1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Onteigening Hoogeveen en De Wolden: landinrichting en onteigening, kabels en leidingen

Onteigening Hoogeveen en De Wolden: landinrichting en onteigening, kabels en leidingen

Tijdens het landinrichtingsproces wil de Staat gronden onteigenen ten behoeve van de realisering van vier landbouwtunnels. De Kroon laat zich in het KB van 26 juni 2013, nr. 13.001299, uit over deze doorkruising van het landinrichtingsproces, en gaat ook uitgebreid in op de onteigening van kabels en leidingen.Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG)De te onteigenen onroerende zaken zijn gelegen binnen een herverkavelingsblok van het landinrichtingsplan Zuidwolde. Het plan van toedeling is vastg...
Leestijd 
Auteur artikel Hanna Zeilmaker
Gepubliceerd 06 augustus 2013
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Tijdens het landinrichtingsproces wil de Staat gronden onteigenen ten behoeve van de realisering van vier landbouwtunnels. De Kroon laat zich in het KB van 26 juni 2013, nr. 13.001299, uit over deze doorkruising van het landinrichtingsproces, en gaat ook uitgebreid in op de onteigening van kabels en leidingen.

Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG)
De te onteigenen onroerende zaken zijn gelegen binnen een herverkavelingsblok van het landinrichtingsplan Zuidwolde. Het plan van toedeling is vastgesteld, de zakelijke rechten zij ingebracht, maar de ruilakte is nog niet ondertekend en gepasseerd. De verzoeker om onteigening wil de effectuering van de ruiling niet afwachten vanwege haar eigen, op de urgentie van het werk toegespitste planning. In januari 2013, ruim drie maanden na de indiening van het verzoekbesluit, is de ruilakte van het landinrichtingsplan alsnog ondertekend. Bij het opstellen van de stukken is de verzoeker om onteigening uitgegaan van de gegevens zoals op dat moment vermeld in de openbare registers van het kadaster.

Onteigeningsprocedure staat los van landinrichtingsprocedure
Meerdere reclamanten voeren aan dat er geen onteigeningsprocedure kan worden gestart zolang de landinrichtingsprocedure loopt, en dat het minnelijk overleg niet goed mogelijk was.

De Kroon overweegt hierover dat voor het kunnen starten van de administratieve onteigeningsprocedure op grond van artikel 72a van de onteigeningswet het vereiste geldt dat een aanvang is genomen met de planologische inpassing van het werk ten behoeve waarvan de aanwijzing ter onteigening wordt verzocht. Concreet moet er een procedure als bedoeld in artikel 3.1. van de Wet ruimtelijke ordening moet zijn gestart, en moeten belanghebbenden de mogelijkheid hebben tot het naar voren brengen van zienswijzen in een planologische procedure voorafgaand aan of ten minste gelijktijdig met de mogelijkheid tot het naar voren brengen van zienswijzen in het kader van de administratieve onteige-ningsprocedure. Aan deze vereisten is voldaan, dus de administratieve procedure mocht worden gestart. De Kroon overweegt verder dat de onteigeningsprocedure los staat van de onderhavige onteigeningsprocedure. De verzoeker om onteigening hoeft niet met het indienen van een verzoek tot onteigening te wachten totdat de landinrichtingsprocedure is afgerond.

Minnelijk overleg tijdens landinrichtingsproces
Meerdere reclamanten voerden aan dat zij nog geen eigenaar zijn van de gronden, maar toedelingsgerechtigde in het kader van het landinrichtingsplan. Volgens hen was het om die reden niet mogelijk met hen te onderhandelen over de verwerving van de gronden.

De Kroon stelt in algemene zin –en met de bekende standaardoverweging- voorop dat in de procedure op grond van titel IIa vóór de tervisielegging van de onteigeningsstukken een aanvang met het minnelijk overleg is gemaakt, waarbij het wenselijk is dat ten tijde van de tervisielegging al een formeel bod is uitgebracht.

De Kroon stelt verder vast dat de plannen voor de landbouwtunnels dateren van na het plan van toedeling, en dat de daarvoor benodigde gronden in het kader van de landinrichtingsprocedure dus niet meer aan de verzoeker om onteigening konden worden toebedeeld.

