Vakantiedagen
Een werknemer bouwt tijdens het dienstverband vakantiedagen op. Op grond van de wet zijn dat - uitgaande van een voltijds dienstverband - 20 vakantiedagen per jaar. Vaak komen daar bovenwettelijke vakantiedagen bovenop. Niet opgenomen wettelijke vakantiedagen vervallen na een half jaar na het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd. De bovenwettelijke vakantiedagen verjaren door verloop van vijf jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan. De Hoge Raad heeft op 23 juni 2023 geoordeeld dat vakantiedagen niet verjaren of vervallen als de werkgever de werknemer niet daadwerkelijk in staat heeft gesteld om zijn recht op vakantie uit te oefenen.
Waarde van een vakantiedag
Een werknemer die uit dienst gaat, heeft bij het einde van de arbeidsovereenkomst recht op uitbetaling van de vakantiedagen die niet zijn gebruikt. Hoe moet de waarde van een vakantiedag berekend worden? Het Hof van Justitie heeft (meermaals) geoordeeld dat een werknemer tijdens vakantie loon dient te ontvangen dat vergelijkbaar is met het loon over gewerkte periodes. De werknemer mag geen nadeel ondervinden van het opnemen van vakantie. Het vakantieloon dient te bestaan uit het vaste basisloon en alle looncomponenten die ‘intrinsiek samenhangen met de taken die de werknemer zijn opgedragen in het kader van de arbeidsovereenkomst’. Op grond van de wet heeft de werknemer 'bij het einde van de arbeidsovereenkomst in geval van resterende, niet genoten, verlofuren recht op een uitkering in geld tot een bedrag van het loon over een tijdvak overeenkomend met de aanspraak. De Hoge Raad gaat daarbij uit van ‘het gehele tussen werkgever en werknemer overeengekomen loon’.
Telt het werkgeversaandeel in de pensioenpremie mee?
In de jaren 2012 tot 2018 was in de rechtspraak (zie o.a. Hof Den Haag 28 januari 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:72 en Hof Den Bosch 7 december 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:5419) en de literatuur (zie o.a. M. Hurks, ‘De waarde van een vakantiedag: een overzicht’, TAP 2018/160, p. 16-17) de heersende leer dat het werkgeversdeel van de pensioenpremie meegeteld diende te worden bij de berekening van de waarde van een vakantiedag.
In 2018 deed zich in de rechtspraak een kentering voor. Vanaf 2018 wordt consequent geoordeeld dat het werkgeversdeel van de pensioenpremie niet meetelt voor de berekening van de waarde van een vakantiedag:
Datum uitspraak |
Instantie |
ECLI-nummer: |
Telt mee? |
29-06-2012 |
Rb. Amsterdam |
ECLI:NL:RBAMS:2012:BX1486 |
Ja |
28-01-2014 |
Hof Den Haag |
ECLI:NL:GHDHA:2014:72 |
Ja |
03-06-2015 |
Rb. Midden-Nederland |
ECLI:NL:RBMNE:2015:5365 |
Ja |
26-04-2016 |
Hof Arnhem-Leeuwarden |
ECLI:NL:GHARL:2016:3412 |
Nee |
28-02-2017 |
Rb. Noord-Nederland |
ECLI:NL:RBNNE:2017:1145 |
Ja |
22-11-2017 |
Centrale Raad van beroep |
ECLI:NL:CRVB:2017:4252 |
Ja |
07-12-2017 |
Hof ’s-Hertogenbosch |
ECLI:NL:GHSHE:2017:5419 |
Ja |
25-04-2018 |
Rechtbank Midden-Nederland |
ECLI:NL:RBMNE:2018:1888 |
Nee |
07-08-2018 |
Hof Arnhem-Leeuwarden |
ECLI:NL:GHARL:2018:7137 |
Nee |
28-08-2018 |
Rechtbank Rotterdam |
ECLI:NL:RBROT:2018:7074 |
Nee |
09-09-2019 |
Rb. Rotterdam |
ECLI:NL:RBROT:2019:48 |
Nee |
14-04-2020 |
Hof Amsterdam |
ECLI:NL:GHAMS:2020:1320 |
Nee |
18-04-2023 |
Rb. Midden-Nederland |
ECLI:NL:RBMNE:2023:1857 |
Nee |
Als argumenten worden vaak gebruikt dat (i) pensioenpremie niet rechtstreeks aan de werknemer wordt betaald, maar aan een pensioenfonds of - verzekeraar en (ii) dat de werknemer het niet voor andere doeleinden kan gebruiken. Een ander argument dat geregeld wordt aangevoerd is dat het werkgeversdeel van de pensioenpremie niet in intrinsiek verband staat met het al dan niet verrichten van werkzaamheden door werknemer, maar meer in verband staat met het bestaan van de arbeidsovereenkomst als zodanig (zie Hof Arnhem-Leeuwarden 7 augustus 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:7137).
Ook in de literatuur lijkt inmiddels tot uitgangspunt te worden genomen dat het werkgeversdeel voor de pensioenpremie niet meetelt (zie bijv. S.S.M. Peters, Arbeidsovereenkomst, art. 7:639 BW, aant. 1.2.3. en de ‘NB’ bij de uitspraak van het Hof Den Haag van 6 december 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:2370):
‘Het werkgeversdeel van de pensioenpremie is bijvoorbeeld geen vergoeding die een werkgever aan een werknemer verschuldigd is en valt dus niet onder vakantieloon.’
Afsluitend
Vanaf 2018 is de heersende leer dat het werkgeversdeel van de pensioenpremie niet meetelt bij de berekening van de waarde van een vakantiedagen. Deze leer is eerder dit jaar door de rechtbank Midden-Nederland bevestigd en wordt inmiddels ook in de literatuur tot uitgangspunt genomen.
Heeft u vragen over pensioen in relatie tot HR-vraagstukken, neem dan contact met ons op.