1. Home
  2. Expertises & sectoren
  3. Civiele cassatie

Expertise Civiele cassatie

Ons cassatieteam behandelt cassatiezaken binnen het gehele civiele spectrum. Ook verlenen we bijstand bij het stellen van prejudiciële vragen aan de Hoge Raad. Daarnaast adviseren we in hogerberoepszaken waarin complexe appelprocesrechtelijke vraagstukken spelen, of waarin mogelijk of waarschijnlijk cassatieberoep in zal worden gesteld. U kunt bij ons terecht voor elke vorm van begeleiding: van appeladvies, via quickscan, tot aan het voeren van een cassatieprocedure van a tot z.

Ons cassatieteam (onder leiding van advocaat bij de Hoge Raad mr. dr. Tom van Malssen) behandelt zaken binnen het gehele civiele spectrum: van geschillen over contracten (bijv. ECLI:NL:HR:2019:1242) en onrechtmatige daadskwesties (bijv. ECLI:NL:HR:2019:225), via onteigeningsdiscussies (bijv. ECLI:NL:HR:2019:757) en geschillen over arbeidsrecht, zorgverzekeringen (bijv. ECLI:NL:HR:2019:853), goederenrecht, IT-recht, insolventies of aanbestedingen (bijv. ECLI:NL:HR:2020:802), tot aan procesrechtelijke perikelen (bijv. ECLI:NL:HR:2020:429; ECLI:NL:HR:2020:587).

Wat is cassatie?

Het begrip cassatie stamt van het Franse werkwoord ‘casser’, dat ‘breken’ betekent: het ‘breken’ van een uitspraak van de lagere rechter. Hierin ligt al enigszins het ‘eigen’ karakter van cassatie besloten. Cassatie is namelijk niet te vergelijken met hoger beroep. Het is geen reguliere herkansing, en er vindt geen integrale herbeoordeling plaats van de zaak. Alle feiten staan vast, en dat geldt ook voor de meeste beslissingen van de (feiten)rechter. In cassatie wordt uitsluitend beoordeeld of het recht juist is toegepast en of essentiële vormen – met name motiveringseisen – in acht zijn genomen. Meestal zal dat het geval zijn. Soms echter wordt een rechtsregel miskend, of is een beslissing onvoldoende gemotiveerd. In dat geval zal de Hoge Raad de betreffende uitspraak ‘breken’ (lees: vernietigen) en (meestal) verwijzen naar een andere rechter voor de verdere afwikkeling van de zaak.

Cassatie, wanneer is dat mogelijk?

In de regel als sprake is van einduitspraken in hoger beroep bij een gerechtshof. Soms echter verdeelt een gerechtshof zijn eindoordeel over verschillende deeluitspraken. In dat geval staat cassatie open tegen de afzonderlijke deeluitspraken. Verder is het mogelijk om een gerechtshof te vragen om tussentijds cassatieberoep open te stellen tegen tussenuitspraken die zogenaamde ‘bindende eindbeslissingen’ bevatten. Dit zijn meestal belangrijke bouwstenen voor de uiteindelijke einduitspraak.

Hoe ziet de procedure in cassatie eruit? 

Voordat beroep in cassatie kan worden ingesteld moet eerst een cassatieadvies worden uitgebracht over de goede en kwade kansen van een cassatieberoep tegen een ongunstige rechterlijke uitspraak. Als het advies positief luidt, kan beroep in cassatie worden ingesteld, als uitgangspunt binnen drie maanden (en in kort geding acht weken) nadat de rechterlijke uitspraak is gewezen waar het cassatieberoep zich tegen richt.

De cassatieschriftuur (vroeger een dagvaarding, tegenwoordig procesinleiding geheten) dient de middelen te bevatten waarop het beroep in cassatie steunt. Dit zijn, kort gezegd, de afzonderlijke klachten tegen (onderdelen van) de uitspraak van de lagere rechter. Vervolgens kan de verweerder in cassatie een conclusie van antwoord indienen en bij die gelegenheid eventueel zelf ook cassatieberoep instellen, al dan niet onder de voorwaarde dat het cassatieberoep slaagt van de partij die als eerste in cassatie is gegaan. Ook over de wenselijkheid van een dergelijk beroep dient eerst een cassatieadvies te worden ingewonnen van een advocaat bij de Hoge Raad.

