1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Zorgaanbieder kan niet altijd in bezwaar nadat NMa klacht heeft afgewezen

Zorgaanbieder kan niet altijd in bezwaar nadat NMa klacht heeft afgewezen

De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft besloten dat een huisarts die niet is aangewezen als preferred supplier van een zorgverzekeraar en daaromtrent bij de NMa heeft geklaagd, geen bezwaar kan instellen tegen de afwijzing van die klacht.. De NMa oordeelt dat een huisarts onvoldoende individueel belang heeft om als belanghebbende te worden aangemerkt.De casusDe heer Slockers is huisarts in de regio Rotterdam en verricht in die hoedanigheid onder meer reisvaccinaties. In de regio zi...
Leestijd 
Auteur artikel Sjaak van der Heul
Gepubliceerd 06 juni 2012
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft besloten dat een huisarts die niet is aangewezen als preferred supplier van een zorgverzekeraar en daaromtrent bij de NMa heeft geklaagd, geen bezwaar kan instellen tegen de afwijzing van die klacht.. De NMa oordeelt dat een huisarts onvoldoende individueel belang heeft om als belanghebbende te worden aangemerkt.

De casus
De heer Slockers is huisarts in de regio Rotterdam en verricht in die hoedanigheid onder meer reisvaccinaties. In de regio zijn door Achmea twee preferred suppliers gecontracteerd om reizigersvaccinaties te verrichten voor verzekerden bij Achmea. Wanneer cliënten van Achmea zich laten vaccineren bij de preferred supplier vergoedt Achmea de behandeling in zijn geheel; indien zij zich laten vaccineren door een andere behandelaar, betaalt Achmea slechts 75% van de vaccinatie.

Achmea heeft de heer Slockers niet als preferred supplier aangewezen en de heer Slockers vreest als gevolg daarvan inkomstenverlies. Hij dient daarom een klacht in bij de NMa waarin hij stelt dat Achmea in strijd handelt met het verbod op misbruik van een economische machtspositie. De NMa wijst de klacht door middel van een besluit af omdat:

  • zorgverzekeraars zoals Achmea op de verkoopmarkt niet over een machtspositie beschikken;

  • het niet aannemelijk is dat sprake is van uitbuiting (van zorgaanbieders) en/of uitsluiting (van andere zorgverzekeraars); en

  • de heer Slockers onvoldoende belang toekomt, omdat hem niet de mogelijkheid wordt ontnomen om reizigersvaccinaties aan te bieden.


De heer Slockers kan zich niet vinden in het besluit van de NMa en gaat in bezwaar.

Beoordeling NMa
Uit de algemene wet bestuursrecht (Awb) volgt dat uitsluitend belanghebbenden tegen een besluit bezwaar (en/of beroep) kunnen instellen. Als belanghebbende wordt op grond van de Awb aangemerkt eenieder met een rechtstreeks, objectief bepaalbaar, actueel en persoonlijk belang. De NMa oordeelt dat de heer Slockers geen belanghebbende is en dus niet de mogelijkheid heeft om in bezwaar te gaan tegen de afwijzing van de klacht.

Zijn belang is volgens de NMa niet dermate individueel dat het hem onderscheidt van andere huisartsen (die evenmin als preferred supplier van Achmea zijn aangewezen). Tevens zijn er andere aanbieders dan huisartsen die een vergelijkbaar belang hebben als de heer Slockers omdat zij eveneens reisvaccinaties aanbieden (zoals de GGD). Daarenboven concludeert de NMa dat het belang van de heer Slockers onvoldoende actueel is. Volgens de NMa heeft de heer Slockers slechts gewezen op ruim omschreven toekomstige ontwikkelingen (namelijk mogelijke afname in de kwaliteit van de zorg).

Voor het geval de Rechtbank in een eventuele beroepsprocedure oordeelt dat de heer Slockers wel belanghebbende is, gaat de NMa toch over tot inhoudelijke beoordeling van de klacht. Echter, ook deze materiële beoordeling zet voor de heer Slockers geem zoden aan de dijk. De NMa concludeert namelijk dat er geen sprake is van een overtreding van het kartelverbod en/of het verbod op misbruik van een economische machtspositie. Daarbij wijst de NMa (ondermeer) nogmaals op haar stokpaardje dat zorgverzekeraars in beginsel de vrijheid hebben om selectief in te kopen bij zorgaanbieders.

Conclusie
In een eerdere uitspraak heeft het CBb geoordeeld dat de NMa weliswaar prioriteiten mag stellen bij het inzetten van haar onderzoeksbevoegdheden, maar dat zij tegelijkertijd verplicht is om ten aanzien van iedere klacht een inhoudelijke beoordeling en enig onderzoek te verrichten. Uiteraard leidt deze onderzoeksverplichting tot een aanzienlijke belasting van de capaciteit van de NMa. Het besluit van de NMa om Slockers niet als belanghebbende aan te merken lijkt daarom vooral bedoeld om de kring van personen te beperken die tegen de afwijzing van klachten in bezwaar kan komen. Mogelijk kan de NMa aldus de administratieve belasting beperken door bezwaar ten aanzien van klachten niet te behandelen vanwege het ontbreken van belang in de zin van de Awb. Indien Slockers tegen het besluit van de NMa in beroep gaat, zal het (voorlopig) laatste woord echter aan de rechter zijn. Hoewel het feit dat een persoon geklaagd hem niet automatisch belanghebbende maakt in een bezwaarprocedure, kan niet worden uitgesloten dat de rechter tot een ander oordeel komt dan de NMa. In een eerdere uitspraak heeft het CBb namelijk geoordeeld dat een klager wel belanghebbende is indien hij bezwaar maakt tegen de afwijzing van een klacht die betrekking heeft op verstoring op de markt waarop de klager activiteiten ontplooit.