fietsen vanuit een pand aan het Gein-Zuid. De grondslag voor deze last lag in het op dat moment geldende bestemmingsplan “Uitbreidingsplan in onderdelen Het Gein”. Het perceel waarop de fietsen werden verkocht had namelijk de bestemming “bebouwing voor agrarische doeleinden”. De...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 15 april 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Bij besluit van 5 augustus 2008 is door het college van Abcoude een last onder dwangsom opgelegd aan een bewoner van het Gein-Zuid te Abcoude. De last waaraan moest worden voldaan was het beëindigen van de verkoop van fietsen vanuit een pand aan het Gein-Zuid. De grondslag voor deze last lag in het op dat moment geldende bestemmingsplan “Uitbreidingsplan in onderdelen Het Gein”. Het perceel waarop de fietsen werden verkocht had namelijk de bestemming “bebouwing voor agrarische doeleinden”. Deze bestemming liet geen fietsenverkoop toe, hiervoor zou vermoedelijk de bestemming “detailhandel” vereist zijn. Tot zover levert deze zaak geen noviteiten op. Het interessante aan deze uitspraak is echter het feit dat de verkoop volgens de bewoner uitsluitend via een webwinkel werd gerealiseerd en contacten volgens hem uitsluitend via internet plaatsvonden. De digitale activiteiten van de bewoner werden zo ogenschijnlijk gekoppeld aan de lokale ruimtelijke ordening.

Het besluit van het college om een last onder dwangsom op te leggen werd bij uitspraak van 13 april 2011 door de Afdeling in stand gelaten. Met deze uitspraak lijkt een interessante toevoeging te zijn gedaan aan de reikwijdte van ruimtelijke ordening in Nederland. Ook de digitale wereld lijkt nu rekening te moeten houden met planologie. De vragen die hierbij opkomen zijn hoe een webwinkel invloed kan hebben op de ruimtelijke ordening en waarom een bestemmingsplan mogelijkheid biedt hiertegen handhavend op te treden?

 Wanneer de uitspraak van de Afdeling nader wordt bestudeerd komen een aantal interessante aspecten naar voren. Belangrijke overwegingen om de invloed van de fietsenwinkel op de ruimtelijke ordening aan te nemen zijn onder meer de volgende:

  • Uit verschillende advertenties (…) blijkt dat de winkel op gezette tijden en tevens op af spraak voor het   publiek geopend is en;

  • dat bestelde fietsen op die momenten op het perceel kunnen worden uitgeprobeerd, afgehaald en betaald door de klant;

  • appellant op het perceel een aanzienlijke voorraad fietsen aanhoudt welke in ieder geval deels ten verkoop uitgestald staat;

  • onder die omstandigheden kan het betoog dat (…) geen sprake is van ruimtelijke uitstraling van zijn handelsactiviteiten op het perceel, niet worden gevolgd;

  • het aanvullen van die voorraad vereist voorts dat ook periodiek fietsen moet kunnen worden afgeleverd op het perceel.


Met deze weergave van de overwegingen van de Afdeling zijn de antwoorden op de eerder gestelde vragen reeds grotendeels gegeven. De invloed van de webwinkel op de ruimtelijke ordening is evident; het pand aan het Gein-Zuid is periodiek opengesteld, het bekijken, proberen en kopen van goederen gebeurt deels op de locatie, hiertoe staan fietsen uitgestald op het perceel. Ook is sprake van toevoer van fietsen ter bevoorrading. Deze constateringen tezamen maken dat er sprake is van een ruimtelijke uitstraling, zoals ook het geval zou zijn bij detailhandel waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een webwinkel. Met het bestemmingsplan is onder meer regulering van deze ruimtelijke uitstraling beoogd. De Afdeling overweegt dan ook dat het perceel niet ten dienste staat van de daarop rustende agrarische bestemming en daarmee ook niet in overeenstemming kan worden geacht.

De gevolgen van deze uitspraak voor de praktijk zijn dat er onder voorwaarden kan worden opgetreden tegen webwinkels die worden geëxploiteerd vanuit panden die daar niet toe bestemd zijn. Hiervoor moet wel worden aangetoond dat sprake is van een ruimtelijke uitstraling. Deze ruimtelijke uitstraling kan op de genoemde gronden worden aangenomen.

Deze uitspraak kan dus ook gevolgen hebben voor particulieren die, zoals hier vanuit  een agrarische locatie of, bijvoorbeeld vanuit een woonhuis een webwinkel exploiteren. Hierbij kunnen activiteiten met invloed op de ruimtelijke uitstraling plaatsvinden, waardoor in strijd met het bestemmingsplan kan worden gehandeld.