1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Verjaring en ruilverkaveling

Verjaring en ruilverkaveling

Op 18 juli 2018 is in een verjaringszaak een uitspraak gedaan, waarbij ruilverkaveling roet in het eten heeft gegooid. Gedaagden dachten eigenaar te zijn geworden van stroken bermgrond middels bevrijdende verjaring. Echter, door een ruilverkaveling die heeft plaatsgevonden in 2010 is het litigieuze perceel toebedeeld aan de gemeente Stichtse Vecht. De rechtbank oordeelt dat hierdoor een nieuw recht van eigendom is toebedeeld aan de gemeente, zodat dit nieuwe recht geen boodschap heeft aan andere rechten. Een verjaringstermijn heeft dan ook geen invloed daarop.
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 07 augustus 2018
Laatst gewijzigd 25 april 2024

Casus

Gedaagden zijn eigenaar van een aantal percelen die grenzen aan stroken bermgrond (hierna: "het Perceel"). Het Perceel hebben gedaagden al gedurende een aantal jaren in gebruik. Gedaagden stellen dat zij gedurende 20 jaar bezitter zijn geweest van het Perceel, zodat de verjaringstermijn zou zijn verstreken. Hierdoor zouden gedaagden eigenaar zijn geworden van het Perceel.

Relevant in deze casus is dat in de periode 2006-2011 een ruilverkaveling heeft plaatsgevonden met betrekking tot enkele percelen in de (huidige) gemeente Stichtse Vecht. Hieronder ook het Perceel. Het Perceel is toebedeeld aan gemeente, die vordert dat gedaagden het Perceel ontruimen en aan de gemeente ter beschikking stellen. Immers, door de ruilverkaveling meent de gemeente de eigendom van het Perceel te hebben verkregen. Volgens gedaagden is de gemeente geen eigenaar worden van het Perceel, omdat zij niet in de gelegenheid zijn gesteld zich tegen de ruilverkaveling te verzetten. Maar ook omdat hun eigen percelen niet bij de ruilverkaveling zijn betrokken. Partijen komen er onderling niet uit en vragen de rechtbank Midden-Nederland om uitsluitsel.

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt in het vonnis van 18 juli 2018 dat door ruilverkaveling doorgaans een nieuw recht ontstaat. Het bestaan en de inhoud van dit recht is onafhankelijk van het bestaan en de inhoud van andere (oudere) rechten op dat perceel. Aan het gepretendeerde recht van eigendom dat gedaagden door bevrijdende verjaring zouden hebben verkregen, heeft het door de ruilverkaveling ontstane recht van eigendom dus geen boodschap. Dit geldt volgens de rechtbank ook als in de feitelijke situatie van een perceel niets verandert.

De gemeente heeft door de akte van toedeling een nieuw recht van eigendom gekregen. Omdat dit nieuwe recht – zoals eerder vermeld – geen boodschap heeft aan andere rechten heeft ook de verjaringstermijn waar gedaagden zich op beroepen geen invloed. Wel gaat er opnieuw een verjaringstermijn lopen vanaf het moment van de ruilverkaveling. Aangezien de ruilverkaveling dateert van 2010 kan de verjaringstermijn van 20 jaar, die hier geldt, nog niet zijn afgelopen. De gemeente is daarom naar oordeel van de rechtbank eigenaar van het Perceel.

Conclusie

Wanneer men een perceel toebedeeld krijgt na een ruilverkaveling spreken wij van een orginaire wijze van eigendomsverkrijging, u krijgt een nieuw recht. De inhoud en het bestaan van dit recht is niet-afhankelijk van de inhoud en het bestaan van eerdere rechten. De ruilverkaveling heeft (titel)zuiverende werking, ook voor voltooide en lopende verjaringstermijnen. Mocht een gebruiker een beroep doen op bevrijdende verjaring, dan is dit slechts 20 jaar ná de ruilverkaveling mogelijk.