Een grondeigenaar aan de Schagerbrug verzocht om vergoeding van planschade vanwege een nieuw bestemmingsplan als gevolg waarvan zijn bebouwingsmogelijkheden waren vervallen of beperkt.
De gemeente wees de aanvraag af met het argument dat de beperking van de bebouwingsmogelijkheden al in 2011 voorzienbaar was met de terinzagelegging van het voorontwerp van het nieuwe bestemmingsplan. In een door de gemeente verspreide folder was een kennisgeving van de zakelijke inhoud van het voorontwerp opgenomen. Het college vond dat de aanvrager redelijkerwijs had moeten begrijpen dat het voorontwerp ook voor zijn perceel betekenis zou hebben, en dat aan hem kan worden tegengeworpen dat hij de toenmalige bebouwingsmogelijkheden niet tijdig heeft benut.
De rechtbank vond dat de gemeente de aanvraag terecht had afgewezen. De aanvrager bestrijdt dit oordeel in hoger beroep.
Passieve risicoaanvaarding en concreet beleidsvoornemen
Een tegemoetkoming in planschade blijft achterwege indien de aanvrager de planologische verslechtering actief of passief heeft aanvaard. Om te bepalen of er sprake is van passieve risicoaanvaarding is voldoende dat er, bezien vanuit de positie van een redelijk denkende en handelende eigenaar, aanleiding bestond rekening te houden met de kans dat de planologische situatie ter plaatse in ongunstige zin zou gaan veranderen.
Bij het bepalen van de kans op verslechtering moet volgens vaste rechtspraak van de ABRvS rekening worden gehouden met concrete beleidsvoornemens die openbaar zijn gemaakt. Voor het tegenwerpen van voorzienbaarheid – in het kader van passieve risicoaanvaarding – is niet vereist dat het beleidsvoornemen een formele status heeft. Zo heeft de ABRvS in eerdere uitspraken geoordeeld dat de openbaarmaking van een voorontwerp van een bestemmingsplan als een concreet beleidsvoornemen moet worden aangemerkt.
Niet ter discussie staat dat het voorontwerp als een concreet beleidsvoornemen kan worden aangemerkt, en dat het college folders heeft verspreid met een kennisgeving van de terinzagelegging van dat voorontwerp. De discussie in hoger beroep gaat over de vraag of de inhoud van de folder voldoende is om voorzienbaarheid te kunnen tegenwerpen, bezien vanuit de positie van een redelijk denkende en handelende eigenaar. De aanvrager meent van niet, nu in de folder wordt verwezen naar andere, specifieke dorpskernen. Daarom lag het volgens hem niet voor de hand dat ook zijn perceel in het buitengebied in het plangebied en onder het bereik van het bestemmingsplan zou vallen.
De ABRvS overweegt:
“Dat in de folder het woord dorpskernen is vermeld, betekent niet dat [appellant], als redelijk denkend en handelend eigenaar van het perceel, in de gegeven omstandigheden zonder meer mocht aannemen dat het voorontwerp voor hem niet van belang zou zijn. In de folder, die ook is verspreid in het gebied waarin het perceel is gelegen, is immers tevens vermeld dat het voorontwerp betrekking heeft op het bestaande dorpsgebied van de in deze folder genoemde dorpen, die deel uitmaken van de gemeente Schagen, waaronder het dorp Schagerbrug. Naar het oordeel van de Afdeling zou een redelijk denkend en handelend eigenaar van het perceel rekening houden met de mogelijkheid dat met het in de folder aangeduide bestaand dorpsgebied van Schagerbrug ook het bedrijventerrein De Trambaan, waarbinnen het perceel van [appellant] is gelegen, zou zijn bedoeld. (…) Die eigenaar zou daar, na lezing van het bericht in de folder, onderzoek naar doen en, na de terinzagelegging van het voorontwerp, kennis hebben kunnen nemen van het beleidsvoornemen met betrekking tot het in het buitengebied gelegen perceel. Voor zover [appellant] dat niet heeft gedaan, komen de gevolgen daarvan voor zijn rekening.”
Het betoog van de aanvrager wordt dus niet gevolgd. De ABRvS verklaart het hoger beroep ongegrond.
Commentaar
Deze uitspraak past in de lijn van eerdere rechtspraak van de ABRvS over het tegenwerpen van voorzienbaarheid in het kader van passieve risicoaanvaarding. In zijn uitspraak van 5 december 2018 heeft de ABRvS geoordeeld dat publicatie van de bekendmaking van de terinzagelegging in een lokaal nieuwsblad voldoende is om voorzienbaarheid te kunnen tegenwerpen.
De ABRvS maakt in deze uitspraak een vergelijking met zijn uitspraak van 5 december 2018. Interessant is daarbij wel dat het in deze procedure niet ging om een bekendmaking op basis van de Awb in een lokaal nieuwsblad op de in de Awb voorgeschreven wijze, maar om een onofficiële publicatie in een gemeentelijke folder. Dit onderscheid wordt door de ABRvS buiten beschouwing gelaten, maar op basis van eerdere rechtspraak is dit verklaarbaar. Zo heeft de ABRvS al in 2016 geoordeeld dat van de redelijk denkend en handelend koper mag worden verwacht dat hij onderzoek doet in openbare bronnen, waarvan redelijkerwijs valt te verwachten dat een eventueel concreet beleidsvoornemen met betrekking tot zijn perceel wordt gepubliceerd. Deze onderzoeksplicht is dus ruimer dan alleen het raadplegen van officiële bekendmakingen en publicaties.
Wilt u meer weten? Neem dan contact op met Hanna Zeilmaker en Jeroen Niederer, advocaten bij de sectie Overheid en Vastgoed en specialisten op het gebied van planschade en nadeelcompensatie.