1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Volmacht en onbevoegde vertegenwoordiging

Volmacht en onbevoegde vertegenwoordiging

A is enig aandeelhouder en enig bestuurder van Tandartsenpraktijk A B.V. De dagelijkse leiding van  Tandartsenpraktijk A B.V. is in handen van zijn broer B.  A heeft in dit verband aan B een algehele volmacht verstrekt.A heeft onderhandeld met B over overname van de tandartsenpraktijk. Hierover is geen overeenstemming bereikt. B is vervolgens zelf op zoek gegaan naar een mogelijkheid tot voortzetting van de praktijk via verkoop van de activa. B heeft daartoe zijn zoon en een verwant benaderd....
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 26 mei 2015
Laatst gewijzigd 16 april 2018
A is enig aandeelhouder en enig bestuurder van Tandartsenpraktijk A B.V. De dagelijkse leiding van  Tandartsenpraktijk A B.V. is in handen van zijn broer B.  A heeft in dit verband aan B een algehele volmacht verstrekt.

A heeft onderhandeld met B over overname van de tandartsenpraktijk. Hierover is geen overeenstemming bereikt. B is vervolgens zelf op zoek gegaan naar een mogelijkheid tot voortzetting van de praktijk via verkoop van de activa. B heeft daartoe zijn zoon en een verwant benaderd. B heeft vervolgens een overeenkomst gesloten met zijn zoon en de verwant waarin onder meer staat dat beiden een nieuwe B.V. zullen oprichten.

B heeft daarna, namens Tandartsenpraktijk A B.V., onderdelen van de tandartsenpraktijk verkocht aan de B.V. in oprichting (B.V. i.o./de koper). In de koopovereenkomst is vermeld dat Tandartsenpraktijk A B.V. rechtsgeldig is vertegenwoordigd door B, als zelfstandig bevoegd directeur. Vervolgens is de B.V. i.o. opgericht.

A heeft de algehele volmacht van B ingetrokken en heeft B vervolgens ontslagen.

In eerste aanlag is geprocedeerd en heeft Tandartsenpraktijk A B.V. onder meer gevorderd voor recht te verklaren dat de koopovereenkomst nietig is.

Koper heeft vervolgens gevorderd dat Tandartsenpraktijk A B.V. de koopovereenkomst binnen vijf dagen na betekening van het vonnis zal nakomen.

De rechtbank heeft overwogen dat een vaststelling van de waarde van de tandartsenpraktijk, ten tijde van de overdracht, door een deskundige nodig is. De vordering van koper zal volgens de rechtbank afgewezen worden.

Koper is het niet eens met het oordeel van de rechtbank dat zijn vordering wordt afgewezen en vordert opnieuw dat Tandartsenpraktijk A B.V. de koopovereenkomst dient na te komen.Voor het Hof Arnhem-Leeuwarden (9 december 2014) was onder meer in geschil of de Tandartsenpraktijk A B.V. verplicht is de koopovereenkomst na te komen.

Het Hof heeft de vordering van koper afgewezen.

1. Volgens het Hof is Tandartsenpraktijk A B.V. niet rechtsgeldig vertegenwoordigd, omdat B geen bestuurder was, maar slechts leidinggevende.

2. Verder overweegt het Hof dat de verleende volmacht aan B niet toereikend is voor de verkoop omdat uit de formulering niet zonder meer de bevoegdheid van B blijkt om A als bestuurder van de B.V. te vertegenwoordigen bij de verkoop van de in de koopovereenkomst vermelde praktijkonderdelen en de overname van de patiënten, waardoor de praktijk wordt beëindigd.

3. Volgens het Hof is er ook geen sprake van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid waarop door koper gerechtvaardigd vertrouwd mocht worden dat de broer bevoegd was.

Volgens artikel 3:61 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW) geldt dat als een rechtshandeling in naam van een ander is verricht tegen de wederpartij - indien zij op grond van een verklaring of gedraging van die ander heeft aangenomen en onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht aannemen dat een toereikende volmacht was verleend - op de onjuistheid van deze veronderstelling geen beroep kan worden gedaan.

Daartoe is een verklaring of gedraging van A vereist. Het feit dat B leidinggevende was, is daartoe onvoldoende. Bovendien is onvoldoende gebleken dat de koper er niet van op de hoogte was dat B niet bestuurder van Tandartsenpraktijk A B.V. was.

Koper heeft ook onvoldoende gesteld dat hij gerechtvaardigd heeft vertrouwd op volmachtverlening op grond van feiten en omstandigheden die voor risico van A komen en waaruit zodanige schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid (Hoge Raad 19 februari 2010).

Uit de formulering van de volmacht van B (inclusief de daden van beschikking) valt niet af te leiden dat deze ook strekt tot verkoop van de in de overeenkomst vermelde praktijkonderdelen en de overname van de patiënten waardoor de praktijk beëindigd wordt.

De vordering van koper wordt daarom door het Hof afgewezen.

Een vennootschap kan aan een derde een volmacht verlenen om de vennootschap te vertegenwoordigen. Hiervoor is geen statutaire grondslag vereist, alhoewel veel statuten wel de mogelijkheid daartoe vermelden.

Hoofdregel is dat de gevolmachtigde de volmachtgever slechts kan binden binnen de grenzen van de aan hem verleende volmacht. Een uitzondering is het geval van schijn van vertegenwoordigings-bevoegdheid, zoals hierboven in de overweging van het Hof genoemd. Een volmachtgever is aan een rechtshandeling gebonden indien hem kan worden toegerekend dat bij de wederpartij de schijn van bevoegdheid is ontstaan en de wederpartij hierop heeft vertrouwd en redelijkerwijs mocht vertrouwen. De schijn moet zijn gewekt door een verklaring of gedraging  van de volmachtgever. In de onderhavige zaak is daar geen sprake van.

Ook al is er een algehele volmacht verstrekt, dan is een gevolmachtigde nog niet zomaar bevoegd om de vennootschap in alles te vertegenwoordigen. De wederpartij (in deze uitspraak de koper) moet de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid hard kunnen maken. Zoals blijkt uit de uitspraak van het Hof is dit zeker niet makkelijk om aan te tonen.