Toedelingsgerechtigde is rechthebbende en derde belanghebbende
In een plan van toedeling worden de nieuwe kavelindeling en de toedeling van eigendom, pacht en andere zakelijke rechten geregeld met inachtneming van ieders inbrengsituatie. Dit betekent volgens de Kroon niet dat er in dit stadium geen grondtransacties meer uitgevoerd kunnen worden. Volgens de onteigeningswet dienen de openbare registers van het kadaster als grondslag voor de administratieve onteigeningsprocedure. Onder omstandigheden kan uit het oogpunt van zorgvuldigheid overleg met derde belanghebbenden in de rede liggen. Volgens de Kroon was het landinrichtingsproces in dit geval in een zodanig ver gevorderd stadium dat verzoeker ervan uit mocht gaan dat de aan reclamanten toebedeelde rechten na inschrijving daadwerkelijk aan hen in eigendom zouden overgaan. Reclamanten waren in die hoedanigheid rechthebbende met betrekking tot de in het onteigeningsplan betrokken grond, en de verzoeker om onteigening diende in haar poging de gronden langs minnelijke weg te verwerven ook reclamanten – als toekomstige eigenaren – in de onderhandelingen te betrekken.

De Kroon stelt vast dat verzoeker om onteigening voorafgaande aan de indiening van het verzoek om onteigening overleg ter verwerving van de grond heeft gevoerd zowel met degene die als eigenaar in de openbare registers van het kadaster vermeld stond als met degene aan wie de betreffende grond in het kader van het landinrichtingsplan is toebedeeld. Daarbij heeft verzoeker aan de toedelingsgerechtigde een bod uitgebracht onder voorwaarde dat zij na het passeren van de landinrichtingsakte daadwerkelijk de eigendom verkrijgt van de betreffende grond en deze zou overdragen aan verzoeker.

De Kroon is van oordeel dat verzoeker daarmee voldoende doch vruchteloze pogingen heeft ondernomen om met reclamant tot overeenstemming te komen. Het argument van reclamante dat zij ten tijde van het aanbod nog geen eigenaar was vindt de Kroon niet van belang omdat het reclamante vrij stond een voorstel tot het sluiten van een overeenkomst onder opschortende voorwaarde te aanvaarden. Verzoeker heeft een dergelijk voorstel gedaan, maar daarop is reclamante niet ingegaan.

Na passeren akte geen belanghebbende meer
Ten aanzien van de reclamanten die als gevolg van het passeren van de ruilakte in januari 2013 geen eigenaar meer zijn overweegt de Kroon dat zij als gevolg hiervan geen belanghebbende meer zijn. De behandeling van hun zienswijzen is dus niet meer aan de orde.

Kabels en leidingen
Gasunie wijst in haar zienswijze op haar zakelijke rechten op twee percelen en verzoekt ervoor zorg te dragen dat deze worden hergevestigd.

Minnelijk overleg met zakelijk gerechtigde noodzakelijk
De Kroon stelt voorop dat in het kader van de vereiste noodzaak van onteigening van deze zakelijke rechten de verzoeker om onteigening gehouden is om minnelijk overleg te voeren met belanghebbende over de eventuele (terzijdestelling van) belemmeringen die de aanwezigheid van de zakelijk rechten (kunnen) opwerpen voor de aanleg en de instandhouding van het werk. In de gevallen waarin dergelijke belemmeringen redelijkerwijs aanwezig moeten worden geacht, is de noodzaak van onteigening van dergelijke zakelijke rechten aanwezig. In dit geval zijn maatregelen ten behoeve van de kabels en leidingen noodzakelijk.

Hervestiging zakelijke rechten verantwoordelijkheid verzoeker om onteigening
Indien minnelijke overeenstemming tussen partijen uitblijft zullen de betrokken zakelijke rechten ingevolge artikel 59, derde lid, van de onteigeningswet met de inschrijving van het onteigeningsvonnis komen te vervallen (titelzuiverende werking). De onteigeningswet verplicht niet tot hervestiging van zakelijke rechten. Een voortzetting van rechten kan dus slechts geschieden door hervestiging daarvan. Deze hervestiging is, alsdus de Kroon, de verantwoordelijkheid van de onteigenende partij. De verzoeker om onteigening heeft overleg gevoerd met Gasunie over de locatie van de tunnel en heeft toegezegd dat er beschermende maatregelen worden getroffen ten behoeve van de leiding. Verzoeker heeft verder schriftelijk laten weten zorg te dragen voor de instandhouding van het ten behoeve van de leiding gevestigde zakelijke recht, dan wel dit recht te hervestigen na afloop van de onteigeningsprocedure.

Heeft u vragen over onteigening? Bel of e-mail met mr. Hanna Zeilmaker, onteigeningsadvocaat