1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Wanneer is een bedrijf concurrent en dus belanghebbende?

Wanneer is een bedrijf concurrent en dus belanghebbende?

Op 18 juni jl. heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld over de vraag wanneer een bedrijf nu daadwerkelijk als concurrent moet worden gezien zodat dat bedrijf ook als belanghebbend in een bestuursrechtelijke procedure moet worden aangemerkt. Het betrof een geschil over een omgevingsvergunning voor het bouwen van een supermarkt in de gemeente Echt-Susteren. Het betrof de verhuizing van een Aldi naar een terrein buiten het centrum, waardoor mogelijk leegstand in he...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 26 juni 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Op 18 juni jl. heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld over de vraag wanneer een bedrijf nu daadwerkelijk als concurrent moet worden gezien zodat dat bedrijf ook als belanghebbend in een bestuursrechtelijke procedure moet worden aangemerkt. Het betrof een geschil over een omgevingsvergunning voor het bouwen van een supermarkt in de gemeente Echt-Susteren. Het betrof de verhuizing van een Aldi naar een terrein buiten het centrum, waardoor mogelijk leegstand in het kerngebied in de hand zou worden gewerkt. Onder andere de lokale C&A vestiging had hier zijn bedenkingen tegen en probeerde dus bij de rechter de verleende vergunning te laten vernietigen.

Het toetsingskader
Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt onder een belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 2 maart 2011) is onder meer degene wiens concurrentiebelang rechtstreeks is betrokken bij een besluit, belanghebbende. Dit geldt ongeacht de vraag welke rol het concurrentiebelang bij het nemen van dit besluit inhoudelijk mag spelen. Teneinde als concurrent te kunnen worden aangemerkt, dienen C&A en anderen activiteiten te ontplooien binnen hetzelfde marktsegment en in hetzelfde verzorgingsgebied als de voorziene supermarkt.

De omstandigheden en de beoordelingen
De Afdeling gaat deze criteria vervolgens toepassen en overweegt daarbij dat C&A en andere winkels dienstverleners en ondernemers zijn die verschillende soorten bedrijven in het kernwinkelgebied exploiteren in het kernwinkelgebied. De bedrijven worden onderscheiden in diverse groepen. C&A, Blokker, Intertoys, Xenos, Jan Vos Optiek, bakkerij Jos Wijnands en bakkerij Clout worden aangemerkt als bedrijven in de detailhandel. Fysiotherapie Kim Jessen, Haartuin Chris en Hairstyling Wim richten zich op de dienstverlening en Eethuis de Plats, Café Bravoure en Grillroom Sphinx kunnen worden aangemerkt als kleinschalige horecabedrijven.

De Afdeling stelt hierbij ten aanzien van  deze bedrijven vast dat deze zich in de verschillende sectoren als detailhandel en dienstverlening en de kleinschalige horecabedrijven bevinden en dus niet in hetzelfde marktsegment als de in het project voorziene supermarkt, zodat geen sprake is van een concurrentiebelang dat rechtstreeks is betrokken bij de onderhavige omgevingsvergunning. C&A wordt derhalve op deze grond niet ontvankelijk verklaard.

Voorts wordt ook nog uitgesproken dat het rechtsgevolg van de omgevingsvergunning van 15 mei 2013 de nieuwbouw en vestiging van Aldi aan de Palmbrugweg is en niet het vertrek van Aldi uit het centrum van Echt. De door C&A en anderen gevreesde leegstand als gevolg van het vertrek van de Aldi uit het centrum is dus geen direct noodzakelijk gevolg van de omgevingsvergunning.

Als laatste punt wordt nog opgemerkt dat de afstand tussen onder meer het winkelpand van C&A en de achter te laten supermarktlocatie ca. 400-500 m is, en dus te groot om enkel daaraan een rechtstreeks bij de omgevingsvergunning betrokken belang te ontlenen. Ook het afstandscriterium staat dus in de weg aan de belanghebbende.

Conclusie
Als mogelijk concurrent kan het een zware dobber zijn aan te tonen dat er daadwerkelijk sprake is van rechtstreekse concurrentie en concurrentie die voldoet aan de criteria om ook belanghebbend te zijn in de zin van de Awb. In deze uitspraak deed zich nog de bijzonderheid voor dat een C&A zich als concurrent presenteerde om ontvankelijk te zijn, maar in feite wilde voorkomen dat de Aldi uit het centrumgebied vertrok; op grond van gevreesde leegstand. Deze bijzonderheid werd echter niet tegengeworpen omdat de inhoud van het concurrentiebelang niet wordt getoetst. De gevreesde leegstand wordt door de Afdeling echter expliciet verworpen als een rechtstreeks gevolg van de omgevingsvergunning om elders te bouwen. Een redenering die begrijpelijk is, omdat de beëindiging van de centrumvestiging niet een direct gevolg is. Realistisch gezien valt hier toch wel wat op aan te merken, nu de nieuwbouw en het vertrek naar alle waarschijnlijkheid onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.