Het volgende inhoudelijke processtuk is de ‘schriftelijke toelichting’, een processtuk dat door de eisende en de verwerende partij tegelijkertijd wordt ingediend en waarin de cassatiemiddelen respectievelijk het verweer daartegen verder worden uitgewerkt. In een re- en dupliek kunnen partijen nog kort op elkaars toelichting reageren.

Na wisseling van deze stukken wordt het debat tussen partijen afgesloten en wordt het procesdossier ter hand gesteld aan het Parket bij de Hoge Raad voor de zogenaamde Conclusie van de Procureur-Generaal. Dit is een onafhankelijk en rechtskundig advies aan de Hoge Raad over de wijze waarop de Hoge Raad in de visie van de Procureur-Generaal over het cassatieberoep zou moeten oordelen.

Partijen mogen allebei nog kort reageren op de conclusie van de Procureur-Generaal in een ‘Borgersbrief’, naar een arrest van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens waarin het recht op een dergelijke reactie werd bevestigd. Ten slotte wijst de Hoge Raad arrest.

Als de Hoge Raad een of meerdere klachten gegrond verklaart en de uitspraak van de lagere rechter vernietigt, zal hij soms zelf de zaak afdoen, waarmee een definitief einde komt aan de procedure. Meestal echter zal de zaak worden verwezen naar een andere lagere rechter dan de rechter wiens uitspraak is vernietigd. Deze rechter dient de zaak dan verder af te wikkelen, met inachtneming van de uitspraak van de Hoge Raad.

Prejudiciële vragen

Sinds 2012 kunnen lagere rechters (kantonrechters, rechtbanken, gerechtshoven), al dan niet op verzoek van partijen, prejudiciële vragen stellen aan de civiele kamer van de Hoge Raad als het antwoord op die vragen rechtstreeks van belang is voor, kort samengevat, een groot aantal andere zaken. Als de lagere rechter dergelijke vragen stelt, dan zal de Hoge Raad partijen in de gelegenheid stellen om ‘schriftelijke opmerkingen’ te maken naar aanleiding van de gestelde vragen. Deze opmerkingen kunnen echter niet door partijen zelf bij de Hoge Raad worden ingediend maar uitsluitend door een advocaat bij de Hoge Raad. Bij het opstellen en indienen van dergelijke opmerkingen kan onze advocaat bij de Hoge Raad u behulpzaam zijn.

Ook procesbegeleiding in feitelijke instanties

Verder kunnen we u adviseren in zaken waarin complexe appelprocesrechtelijke vraagstukken spelen of in zaken die – om wat voor reden dan ook – mogelijk op enig moment aan het oordeel van de Hoge Raad zullen worden onderworpen. In appel wordt meestal al de kiem gelegd voor een eventueel cassatieberoep en wordt de manoeuvreerruimte bepaald waarbinnen in cassatie kan worden geopereerd. De kansen op een succesvol cassatieberoep kunnen aanmerkelijk worden vergroot als in de laatste feitelijke instantie (meestal een procedure bij een gerechtshof) al rekening wordt gehouden met een eventuele procedure in cassatie.

Maatwerk bij cassatie

Het is mogelijk om maatwerkafspraken te maken. Zo kan bijvoorbeeld ook tegen relatief beperkte kosten een quickscan worden uitgevoerd op een gerechtelijke uitspraak waartegen cassatieberoep open staat, zodat u direct een eerste inschatting kunt maken van uw juridische positie. Verder behoren vaste prijsafspraken tot de mogelijkheden.

N.B. Met het oog op de cassatietermijnen en het feit dat de cassatiemiddelen (anders dan in hoger beroep) al in het eerste processtuk moeten zijn opgenomen, is het van belang dat u de gewraakte uitspraak zo spoedig mogelijk onder onze aandacht brengt als u serieus overweegt om beroep in cassatie in te stellen.

Track record 

Hieronder vindt u een opsomming van procedures waarbij ons team Cassatie & (Appel)procesrecht betrokken was.

HR 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1073 (X/Erven)

Burgerlijk procesrecht. Over de gevolgen van een gebrekkige betekening van een appeldagvaarding.

