1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Voorzienbare planschade ook na 43 jaar nog voor eigen rekening

Planschade ook na 43 jaar voorzienbaar en voor eigen rekening

De eigenaar van een woning werd 43 jaar na zijn aankoop geconfronteerd met een inpassingsplan van de provincie Limburg dat ervoor zorgt dat er op slechts 40 meter afstand van zijn woning een snelweg en een geluidswal mogen worden aangelegd. De rechtbank vond dat bij zo'n tijdsverloop geen sprake meer kan zijn van voorzienbaarheid. De Afdeling oordeelt dat de planschade voorzienbaar was en dat de eigenaar geen aanspraak heeft op een tegemoetkoming.
Leestijd 
Auteur artikel Hanna Zeilmaker
Gepubliceerd 28 april 2020
Laatst gewijzigd 28 april 2020

Streekplan uit 1962, inpassingsplan uit 2012

Op 8 januari 1962 is door de provincie Limburg het Streekplan De Oostelijke Mijnstreek vastgesteld, dat onder andere aanpassing van het tracé van de A76 inhield. Het geprojecteerde tracé voorzag in meerdere nieuwe verbindingen, waaronder een snelweg tussen Nuth en Schinveld. Uit de kaarten bij het streekplan volgt dat het tracé voor de nieuwe weg in de nabijheid van de woning van verzoeker was geprojecteerd.

In 2014 is het inpassingsplan Buitenring Parkstad Limburg 2012 in werking getreden. Het inpassingsplan maakt op een afstand van ongeveer 40 meter van de woning van verzoeker de snelweg (buitenring) mogelijk en een geluidwerende voorziening van maximaal 5 meter hoog.

In geschil tussen partijen is of deze ontwikkeling voor de woningeigenaar ten tijde van de aankoop van zijn woning voorzienbaar was, in welk geval de schade voor zijn rekening dient te blijven.

Uitspraak rechtbank: strijd met het rechtszekerheidsbeginsel

De Provincie had het verzoek om planschade afgewezen vanwege voorzienbaarheid van de planschade. De rechtbank oordeelde dat vanwege het tijdsverloop van 43 jaar geen sprake meer was van voorzienbaarheid. 

Uitspraak Afdeling: verandering was voorzienbaar

De Afdeling komt in haar uitspraak tot een ander oordeel dan de rechtbank. De Afdeling stelt voorop dat de voorzienbaarheid van een planologische wijziging moet worden beoordeeld naar het moment van de investeringsbeslissing, in dit geval de aankoop van de woning. De planschade is voorzienbaar als op dat moment voor een redelijk denkend en handelend koper aanleiding bestond om rekening te houden met de kans dat de planologische situatie ter plaatse in ongunstige zin zou veranderen. Daarbij dient rekening te worden gehouden met concrete beleidsvoornemens die openbaar zijn gemaakt. Voor voorzienbaarheid is niet vereist dat een dergelijk beleidsvoornemen een formele status heeft. De redelijk denkend en handelend koper moet wel uit het beleidsvoornemen begrijpen op welk gebied het voornemen betrekking heeft op en wat de zakelijke inhoud daarvan is, en hij moet van de inhoud kennis kunnen nemen.

De Afdeling is van oordeel dat de omstandigheid dat 43 jaar is verstreken tussen de aankoop van de woning en de inwerkingtreding van het inpassingsplan niet met zich brengt dat aan de eigenaar geen voorzienbaarheid kan worden tegengeworpen. Op het moment van aankoop in 1970 was immers voorzienbaar dat de planologische situatie ten nadele van hem zou (kunnen) veranderen op grond van het Streekplan De Oostelijke Mijnstreek uit 1962. 

Heeft u vragen over planschade? Neem dan contact op met Hanna Zeilmaker of Joske Hagelaars, de planschadespecialisten van Dirkzwager.