1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Wetsvoorstel tot aanvulling van de Awb met nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige daad ingediend

Wetsvoorstel tot aanvulling van de Awb met nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige daad ingediend

Op 2 februari jongstleden is het wetsvoorstel overheidsaansprakelijkheidsrecht ingediend. Het wetsvoorstel (32 621) zal de Awb verrijken met een regeling voor nadeelcompensatie en een regeling over de aansprakelijkheid van de overheid voor onrechtmatige besluiten. Het is de bedoeling dat het verkrijgen van schadevergoeding van de overheid door de aanpassingen voor burgers eenvoudiger en duidelijker wordt.  NadeelcompensatieNadeelcompensatie is een (tot op heden grotendeels) buitenwettelijk sc...
Leestijd 
Auteur artikel Hanna Zeilmaker
Gepubliceerd 10 maart 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Op 2 februari jongstleden is het wetsvoorstel overheidsaansprakelijkheidsrecht ingediend. Het wetsvoorstel (32 621) zal de Awb verrijken met een regeling voor nadeelcompensatie en een regeling over de aansprakelijkheid van de overheid voor onrechtmatige besluiten. Het is de bedoeling dat het verkrijgen van schadevergoeding van de overheid door de aanpassingen voor burgers eenvoudiger en duidelijker wordt.  Nadeelcompensatie

Nadeelcompensatie is een (tot op heden grotendeels) buitenwettelijk schadevergoedingsstelsel op basis waarvan de overheid in bepaalde gevallen schade van de burger moet vergoeden, ook al was haar handelen rechtmatig. De schadevergoedingsplicht  vindt zijn grondslag in het beginsel van de gelijkheid voor openbare lasten (ook wel ‘égalité devant les charges publiques’).

Burgers kunnen nadeelcompensatie eisen wanneer een rechtmatig besluit dat strekt tot behartiging van het algemeen belang voor hen schade ten gevolg heeft. De schade moet een abnormale en tevens speciale last zijn. Het moet buiten het maatschappelijk risico vallen en de burger dient tot een beperkte groep te behoren die hiervan nadeel ondervindt. De Memorie van Toelichting noemt het voorbeeld van de schadevergoeding die wordt toegekend aan ondernemers wanneer hun bedrijf tijdelijk niet of slecht bereikbaar is als gevolg van een reconstructie van de weg. Die reconstructie is weliswaar rechtmatig, maar er kan toch een verplichting zijn voor de overheid om schade te vergoeden. Het gaat daarbij om compensatie, dus niet om een volledige schadevergoeding.

Op dit moment heeft de nadeelcompensatie nog geen algemene wettelijke grondslag, maar is deze voor verschillende deelterreinen terug te vinden in specifieke wetgeving en/of rechtspraak. Met het nu voorliggende wetsvoorstel streeft de wetgever er naar om overzichtelijkheid en vereenvoudiging te brengen in deze veelheid van regelingen door het leerstuk te harmoniseren en vast te leggen in een nieuwe titel, Titel 4.5, van de Algemene wet bestuursrecht.

In de voorgestelde regeling wordt het égalitébeginsel als grondslag voor een verplichting tot vergoeding van schade door rechtmatig overheidshandelen vastgelegd. Uitgangspunt blijft het besluitmodel in de Awb, waarna de besluitvorming door de bestuursrechter kan worden getoetst. De veelheid aan (deels buitenwettelijke) regelingen over nadeelcompensatie wordt door deze Titel in de Awb geüniformeerd. Het karakter van bestaande nadeelcompensatieregelingen zal door deze regeling veranderen in aanvullende beleidsregels waarin leerstukken zoals het normaal maatschappelijk risico worden geconcretiseerd. De bijzondere wettelijke schaderegelingen, zoals afdeling 6.1 van de Wro, zal in lijn worden gebracht met de nieuwe bepalingen in de Awb.

 Schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten

Naast bovengenoemde schade door rechtmatig handelen kan jegens de overheid ook schade worden geclaimd wegens onrechtmatig handelen.  Deze schade dient door de overheid in haar geheel te worden vergoed. De wetgever beoogt met het wetsvoorstel twee wijzigingen in het huidige systeem.

Ten eerste streeft de wetgever er naar om tot een duidelijkere bevoegdheidsverdeling te komen tussen de bestuursrechter en de burgerlijke rechter. In veel gevallen is het op dit moment voor een niet-specialist erg lastig om te bepalen welke rechter –de bestuursrechter dan wel de burgelijke rechter- bevoegd is om kennis te nemen van een vordering tot schadevergoeding. In het wetsvoorstel wordt een duidelijke tweedeling gemaakt. Schadeverzoeken die op het terrein liggen van de belastingrechter en de Centrale Raad van Beroep behoren voortaan tot de exclusieve bevoegdheid van de bestuursrechter. Het gaat om veelal overzichtelijke zaken waarbij geen belangen van derden aan de orde zijn. De burgerlijke rechter zal bevoegd zijn kennis te nemen van de overige zaken. Het gaat daarbij om complexere zaken met veelal meerdere belangen en belanghebbenden zoals bijvoorbeeld in het ruimtelijke bestuursrecht het geval is. Een uitzondering wordt bij deze laatste categorie gemaakt voor de zaken waarin een schadevergoeding onder de €25 000 wordt gevorderd. De wetgever vindt het onnodig de eiser voor dergelijke kleine bedragen apart naar de burgerlijke rechter te laten gaan en biedt dan ook de mogelijkheid deze schade bij de bestuursrechter te vorderen.

Schematisch worden de voorgestelde veranderingen in de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel als volgt weergegeven:

Huidige situatie

  • Burgerlijke rechter o.g.v. art. 6:162 BW

  • Bestuursrechter o.g.v. art. 8:73 Awb

  • Bestuursrechter o.g.v. zuiver schadebesluit

  • Bestuursrechter o.g.v. onzuiver schadebesluit


Nieuwe situatie

  • Bestuursrechter in geval van schade waarover CRvB of belastingkamer HR in enige of hoogste instantie oordeelt.

  • Burgerlijk rechter voor de overige zaken, zij het dat het mogelijk is om ten hoogste €25 000 te vorderen bij de bestuursrechter.


Ten tweede streeft de wetgever naar een betere toegang tot de bestuursrechter voor schadeprocedures door de verzoekschriftprocedure in te voeren. Wanneer de overheid in de ogen van haar burger niet of in onvoldoende mate aan diens verzoek tot schadevergoeding tegemoet komt, kan deze zich voortaan door middel van een verzoekschrift direct tot de rechter richten. Op dit moment dient men nog eerst in bezwaar te gaan en kan de overheid een beslissing nemen op bezwaar alvorens de gang naar de rechter openstaat. Tevens kan de rechter door het wetsvoorstel zelf een beslissing nemen over de schadevergoeding, in plaats van de huidige gang van zaken waar deze bevoegdheid nog bij de overheid ligt. Deze wijziging verlicht voor de overheid de bestuurlijke lasten, maar vermindert ook de mogelijkheden van diezelfde overheid om zonder tussenkomst van de rechter tot een vergelijk te komen met haar burgers.

Kortom, de nodige veranderingen, die als het goed is zowel voor de overheid als voor de burger zullen leiden tot duidelijkere en efficiëntere procedures.

Wij zijn voorbereid op deze veranderingen, en zullen u op de hoogte houden. Wordt vervolgd!