1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Actieve openbaarmaking, ook dan geldt artikel 6, vijfde lid van de Wob

Actieve openbaarmaking, ook dan geldt artikel 6, vijfde lid van de Wob

In ondermeer zijn uitspraak van 15 december 2010 heeft de Afdeling geoordeeld dat de Wob van toepassing is op een actieve openbaarmaking, indien het gaat om informatie die een bestuurlijke aangelegenheid betreft. Zodra een bestuursorgaan beleid voert, is er sprake van een bestuurlijke aangelegenheid. In zo’n geval is sprake van een besluit tot openbaarmaking zoals bedoeld in artikel 8 van de Wob. De Afdeling is van oordeel dat een redelijke wetsuitleg van artikel 6, lid 5 van de Wob met zich...
Leestijd 
Auteur artikel Maarten Baneke (uit dienst)
Gepubliceerd 16 februari 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In ondermeer zijn uitspraak van 15 december 2010 heeft de Afdeling geoordeeld dat de Wob van toepassing is op een actieve openbaarmaking, indien het gaat om informatie die een bestuurlijke aangelegenheid betreft. Zodra een bestuursorgaan beleid voert, is er sprake van een bestuurlijke aangelegenheid. In zo’n geval is sprake van een besluit tot openbaarmaking zoals bedoeld in artikel 8 van de Wob. De Afdeling is van oordeel dat een redelijke wetsuitleg van artikel 6, lid 5 van de Wob met zich brengt dat een bestuursorgaan een belanghebbende in de gelegenheid moet stellen om een rechtsmiddel aan te wenden tegen de openbaarmaking, alvorens de openbaarmaking daadwerkelijk plaatsvindt (artikel 6, lid 5 Wob). Het dagelijks bestuur van stadsdeel Westerpark heeft de inwoners van zijn stadsdeel bij bewonersbrief geïnformeerd over de plaatsing van antenne-installaties in hun stadsdeel. Daarbij heeft het dagelijks bestuur informatie verstrekt uit het plaatsingsplan voor antenne-installaties (hierna: het plaatsingsplan). Een plaatsingsplan wordt door aanbieders van mobiele telefonie opgesteld om daarmee de betreffende gemeente  – mede aan de hand van een kaart – te informeren over de gebieden binnen die gemeente waar de aanbieders “bouwvergunningvrije” antenne-installaties wensen te plaatsen.  Tegen de openbaarmaking van informatie uit het plaatsingsplan hebben appellanten bezwaren.

Bestuurlijke aangelegenheid
Appellanten betogen dat artikel 8, eerste lid van Wob geen grondslag biedt voor de openbaarmaking door het stadsdeel van de kaart behorende bij het plaatsingsplan omdat het geen informatie zou betreffen die ziet op een bestuurlijke aangelegenheid. Dit is volgens de Afdeling bestuursrechtspraak onjuist. Zoals zij eerder heeft overwogen (ABRS 2 oktober 2007, zaaknr. 200701294/1) moet de term “bestuurlijk” bij toepassing van de Wob ruim worden opgevat en heeft deze betrekking op het openbaar bestuur in al zijn facetten. Voldoende is dat het betreffende bestuursorgaan beleid voert. Aangezien het Stadsdeel beleid heeft vastgesteld ten aanzien van de plaatsing van de antennes, is de bewonersbrief, voor zover daarin informatie is opgenomen uit het plaatsingsplan, aan te merken als besluit tot openbaarmaking op grond van artikel 8, eerste lid van de Wob.

De Afdeling oordeelt vervolgens dat een redelijke wetsuitleg van artikel 6, derde lid (thans vijfde lid) van de Wob, met zich brengt dat dit voorschrift ook van toepassing is op een besluit tot openbaarmaking op grond van artikel 8, eerste lid van de Wob. Dit betekent dat een bestuursorgaan, dat actief informatie met betrekking tot een bestuurlijke aangelegenheid openbaar gaat maken, belanghebbenden in de gelegenheid moet stellen om een rechtsmiddel tegen het besluit tot openbaarmaking aan te wenden. Dit doet een bestuursorgaan door de betreffende informatie pas te verstreken nadat twee weken zijn verstreken nadat de beslissing tot openbaarmaking is bekendgemaakt.

“Aantasten”
In het kader van de vraag of de documenten ook milieu-informatie bevatten, bevestigt de Afdeling dat met betrekking tot de term “aantasten” (zoals opgenomen in artikel 19.1a, eerste lid onder b Wm) niet alleen negatieve, maar ook de positieve gevolgen voor het milieu worden bedoeld. Hier kon onduidelijkheid over bestaan omdat de term “aantasten” een niet geheel zuivere vertaling is van de Engelse verdragstekst ‘to affect’. Omdat bij de Nederlandse vertaling de positieve component van het begrip ontbreekt, is in de Memorie van Toelichting bij artikel 19.1a Wm benadrukt dat met “aantasten” zowel de positieve als de negatieve gevolgen voor het milieu worden bedoeld. De Afdeling volgt deze uitleg in deze uitspraak.

Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Maarten Baneke.