1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Planschade: geen concrete aanknopingspunten voor twijfel aan advies deskundige? Dan is dat advies leidend!

Planschade: geen concrete aanknopingspunten voor twijfel aan advies deskundige? Dan is dat advies leidend!

In zijn uitspraak van 16 november 2011 (LJN:BU4545) heeft de Afdeling de vaste rechtspraak bevestigd dat het bestuursorgaan bij een besluit op een verzoek om vergoeding van planschade van de juistheid van een ingewonnen advies van een deskundige mag uitgaan.In deze zaak ging het om een verzoek om planschade als gevolg van een vrijstelling voor een appartementengebouw met acht appartementen tegenover het perceel van verzoeker. Het college had het verzoek om vergoeding van planschade afgewezen...
Leestijd 
Auteur artikel Hanna Zeilmaker
Gepubliceerd 21 november 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In zijn uitspraak van 16 november 2011 (LJN:BU4545) heeft de Afdeling de vaste rechtspraak bevestigd dat het bestuursorgaan bij een besluit op een verzoek om vergoeding van planschade van de juistheid van een ingewonnen advies van een deskundige mag uitgaan.

In deze zaak ging het om een verzoek om planschade als gevolg van een vrijstelling voor een appartementengebouw met acht appartementen tegenover het perceel van verzoeker. Het college had het verzoek om vergoeding van planschade afgewezen omdat volgens het advies van de SAOZ geen sprake was van een planologische verslechtering. Ook onder het oude plan zou vanaf meer dan één bouwlaag inkijk hebben kunnen bestaan in de woning op het perceel en de zij- en achtertuin, zij het vanuit minder wooneenheden. De gevolgen voor de privacy van verzoeker waren, gelet op de afstand, de oriëntatie van zijn woning en de tussenliggende weg beperkt. Er was volgens het advies bovendien sprake van een planologisch voordeel omdat de uitoefening van een bedrijf, met alle hinder van dien, niet langer mogelijk was.

De rechtbank had overwogen dat het advies van de SAOZ miskende dat het planologisch voordeel niet tegen het nadeel van verminderde privacy opweegt, zodat het besluit van het college in navolging van dat advies onvoldoende was gemotiveerd.
De Afdeling was het met het college eens dat de rechtbank in deze een onjuiste toetsingsmaatstaf heeft aangelegd. Het college had betoogd dat de rechtbank aldus heeft miskend dat het advies van de SAOZ zorgvuldig tot stand is gekomen en daaraan evenmin anderszins gebreken kleven, zodat het dat aan zijn besluitvorming ten grondslag mocht leggen. Met verwijzing naar vaste rechtspraak –de Afdeling noemt zijn uitspraak van 24 december 2008 in zaak nr. 200802495/1- herhaalt de Afdeling dat het bestuursorgaan bij een besluit op een verzoek om vergoeding van planschadeschade, indien uit het advies van een door hem geraadpleegde deskundige op objectieve en onpartijdige wijze blijkt, welke feiten en omstandigheden aan de conclusies ten grondslag zijn gelegd en deze conclusies zonder nadere toelichting niet onbegrijpelijk zijn, van de juistheid van dat advies mag uitgaan, tenzij concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de juistheid of volledigheid van dat advies naar voren zijn gebracht.

Het advies van de SAOZ bood inzicht in de feiten en omstandigheden die de conclusie kunnen dragen dat de vrijstelling niet tot een planologisch nadeliger situatie op het perceel heeft geleid. Dat verzoeker bij deze conclusie kritische kanttekeningen betreffende zijn privacy heeft geplaatst, brengt op zichzelf niet met zich dat het college daarop bij de besluitvorming niet mocht afgaan, nu die kanttekeningen geen concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de juistheid of volledigheid van het advies bieden.