Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat de opbrengsten die een voormalig slager door vastgoedtransacties behaalde geen resultaat uit overige werkzaamheden waren en dus niet belast behoren te worden in box 1. Er was naar het oordeel van het hof onvoldoende gebleken van bijzondere kennis die de handelaar inzette en ook was niet aannemelijk geworden dat de transacties niet-speculatieve transacties met voorzienbaar resultaat waren.
De feiten
De handelaar, een voormalig slager, kocht in 2003 en 2004 in groepsverband 15 panden op vastgoedveilingen, om deze nadien weer te verkopen. Hij behaalde daarmee een winst van respectievelijk € 50.000,00 en € 70.000,00. Volgens de inspecteur van de Belastingdienst moest deze winst beschouwd worden als resultaat uit overige werkzaamheden en dus belast worden in box 1 voor de inkomstenbelasting. Hij legde de handelaar navorderingsaanslagen op. Tegen deze aanslagen kwam de handelaar in bezwaar en beroep. De rechtbank heeft het beroep van de handelaar gegrond verklaard en daarop de navorderingsaanslagen vernietigd. Tegen deze uitspraak heeft de inspecteur hoger beroep ingesteld.
Resultaat uit overige werkzaamheden
In hoger beroep buigt het hof zich over de vraag of de opbrengsten van de vastgoedtransacties waarin de handelaar participeerde voor hem resultaat uit overige werkzaamheden vormen. Resultaat uit overige werkzaamheden is volgens de wet het resultaat uit een of meer werkzaamheden die geen belastbare winst of belastbaar loon genereren. Onder werkzaamheden wordt mede verstaan het rendabel maken van vermogen op een wijze die normaal, actief vermogensbeheer te buiten gaat, zoals bij het uitponden van onroerende zaken of het aanwenden van voorkennis of daarmee vergelijkbare bijzondere vormen van kennis.
Bijzondere kennis
De inspecteur stelt dat de handelaar kennis heeft van vastgoed en deze kennis aanwendt. Het hof oordeelt echter dat er meer nodig is dan algemene kennis van de vastgoedwereld en veilingen. Uit een arrest van de Hoge Raad van 24 december 2010 volgt namelijk dat het uitponden van onroerende zaken niet zonder meer leidt tot belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden, maar dat alleen bijzondere kennis kan leiden tot het aannemen van resultaat uit overige werkzaamheden. Dit criterium past het hof ook in deze zaak toe en naar het oordeel van het hof is de belastinginspecteur er onvoldoende in geslaagd aannemelijk te maken dat de handelaar over bijzonder kennis beschikt en deze heeft aangewend.
Oogmerk voordeel te behalen
Uit een arrest van de Hoge Raad van 17 februari 1999 volgt dat de koop en verkoop van vermogensbestanddelen in de wetenschap hiermee winst te behalen alleen leidt tot belastbaar inkomen indien “die koop is geschied met het oogmerk door wederverkoop voordeel te behalen en die wederverkoop daadwerkelijk heeft plaatsgevonden”. Het hof oordeelt dat uit de stukken niet blijkt wie de aan- en verkoop heeft verricht, noch wat diens intentie en wetenschap was. Er is naar het oordeel van het hof niet voldoende gebleken dat de genoemde transacties niet-speculatieve transacties met voorzienbaar resultaat waren.
Het hof bevestigt op basis van het voorgaande de uitspraak van de rechtbank.
Voor meer informatie over vastgoedveilingen kunt u contact opnemen met Ruben Berentsen, Anita van Wijk en Marleen Vermeulen
Zijn opbrengsten van vastgoedtransacties resultaat uit overige werkzaamheden?
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat de opbrengsten die een voormalig slager door vastgoedtransacties behaalde geen resultaat uit overige werkzaamheden waren en dus niet belast behoren te worden in box 1. Er was naar het oordeel van het hof onvoldoende gebleken van bijzondere kennis die de handelaar inzette en ook was niet aannemelijk geworden dat de transacties niet-speculatieve transacties met voorzienbaar resultaat waren. De feitenDe handelaar, een voormalig slager, kocht in 200...
Leestijd
Auteur artikel
Ruben Berentsen
Gepubliceerd
08 april 2014
Laatst gewijzigd
16 april 2018