HR 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:969 (Presta/VLEP)

Internationaal privaatrecht. Over het (pensioen)recht dat van toepassing is op arbeidsovereenkomsten van buitenlandse werknemers.

HR 21 april 2023, ECLI:NL:HR:2023:664 (Zilveren Kruis/European Private Healthcare Clinics)

Gezondheidsrecht. Over de vergoeding van facturen op grond van een restitutiepolis 

HR 10 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:202 (X/Stichting Vincent van Gogh)

Gezondheidsrecht en procesrecht. Over het recht op inzage in interne kwaliteitsrapporten.

HR 9 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1789 (VGZ/Stichting Handhaving Vrije Artsenkeuze)

Gezondheidsrecht. Over de vraag of zorgverzekeraars een generiek kortingspercentage mogen hanteren.

HR 14 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1434 (X/ELN)

Aansprakelijkheidsrecht en procesrecht. Over het bewijs van causaal verband.

HR 1 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:987 (Ritzenhoff/X)

Procesrecht. Over het verbinden aan een dwangsom aan een verplichting tot zekerheidstelling.

HR 4 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:121 (Chubb/NSI)

Aansprakelijkheidsrecht. Over de aansprakelijkheid van gebouweigenaren.

HR 26 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1778 (Becedo/Gemeente Montferland)

Overheidsprivaatrecht. Over de verplichtingen van een overheidslichaam bij de verkoop van onroerend goed.

HR 5 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1653 (X/Belastingdienst)

Belastingprocesrecht. Over de vergoeding van door een verzekeraar gedekte proceskosten

HR 29 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1598 (X/Liander)

Aansprakelijkheidsrecht. Over de zorgplicht bij de uitvoering van graafwerkzaamheden.

HR 1 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1421 (X/Gemeente Eindhoven)                            

Onteigenings(proces)recht. Over de betekening van de onteigeningsdagvaarding aan een hypotheekhouder.

HR 16 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1169 (De Rading/X)

Jeugdrecht en privacyrecht. Over het verwijderen van gegevens uit een hulpverleningsplan.

HR 11 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:887 (X/Stichting Jeugdbescherming Gelderland) 

Jeugdrecht en procesrecht. Over de maatstaf voor toewijzing van een contra-expertiseverzoek als bedoeld in art. 810a lid 2 Rv.

HR 23 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:644 (X/Ritzenhoff)

Procesrecht. Over de ontvankelijkheid van een cassatieberoep tegen incidenteel arrest.

HR 5 februari 2021, ECLI:NL:HR:2021:177 (Deltaborgh/Vitens)

Procesrecht en goederenrecht. Over de vernietiging van een meerpartijenovereenkomst.

HR 2 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1542 (Gemeente Bergen/X)

Onteigeningsrecht. Over de waarderingsmethode bij winbare bodembestanddelen.

HR 24 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:802 (Gemeente Nijmegen/Evergreen)                

Aanbestedingsrecht en procesrecht. Over schending van het beginsel van hoor en wederhoor.

HR 3 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:587 (Stichting UVDTAB/Trafigura)

Procesrecht. Over de toelaatbaarheid van een wijziging in partijhoedanigheid door claimstichting in de zin van art. 3:305a BW.

HR 13 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:429 (Gemeente Nijmegen/Hilzaco)

Procesrecht. Over misbruik van bevoegdheid bij de tenuitvoerlegging van een rechterlijke uitspraak.

HR 19 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1242 (X/Y)

Procesrecht. Over een comparitie tegenover één raadsheer-commissaris, terwijl een meervoudige kamer moet beslissen.

HR 28 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:1045 (X/Gemeente Purmerend)

Onteigeningsrecht. Over de noodzaak tot onteigening.

HR 7 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:853 (Conductore/Achmea c.s.)

Gezondheidszorg, verzekeringsrecht. Over het hinderpaalcriterium en de vergoeding van niet-gecontracteerde zorg.

HR 17 mei 2019, ECLI:NL:HR:2019:757 (X/Gemeente Eindhoven)

Onteigeningsrecht, procesrecht. Over de driejaarstermijn van art. 61 Ow en de binding aan eindbeslissingen.

HR 23 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2161 (X/Gemeente Peel en Maas & Y)

Onteigeningsrecht. Over het cassatieprocesrecht in onteigeningszaken.

