Sinds begin 2011 is het mogelijk om, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010, uitstel van erfbelasting aan te vragen in twee specifieke gevallen.
De eerste situatie is die waarin erfgenamen (vaak de kinderen) een huis erven dat op basis van een vruchtgebruikregeling wordt bewoond (vaak door de langstlevende ouder) waardoor de erfgenamen nog niet over de verkoopopbrengst kunnen beschikken, maar al wel erfbelasting moeten betalen over een deel van de waarde van het huis.
De tweede situatie speelt als krachtens erfrecht een onderbedelings vordering wordt verkregen. Dit is met name het geval bij de wettelijke verdeling of een vergelijkbare regeling waarbij de kinderen slechts een niet-opeisbare vordering op de langstlevende echtgenoot verkrijgen. Hoewel de kinderen nog niets in handen krijgen, zijn zij al wel erfbelasting verschuldigd.
Alleen de erfgenamen respectievelijk de kinderen kunnen om dit uitstel verzoeken, dus niet de langstlevende echtgenoot. Als om dit uitstel wordt verzocht dient er rekening mee te worden gehouden dat over het vrijgestelde bedrag heffingsrente wordt gerekend (thans 2,5%). Bovendien bestaat de mogelijkheid, met name bij een wettelijke verdeling, dat de langstlevende alles opmaakt. De kinderen blijven dan met een belastingschuld zitten. Beter kunnen zij de langstlevende echtgenoot verzoeken om de erfbelasting voor te schieten.
Uitstel van betaling erfbelasting
Sinds begin 2011 is het mogelijk om, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010, uitstel van erfbelasting aan te vragen in twee specifieke gevallen.De eerste situatie is die waarin erfgenamen (vaak de kinderen) een huis erven dat op basis van een vruchtgebruikregeling wordt bewoond (vaak door de langstlevende ouder) waardoor de erfgenamen nog niet over de verkoopopbrengst kunnen beschikken, maar al wel erfbelasting moeten betalen over een deel van de waarde van het huis.De tweede situatie sp...
Leestijd
Auteur artikel
Ineke Meuwese
Gepubliceerd
22 juni 2011
Laatst gewijzigd
16 april 2018