1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Portretrecht: wat mag je met een foto doen in reclame?

Portretrecht: wat mag je met een foto doen in reclame?

Kan je zomaar gebruik maken van een foto van iemand voor reclame, of levert dat strijd op met portretrecht?
Leestijd 
Auteur artikel Joost Becker
Gepubliceerd 04 januari 2022
Laatst gewijzigd 04 januari 2022

Portretrecht

Het portretrecht beschermt tegen gebruik van fotografisch en ander materiaal waarop iemand herkenbaar is afgebeeld. Dit staat in Artikel 21 Auteurswet.

Praktijkvoorbeelden

Niet alleen bekende Nederlanders, zoals Max Verstappen en Johan Cruijff doen een beroep op portretrecht. Ook onbekende personen komt portretrecht toe. Eerder hebben we immers voorbeelden gezien in de jurisprudentie van wel en niet toegestaan gebruik van een portret van ex-werknemers

In een zeer recente uitspraak over portretrecht is de vraag of het gebruik van een portret van een (ex-)werknemer op bestelbussen en het beeldmateriaal in een promotievideo op YouTube van Coolblue. 

Arbeidsovereenkomst

In de arbeidsovereenkomst van Coolblue staat over portretrecht onder meer het volgende:

 “Jij bent ons gezicht. Daarom gebruiken we graag beeldmateriaal met jouw portret erop. Dat zetten we op onze website en op YouTube, in folders, boekjes, jaarverslagen en al onze andere uitingen. Dat vind jij leuk en je moeder ook. vanzelfsprekend doe je afstand van het portretrecht, ook voor de periode na je dienstverband. Dan hebben we gelukkig de foto’s nog…”

 

Dit betrof een overeenkomst voor bepaalde tijd, die later is omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Toestemming?

Nadat de werknemer op staande voet is ontslagen, wordt bezwaar gemaakt tegen het gebruik van diens portret.

De rechtbank oordeelt dat “Van toestemming tot het gebruik van het portret is alleen sprake indien de geportretteerde met de wijze waarop de foto is gepubliceerd expliciet heeft ingestemd dan wel geacht moet worden daarmee impliciet te hebben ingestemd.” De ex-werknemer stelt dat die toestemming er niet was nadat de overeenkomst voor onbepaalde was ingegaan. De rechter gaat hier niet in mee, omdat anders dan de ex-werknemer stelt niet van een stilzwijgende verlenging sprake is maar ook omdat:

toestemming voor (de wijze van) publicatie van het portret door de geportretteerde niet altijd expliciet hoeft te worden gegeven, doch deze toestemming ook impliciet, uit bijvoorbeeld de gedragingen van de geportretteerde, kan worden afgeleid.

En:

Op basis van de door partijen overgelegde stukken en hetgeen door hen naar voren is gebracht, is de kantonrechter van oordeel dat [eiser] zowel impliciet als expliciet kan worden geacht zijn toestemming voor de (wijze van) publicatie van zijn portret in de reclame-uitingen van Coolblue te hebben gegeven.

 

De eerdere afstand van portretrechten was voldoende duidelijk en uitdrukkelijk tussen partijen overeengekomen., aldus de rechter. Dat geldt ook nadien omdat uit de verlengingsbrieven volgt dat de tot dan toe geldende arbeidsvoorwaarden hetzelfde zouden blijven.

Coolblue kon verder bewijzen dat de (ex-)werknemer ook heeft meegewerkt aan het maken van foto’s en het figureren in de promotievideo, waarvan duidelijk was met welk doen en hoe het beeldmateriaal zou worden gebruikt. Er waren toen ook al bestelbussen in gebruik waren waarop portretten van Coolblue medewerkers werden gebruikt. Ook in een vastgelegde briefing is meegedeeld dat de foto’s (mede) gebruikt zouden worden voor op de bestelbussen van Coolblue. Eerder heeft de (ex-)werknemer ook niet op enigerlei wijze bezwaar gemaakt tegen het gebruik van zijn portret. De rechter oordeelt ook nog dat sprake is van een “positieve uitstraling”. Coolblue heeft zich er dus voldoende van vergewist dat er toestemming voor publicatie van zijn portret was gegeven.

De rechter vindt dat de “de eventuele negatieve gevolgen” van (de wijze van) het eindigen van het dienstverband in beginsel los staan van de (wijze van) publicatie van zijn portret.

Handelen in strijd met de AVG?

De rechter oordeelt dat de eiser zijn toestemming voor de verwerking van persoonsgegeven heeft willen intrekken. In het kader van de belangenafweging worden het recht op eerbiediging persoonlijke levenssfeer (artikel 8 EVRM) en de vrijheid van meningsuiting (artikel 10 EVRM) tegenover elkaar afgewogen. Daarbij speelt volgens de trechter een rol dat het publiek het portret als blijk van publieke ondersteuning zal dien van het product of de dienst door de geportretteerde, hetgeen in beginsel is aan te merken als een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de geportretteerde.

Daartegenover weegt de rechter Coolblue’s commerciële belang af om reclame te maken, en de kosten onredelijk hoog en de impact op haar bedrijfsvoering enorm zouden zijn indien de reclame-uitingen zouden moeten worden aangepast. Coolblue is ook aan de belangen van de eiser tegemoet gekomen doordat diens portret op de bestelbussen zal worden uitgefaseerd, het portret niet in andere of nieuwe uitlatingen zal worden gebruikt en de promotievideo op YouTube inmiddels is verwijderd. Al met al wordt het gebruik van het portret onder de specifieke omstandigheden als verwerking van persoonsgegevens noodzakelijk (proportioneel en subsidiair) geoordeeld.

Conclusie

De lessen die uit deze en eerdere uitspraken kan worden getrokken zijn: zorg voor een goede arbeidsovereenkomst, waarin voor zover nodig ook een clausule staat over portretrechten. Maak ook bij verlenging van de arbeidsovereenkomst duidelijk welke bedingen of voorwaarden hierover (nog steeds) gelden. En leg bewijs vast van de toestemming bij het maken van foto's of videomateriaal, zodat kan worden aangetoond waarmee de geportretteerde precies instemt.

Joost Becker, advocaat intellectuele eigendom