PensioenPost #2 – Booking.com stunt met haar prijzen: 405 miljoen voor “gastvrijheid” van het pensioenfonds
Een nieuw hoofdstuk in de langslepende Booking-zaak.
Een nieuw hoofdstuk in de langslepende Booking-zaak.
Bij het bepalen van voordelen uit een deelneming (winst bij verkoop, dividenden) die vallen onder de deelnemingsvrijstelling, moet niet alleen rekening worden gehouden met deze voordelen, maar moeten bij het bepalen van de winst ook buiten aanmerking blijven de kosten ter zake van de aan- of verkoop van die deelneming. Over de vraag wat concreet onder aan- en verkoopkosten dient te worden verstaan, bestaat veel onduidelijkheid, ook omdat de wetsgeschiedenis nauwelijks aanknopingspunten bevat over de uitleg van dit begrip. De Hoge Raad heeft eerder (7 december 2018) een belangrijk arrest gewezen waarin een aantal (maar niet alle) relevante aspecten in deze discussie aan de orde komen. Op 22 december 2023 heeft de Hoge Raad in een tweede arrest een wezenlijke nuance op aangebracht.
Op 17 januari 2024 vond het plenaire debat plaats over de stand van zaken van de Wet toekomst pensioenen.
Op 21 november 2023 heeft de ACM de Marktverkenning ICT in de zorg gepubliceerd die KPMG in 2020 voor haar heeft uitgevoerd. Publicatie heeft even op zich laten wachten omdat Chipsoft (hoger) beroep had ingesteld tegen het besluit om de volledige verkenning te publiceren. Tussen het moment van uitvoering van de marktverkenning en de uiteindelijke publicatie heeft de ACM niet stilgezeten. Een update.
De nieuwe de minimisverordeningen zijn op 15 december 2023 in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd. Zij voorzien in verhoging van de de-minimissteundrempels per 1 januari 2024.
In een uitspraak van 13 november 2023 oordeelde de rechtbank Rotterdam dat de Autoriteit Consument & Markt (ACM) aan Samsung Electronics Benelux B.V. (Samsung) terecht een boete van circa EUR 39 miljoen heeft opgelegd. Ook volgens de rechtbank zou Samsung zich schuldig hebben gemaakt aan het ongeoorloofd uitoefenen van invloed op de retailprijzen van televisies van zeven detailhandelaren in de periode 2013 – 2018.
Op 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) in werking getreden. De Wtza introduceert onder meer een vergunningplicht. De vergunningplicht geldt ook voor onderaannemers van een zogenaamde «lege huls», pgb-aanbieders, aanbieders van onverzekerde zorg en eerstelijns zorgaanbieders die de grens van tien zorgverleners overschrijden (bij Wlz-zorg en Zvw-zorg) dan wel medisch specialistische zorg verlenen.
Volgens het Gerecht heeft de Europese Commissie onvoldoende gemotiveerd dat de onderhandse verlening van vergunningen aan exploitanten van loterijen, weddenschappen en kansspelen (gezamenlijk ‘goededoelenloterijen’) in 2016 geen staatssteun was. Weliswaar ontvangen de goededoelenloterijen zelf geen voordeel, maar de Europese Commissie had volgens het Gerecht ook moeten onderzoeken of er sprake zou kunnen zijn van indirecte staatssteun voor de goede doelen waaraan de goededoelenloterijen hun opbrengsten doorgeven.
In het tijdschrift Jurisprudentie Aanbestedingsrecht (JAAN) is een noot van Iris Neddaoui-Docter en Tony van Wijk over de uitsluiting van de aanbestedingsprocedure vanwege tekortkomingen in een eerdere opdracht gepubliceerd.
Op 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) in werking getreden. De Wtza introduceert onder meer een vergunningplicht. Op 28 september 2023 heeft Minister Helder van Langdurige Zorg en Sport de Kamer een brief gestuurd over de invoeringstoets Wtza. Deze brief heeft echter geen gevolgen voor de vergunningplicht en het intern toezicht.
Het kabinet wil de regels voor het werken met werknemers en zelfstandigen verduidelijken. Gisteren is de consultatie geopend voor het wetsvoorstel waarmee mogelijk een verandering komt in de toepassing van de definitie van een arbeidsovereenkomst. Wat gaat er (mogelijk) veranderen?
Op 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) in werking getreden. De Wtza introduceert onder meer een vergunningplicht. De vergunningplicht geldt ook voor onderaannemers van een zogenaamde «lege huls», pgb-aanbieders, aanbieders van onverzekerde zorg en eerstelijns zorgaanbieders die de grens van tien zorgverleners overschrijden (bij Wlz-zorg en Zvw-zorg) dan wel medisch specialistische zorg verlenen.