Tijd om deze ‘nieuwe’ rechten van de patiënt onder de loep te nemen en te vergelijken met de al bestaande rechten van de patiënt op basis van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo) en de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg (Wabvpz). In het eerste deel van deze blogreeks staan wij stil bij het recht op toegang van de patiënt tot zijn (elektronische) gezondheidsgegevens.
Inzagerecht onder de AVG en Wgbo
De patiënt heeft in beginsel recht op inzage in en een afschrift van zijn gehele medisch dossier op basis van artikel 7:456 BW. In het medisch dossier is alle informatie te vinden die betrekking heeft op de behandeling van de patiënt en die noodzakelijk is voor een goede hulpverlening (artikel 7:454 BW). Denk daarbij aan informatie over de verrichtingen die bij de patiënt zijn uitgevoerd.[1]
De verstrekking van het dossier blijft alleen achterwege voor zover dit noodzakelijk is in het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van een ander. De Wabpvz voegt daar nog het recht op elektronische inzage en een elektronisch afschrift aan toe (artikel 15d Wabvpz).
Ook op basis van de AVG kan een patiënt inzage krijgen in zijn medisch dossier (artikel 15 AVG). Sinds de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 26 oktober 2023 is duidelijk dat de patiënt al snel recht heeft op een kopie van bijvoorbeeld diagnosen, onderzoeksresultaten, beoordelingen door behandelende artsen en verrichte behandelingen of ingrepen. Doorgaans kan niet worden volstaan met het verstrekken van een overzicht van de persoonsgegevens. Daarnaast heeft de patiënt recht op informatie over de gegevensverwerking zelf. De verwerkingsverantwoordelijke moet de kopie in principe binnen één maand kosteloos aan de patiënt verstrekken. Het AVG-inzagerecht van de patiënt kan in een aantal gevallen worden beperkt, bijvoorbeeld als het inzagerecht afbreuk doet aan de rechten en vrijheden van anderen.[2]
Recht op toegang onder de EHDS
Met de ruime reikwijdte van het inzagerecht in de Wgbo én AVG kun je je afvragen wat de EHDS daar nog aan kan toevoegen. Onder de EHDS krijgt de patiënt het recht op ‘toegang’ tot zijn ‘prioritaire categorieën van elektronische gezondheidsgegevens’.[3]
Het gaat dan onder andere om: essentiële patiëntgegevens, elektronische recepten, elektronische verstrekkingen, medische beeldvormingsdiagnostiek (en bijbehorende beeldverslagen), resultaten van medische tests (en bijbehorende verslagen) en ontslagverslagen. Deze categorieën worden verder uitgewerkt in Bijlage I van de EHDS.[4]
Het recht op toegang bestrijkt zo ongeveer het gehele medische dossier.
Het recht op toegang omvat drie belangrijke onderdelen:
- de patiënt heeft het recht om onmiddellijk toegang te krijgen tot zijn persoonlijke elektronische gezondheidsgegevens (recht op live-toegang);[5]
- de patiënt heeft recht op een elektronische kopie van de gezondheidsgegevens in een universeel Europees uitwisselingsformat (recht op Europees format-kopie);[6]
- de patiënt heeft het recht om zijn elektronische gezondheidsgegevens te downloaden vanuit het EPD (recht op elektronische download).[7]
Het recht op toegang maakt dat de patiënt straks op elk moment bij zijn gezondheidsgegevens kan. De lidstaten kunnen bepalen dat de reikwijdte van het recht op toegang voor een beperkte periode kan worden uitgesteld. Wij hopen dat de Nederlandse wetgever daar gebruik van maakt. Op die manier kan een arts ervoor kiezen een gevoelige uitslag eerst met de patiënt te bespreken voordat de patiënt die uitslag thuis al op zijn scherm te zien krijgt.
Slotbeschouwing: EHDS en het patiëntenrecht op elektronische toegang
De reikwijdte van het inzagerecht van de patiënt blijft onzes inziens onder de EHDS hetzelfde: de patiënt heeft het recht op een (elektronische) kopie van zijn gehele medisch dossier. De manier waarop de patiënt inzage krijgt in zijn dossier verandert wel: de patiënt hoeft niet langer te wachten op een reactie op zijn inzageverzoek maar heeft ‘live’ toegang tot zijn elektronische gezondheidsgegevens die behoren tot de prioritaire categorieën. De patiënt kan vervolgens op ieder moment van de dag zelf een elektronische kopie downloaden en die kopie vervolgens eenvoudig verstrekken aan bijvoorbeeld een andere zorgverlener. Of het onder de EHDS eigenlijk nog nodig is dat de patiënt zijn informatie zélf verstrekt aan een andere zorgverlener, behandelen wij in het volgende blog van onze blogreeks.
Meer weten over de European Health Data Space-verordening? Neem gerust contact op.
[2] Zie artikel 23 AVG i.c.m. artikel 41 UAVG.
[3] Met elektronische gezondheidsgegevens wordt in de EHDS bedoeld: (i) gegevens over gezondheid en genetische gegevens die in elektronische vorm worden verwerkt (persoonlijke elektronische gezondheidsgegevens) én andere elektronische gezondheidsgegevens met inbegrip van gegevens die geanonimiseerd zijn of gegevens die geen persoonsgegevens zijn (niet persoonsgebonden elektronische gezondheidsgegevens) (artikel 2 lid 2 onder c EHDS i.c.m. artikel 2 lid 2 onder a en onder b EHDS).
[4] Daarin staat onder meer beschreven welke gegevens onderdeel uitmaken van ‘essentiële patiëntgegevens’.
[5] Artikel 3 lid 1 EHDS.
[6] Artikel 3 lid 2 EHDS.
[7] Artikel 3 lid 2 EHDS.