Gerelateerde artikelen

1 filter(s) actief

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 61

Twee arresten over de eisen aan een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor (2)

De Hoge Raad heeft op 15 juli jl. twee hoven teruggefloten naar aanleiding van de afwijzing van een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor. De twee hoven (te Den Bosch resp. Amsterdam) hebben volgens de Hoge Raad om uiteenlopende redenen te hoge eisen gesteld aan toewijzing van het verzoek. De Hoge Raad brengt hiermee de (in abstracto schijnbaar duidelijke, maar kennelijk in de praktijk lastig bevonden) grenzen van de eisen aan toewijzing van verzoeken om een voorlopig getuigenverhoor nog eens scherp voor het voetlicht.

Twee arresten over de eisen aan een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor (1)

De Hoge Raad heeft op 15 juli jl. twee hoven teruggefloten naar aanleiding van de afwijzing van een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor. De twee hoven (te Den Bosch resp. Amsterdam) hebben volgens de Hoge Raad om uiteenlopende redenen te hoge eisen gesteld aan toewijzing van het verzoek. De Hoge Raad brengt hiermee de (in abstracto schijnbaar duidelijke, maar kennelijk in de praktijk lastig bevonden) grenzen van de eisen aan toewijzing van verzoeken om een voorlopig getuigenverhoor nog eens scherp voor het voetlicht. In deze blog bespreek ik de eerste zaak.

Hoge Raad: gezag van gewijsde ziet ook op ongunstige beslissingen die gunstig dictum dragen

Het gezag van gewijsde (236 Rv) kan worden ingeroepen als in een ander geding tussen dezelfde partijen eenzelfde geschilpunt wordt voorgelegd als in een eerder geding, en de in het dictum van de eerdere uitspraak gegeven beslissing (mede) berust op een beslissing over dat geschilpunt. Onlangs heeft de Hoge Raad (voor het eerst met zoveel woorden) bevestigd dat óók als een procedure eindigt in een voor een partij volledig gunstig dictum, het gezag van gewijsde zich uitstrekt tot voor diezelfde partij nadelige beslissingen over de rechtsbetrekking in geschil waarop het dictum (mede) berust.

Wat kun je doen als een rechter verzuimt te oordelen op een verzoek of vordering?

Een gerechtelijke uitspraak kan na het wijzen ervan aangevuld worden als de rechter heeft verzuimd te beslissen over een vordering of verzoek. Recent deed zich dit voor bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, dat verzuimd zou hebben de gevorderde wettelijke rente toe te wijzen.

Interessante Conclusie A-G over verstek in appel

In een recente conclusie gaat A-G Snijders in op de problematiek van verstek in appel in algemene zin, en meer specifiek in het geval van meerdere gedaagden waarvan er één niet is verschenen in appel. Het betreft een mooie (overzichts)conclusie, die lezenswaardig is voor iedereen die zijn kennis over verstekverlening, in het bijzonder in appel, wil opfrissen.

De Rubiks kubus en het auteursrechtelijke spel

Al 10 jaar is Rubik bezig met het verkrijgen van een antwoord op de vraag of zijn beroemde Rubiks kubus voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt.

De vergeten uitvoerbaarverklaring bij voorraad: aanvulling (32 Rv) of toch incidentele vordering (art. 234 Rv)?

In een recent arrest (ECLI:NL:GHAMS:2020:3234) vult het Hof Amsterdam zijn arrest aan op grond van art. 32 Rv door de proceskostenveroordeling alsnog uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Dat inmiddels ook de cassatieprocedure loopt waarin via een incidentele vordering ook een uitvoerbaarverklaring bij voorraad had kunnen worden gevorderd, staat daaraan niet in de weg.

Appel tegen van het oorspronkelijke verzoek afwijkende toewijzing van een voorlopig deskundigenbericht: vervolg

Een tijd terug schreef ik een blog over een arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden dat ik opmerkelijk achtte in het licht van het rechtsmiddelenverbod van artikel 204 lid 2 Rv, en waarvan ik twijfelde aan de juistheid van 's Hofs oordeel. Onlangs zag het Hof Amsterdam zich geconfronteerd met een vergelijkbare kwestie. Het Hof Amsterdam pakt het anders aan.

1 2 3 4 5 6
Terug naar alle expertises en sectoren