1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Wederom geen machtiging voor oprichten BV ter vermindering AWBZ-bijdrage

Wederom geen machtiging voor oprichten BV ter vermindering AWBZ-bijdrage

In navolging op de uitspraak van het Hof Den Bosch (21 augustus 2014, F 200.144.625/01), zoals toegelicht in mijn artikel van 2 september 2014, heeft ook het Hof Arnhem-Leeuwarden (2 oktober 2014, nummer 200.145.027) geoordeeld dat terecht geen machtiging aan de bewindvoerder is verleend voor de oprichting van een BV met als doel de AMBZ-bijdrage te verlagen. Hof Den Bosch oordeelde eerder al dat door de oprichting van een BV het vermogen aan het met wettelijke waarborgen omklede stelsel van...
Leestijd 
Auteur artikel Marèl Baak
Gepubliceerd 20 oktober 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In navolging op de uitspraak van het Hof Den Bosch (21 augustus 2014, F 200.144.625/01), zoals toegelicht in mijn artikel van 2 september 2014, heeft ook het Hof Arnhem-Leeuwarden (2 oktober 2014, nummer 200.145.027) geoordeeld dat terecht geen machtiging aan de bewindvoerder is verleend voor de oprichting van een BV met als doel de AMBZ-bijdrage te verlagen.

Hof Den Bosch oordeelde eerder al dat door de oprichting van een BV het vermogen aan het met wettelijke waarborgen omklede stelsel van toezicht door de kantonrechter wordt onttrokken. Ook het Hof Arnhem-Leeuwarden is, onder enig waardeoordeel te willen geven over de (morele) aanvaardbaarheid van de oprichting van een BV. met als voornaamste oogmerk betalingen van hogere AWBZ-bijdragen te voorkomen, deze mening toegedaan. Het van de privé persoon naar de BV over te hevelen vermogen wordt door de inbreng beheerd door het bestuur van de BV. Toezeggingen van het bestuur -al dan niet in de persoon van de bewindvoerder- tot het afleggen van rekening en verantwoording over het beleid van de BV hebben geen wettelijke grondslag. Daarnaast heeft de schending van die toezeggingen geen wettelijke sanctie tot gevolg. Het Hof concludeert ook in dit geval dat de kantonrechten over de BV geen enkele wettelijke taak of bevoegdheid heeft, waardoor de vereiste machtiging voor de oprichting niet kan worden verleend.