1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Recht op compensatie indien meerdere (buitengewone) omstandigheden tot langdurige vluchtvertraging hebben geleid?

Recht op compensatie indien meerdere (buitengewone) omstandigheden tot langdurige vluchtvertraging hebben geleid?

De zomervakantie is weer voorbij. Een groot deel van de vakantiegangers is inmiddels gevaccineerd en de meeste mensen durfden gelukkig weer een vakantie te boeken naar het buitenland. De luchtvaartmaatschappijen merken dat er weer meer boekingen worden verricht. Dit brengt helaas ook met zich mee dat er weer meer vluchten vertraagd dan wel geannuleerd worden uitgevoerd. Dit kan in sommige gevallen leiden tot recht op compensatie voor passagiers, tenzij er sprake is van een buitengewone omstandigheid. Maar wat nu als de vertraging is ontstaan door twee of meer omstandigheden die niet allemaal een buitengewone omstandigheid zijn? Is er dan nog wel recht op compensatie op basis van Verordening 261/2004 (hierna te noemen: de Verordening)?
Leestijd 
Auteur artikel Farah Mir
Gepubliceerd 07 september 2021
Laatst gewijzigd 07 september 2021

De luchtvaartmaatschappijen merken dat er weer meer boekingen worden verricht. Dit brengt helaas ook met zich mee dat er weer meer vluchten vertraagd dan wel geannuleerd worden uitgevoerd. Dit kan in sommige gevallen leiden tot recht op compensatie voor passagiers, tenzij er sprake is van een buitengewone omstandigheid. Maar wat nu als de vertraging is ontstaan door twee of meer omstandigheden die niet allemaal een buitengewone omstandigheid zijn? Is er dan nog wel recht op compensatie op basis van Verordening 261/2004 (hierna te noemen: de Verordening)?

Op 9 juni 2021 heeft rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan over het recht op compensatie bij meerdere (buitengewone) omstandigheden.

Feiten

In deze zaak zouden op 15 juli 2018 passagiers worden vervoerd door TAP Air Portugal van Amsterdam naar Lissabon met een tussenstop in Porto (Portugal). De vlucht is in totaal met meer dan drie uur vertraagd. Op basis van artikel 7 van de Verordening vorderen passagiers financiële compensatie van een bedrag van € 400,- per persoon. De luchtvaartmaatschappij heeft deze geweigerd te betalen.

Beoordeling

In deze zaak staat vast dat er sprake was van een vertraging van meer dan drie uur. De luchtvaartmaatschappij is daarom in beginsel gehouden compensatie te voldoen, tenzij er sprake is van een of meer buitengewone omstandigheden. In punt 15 van de considerans van de Verordening staat dat er geacht wordt sprake te zijn van buitengewone omstandigheden wanneer een besluit van het luchtverkeersbeheer voor een specifiek vliegtuig op een specifieke dag een langdurige vertraging van één of meer vluchten van dat vliegtuig veroorzaakt, ook al heeft de betrokken luchtvaartmaatschappij alle redelijke inspanningen geleverd om de vertragingen te voorkomen.

De vraag die centraal staat in deze zaak is: heeft de vervoerder aannemelijk gemaakt dat de langdurige vertraging het gevolg is geweest van een buitengewone omstandigheid?

De opgelopen vertraging van de betreffende vlucht is veroorzaakt door twee omstandigheden. Enerzijds is de vlucht vertraagd door een opgelegd besluit van de luchtverkeersleiding, dit heeft tot 44 minuten vertraging geleid. Anderzijds is uit het vluchtrapport gebleken dat er nog meer vertraging is opgelopen door een vertraging op een voorafgaande vlucht, dit leverde 136 minuten vertraging op. In totaal is er sprake geweest van een vertraging van 188 minuten bij aankomst van de vlucht. De kantonrechter oordeelt dat de vertraging die is ontstaan door het genomen besluit van de luchtverkeersleiding een buitengewone omstandigheid oplevert. Deze omstandigheid ligt geheel buiten de invloedsfeer van de luchtvaartmaatschappij. Daarbij heeft de luchtvaartmaatschappij alle redelijke maatregelen genomen om de vertraging zoveel mogelijk te beperken. De vertraging die al eerder is opgelopen door een voorafgaande vlucht levert geen buitengewone omstandigheid op.

Maar hoe verhouden deze omstandigheden zich nu tot elkaar, wanneer er aan de ene kant wel sprake is van een buitengewone omstandigheid en aan de andere kant niet? Is er dan wel of geen recht op compensatie voor de passagiers?

In deze uitspraak heeft de rechter het Peskova-arrest toegepast. In dit arrest heeft het Hof o.a. geoordeeld dat bij twee of meerdere gebeurtenissen waarvan tenminste één gebeurtenis is veroorzaakt door een buitengewone omstandigheid, de vertraging veroorzaakt door de buitengewone omstandigheid dient te worden afgetrokken van de totale vertraging bij aankomst. Is na aftrek de vertraging minder dan drie uur, dan is er dus géén recht op compensatie op basis van de Verordening.

Conclusie

Bij vertraging die niet alleen door een buitengewone omstandigheid is veroorzaakt, maar ook door andere omstandigheden, dient de vertraging die is ontstaan door de buitengewone omstandigheid te worden afgetrokken van de totale duur van de aankomstvertraging. In deze zaak bleek dat na aftrek van de opgelopen vertraging door het besluit van de luchtverkeersleiding van de totale vertraging er een vertraging van minder dan drie uur overbleef. Hierdoor is er geen recht op financiële compensatie voor passagiers conform de Verordening. Om die reden is de vordering van passagiers afgewezen.