1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Schaarste en leefbaarheid in de gewijzigde Huisvestingswet 2014

Schaarste en leefbaarheid in de gewijzigde Huisvestingswet 2014

In de zomer van dit jaar heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel tot wijziging van de Huisvestingswet 2014 aangenomen. Het voorstel wordt nu behandeld door de Eerste Kamer. Alle reden dus om eens in dit bericht eens in te zoomen op het wetsvoorstel, en dan met name de wijziging van de vereiste schaarste bij woonruimtebeheer.
Leestijd 
Auteur artikel Ilona Termaat
Gepubliceerd 27 oktober 2023
Laatst gewijzigd 27 oktober 2023

Wat regelt de huidige Huisvestingswet 2014?

De Huisvestingswet 2014 biedt gemeenten instrumenten om te sturen op woonruimteverdeling en woonruimtebeheer. Gemeenten kunnen steeds voor periodes van vier jaar huisvestingsverordeningen vaststellen. Zij kunnen in die huisvestingsverordeningen ook regels stellen met betrekking tot woonruimtebeheer. Zo mogen gemeenten een vergunningplicht instellen voor het omzetten van zelfstandige woonruimten naar onzelfstandige woonruimten; zo kan geregeld worden dat eengezinswoningen binnen een gemeente niet onbeperkt naar – bijvoorbeeld – studentenhuizen worden omgezet. Dit soort vergunningen wordt ook wel een omzettingsvergunning of onttrekkingsvergunning genoemd.

De wijziging van de wet / woonruimtebeheer

De Huisvestingswet 2014 is geëvalueerd. Uit die evaluatie is gebleken, dat gemeenten graag de instrumenten in meer gevallen willen kunnen inzetten. Dat was aanleiding voor het voorstel tot wijziging van de Huisvestingswet 2014, en nadat die (gewijzigd) is aangenomen door de Tweede Kamer wordt die nu behandeld door de Eerste Kamer (Kamerstukken I 2022/23, 36 190, nr. 1).

Het wetsvoorstel bevat een flink aantal wijzigingen ten opzichte van de huidige wet. Een van de meest belangrijke wijzigingen is die op het gebied van woonruimtebeheer. De Huisvestingswet 2014 biedt gemeenten zoals gezegd ook nu al de mogelijkheid om te sturen op woonruimtebeheer. Artikelen 21 tot en met 23 van de wet regelen dat gemeenten een omzettingsvergunningplicht kunnen invoeren. Artikel 2 lid 1 beperkt de bevoegdheid van de gemeenten echter flink. Zo mogen zij de instrumenten uit de wet alleen toepassen wanneer “dat noodzakelijk en geschikt is voor het bestrijden van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan woonruimte”. Oftewel: de gemeente mag alleen een omzettingsvergunning eisen, als sprake is van schaarste.

Het wetsvoorstel tot wijziging van de wet maakt bredere inzetbaarheid van die vergunningplichtplicht mogelijk. Namelijk: een vergunning kan ook verplicht worden gesteld als dat volgens gemeenten nodig is in het kader van de leefbaarheid. Dat wordt mogelijk gemaakt door een uitbreiding van de uitzonderingsgevallen op artikel 2 lid 1 (waarin schaarste verplicht wordt gesteld), die worden genoemd in artikel 2 lid 2. Die luiden nu nog als volgt:

               Artikel 2

  1. De gemeenteraad maakt van zijn bevoegdheden op grond van deze wet slechts gebruik indien dat noodzakelijk en geschikt is voor het bestrijden van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan woonruimte.
  2. De gemeenteraad kan van zijn bevoegdheden op grond van:
    a. […]
    b. de artikelen 23a tot en met 23c, voor zover dit noodzakelijk is voor het behoud van de leefbaarheid van de woonomgeving,
    ook gebruik maken indien daartoe geen noodzaak is vanuit het oogpunt van het bestrijden van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan woonruimte.

Maar de wetswijziging voegt aan de uitzonderingsgevallen van artikel 2 lid 2 aanhef en onder b ook artikelen 21 tot en met 23 toe (de artikelen over het omzettingsvergunningen-instrument).

De verwachting is dan ook dat gemeenten nog veel meer dan nu omzettingsvergunningen verplicht zullen stellen. Wel moet die vergunningplicht natuurlijk goed gemotiveerd worden; gemeenten moeten onderbouwen, waarom de vergunningplicht nodig is voor de leefbaarheid.

Tot slot

Overigens heeft de aanstaande inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024 geen invloed op de inhoud en behandeling van dit wetsvoorstel. De Huisvestingswet gaat geen onderdeel uitmaken van de Omgevingswet, maar blijft daarnaast gelden. De gemeentelijke huisvestingsverordeningen zullen ook geen onderdeel gaan uitmaken van de omgevingsplannen die op grond van de Omgevingswet gelden, zoals sommige andere nu geldende gemeentelijke verordeningen wel het geval is.

Het wetsvoorstel voorziet in nog veel meer wijzigingen; te veel om op te noemen in dit blogartikel. Dus als u vragen heeft over woonruimtebeheer, of andere onderdelen van de Huisvestingswet 2014 en het wetsvoorstel, neem dan gerust contact op met de vastgoedspecialisten van Dirkzwager.