Jurisprudentie Participatiewet: belangrijkste uitspraken van september 2025

29 oktober 2025

Bekijk een overzicht van belangrijke juridische uitspraken binnen het sociaal domein die voor de participatiewet in september 2025 zijn gepubliceerd. Iedere zaak is toegelicht met een korte samenvatting met belangrijkste kernpunten.

Ralph Tak
Ralph Tak
Advocaat - Senior
Laura Rat
Laura Rat
Advocaat
In dit artikel

Participatiewet: uitspraken september

Centrale Raad van Beroep 19 augustus 2025 (datum publicatie: 4 september 2025) (ECLI:NL:CRVB:2025:1253)

Samenvatting: De Centrale Raad van Beroep bevestigde de beslissingen van de gemeente Haarlem onder andere de afwijzing van verlengingsaanvragen voor een woonkostentoeslag. De Raad oordeelde dat het college de latere aanvragen om verlenging terecht had afgewezen, omdat appellant gedurende anderhalf jaar onvoldoende aantoonbare inspanningen had geleverd om goedkopere woonruimte te vinden. Zijn aanhoudende hoge woonlasten vloeiden niet langer voort uit bijzondere omstandigheden, en slechte financiële omstandigheden of dreigend verlies van huisvesting vormden daarvoor geen rechtvaardiging.

Kernpunt: Het college hoeft woonkostentoeslag niet oneindig lang toe te kennen als onvoldoende inspanningen geleverd worden om nieuwe woonruimte te vinden.

Centrale Raad van Beroep 19 augustus 2025 (datum publicatie: 4 september 2025) (ECLI:NL:CRVB:2025:1260)

Samenvatting: De Centrale Raad van Beroep bevestigde de intrekking en terugvordering van bijstand. Appellanten hadden de inlichtingenverplichting geschonden door niet te melden dat appellant op geld waardeerbare werkzaamheden verrichtte voor een cementdekvloerbedrijf. Uit onderzoek bleek via onder andere WhatsApp-gesprekken, foto's en getuigenverklaringen dat appellant actief was met het leggen van cementdekvloeren, in tegenstelling tot zijn claim van slechts sociale activering. Door deze schending kon het recht op bijstand niet worden vastgesteld, ook niet schattenderwijs. De Raad oordeelde dat er geen dringende redenen waren om af te zien van de terugvordering van de te veel ontvangen bijstand.

Kernpunt: Bijstand ingetrokken en teruggevorderd wegens schending van de inlichtingenplicht door het verzwijgen van betaalde werkzaamheden.

Centrale Raad van Beroep 28 augustus 2025 (datum publicatie: 18 september 2025) (ECLI:NL:CRVB:2025:1337)

Samenvatting: De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank over de afwijzing van bijzondere bijstand voor de eigen bijdrage voor het Aanvullend Openbaar Vervoer (AOV). De Raad oordeelde dat het AOV op grond van de Wmo 2015 een toereikende en passende voorliggende voorziening vormt, waardoor geen recht bestaat op bijzondere bijstand. Er is geen sprake van een acute noodsituatie of zeer dringende redenen, en het college hoefde de GGD niet opnieuw te raadplegen. Het college heeft zorgvuldig gehandeld en zijn onderzoeksplicht niet geschonden.

Kernpunt: Geen recht op bijzondere bijstand voor de eigen bijdrage van het AOV, aangezien dit een toereikende voorliggende voorziening is.

Rechtbank Amsterdam 14 juli 2025 (datum publicatie: 22 september 2025) (ECLI:NL:RBAMS:2025:4864)

Samenvatting: De rechtbank Amsterdam oordeelde over de intrekking en terugvordering van een bijstandsuitkering wegens niet gemelde inkomsten uit prostitutiewerkzaamheden. Eiseres stelde dat sprake was van gedwongen prostitutie door haar ex-partner, wat zij met aangifte, medische verklaringen en getuigenverklaringen onderbouwde. De rechtbank achtte aannemelijk dat eiseres slachtoffer was van mensenhandel en geen financieel voordeel had van de inkomsten. Hoewel de intrekking van de bijstand terecht was vanwege schending van de inlichtingenplicht, vond de rechtbank dat het college bij de terugvordering een onevenwichtige belangenafweging had gemaakt. Vanwege dringende redenen voorzag de rechtbank zelf in de zaak en acht het passend dat geheel van de terugvordering wordt afgezien.

Kernpunt: Gedwongen prostitutie vormt dringende reden om volledig af te zien van terugvordering van bijstand.

Rechtbank Amsterdam 10 juli 2025 (datum publicatie: 2 september 2025) (ECLI:NL:RBAMS:2025:4947)

Samenvatting: De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam oordeelde dat het buiten behandeling stellen van een bijstandsaanvraag van een zwangere vrouw met twee minderjarige kinderen onevenredig zwaar was. De echtgenoot van verzoekster, die in België verblijft, weigerde financiële gegevens te verstrekken, waardoor verzoekster de gevraagde stukken niet kon aanleveren. De voorzieningenrechter achtte aannemelijk dat sprake is van financiële nood en een dreigende noodsituatie. Het college moet de aanvraag opnieuw beoordelen en voorlopig voorschotten verstrekken op de bijstand.

Kernpunt: Het buiten behandeling stellen van de bijstandsaanvraag was onevenredig gezien de niet-meewerkende echtgenoot en dreigende financiële nood.

Rechtbank Den Haag 31 juli 2025 (datum publicatie: 2 september 2025) (ECLI:NL:RBDHA:2025:15569)

Samenvatting: De rechtbank Den Haag verklaarde het beroep van eiseres tegen een boete wegens schending van de inlichtingenplicht ongegrond. Eiseres had het echtscheidingsvonnis en de toekenning van kinder- en partneralimentatie niet tijdig aan het college gemeld. De rechtbank oordeelde dat het college voldoende had aangetoond dat eiseres haar inlichtingenverplichting had geschonden. Er was geen sprake van afwezigheid van verwijtbaarheid. De persoonlijke omstandigheden rond de echtscheiding zijn al meegenomen in de beoordeling als verminderde verwijtbaarheid. De boete is berekend op 25% van het benadelingsbedrag, verhoogd wegens recidive en daarna verlaagd op grond van draagkracht.

Kernpunt: Boete wegens niet melden kinderalimentatie blijft in stand ondanks verminderde verwijtbaarheid en recidivefactor.

Rechtbank Den Haag 31 juli 2025 (datum publicatie: 2 september 2025) (ECLI:NL:RBDHA:2025:15570)

Samenvatting: De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond. Het college mocht de bijstand intrekken en terugvorderen omdat eiser zijn hoofdverblijf niet op het uitkeringsadres had. Dat volgt uit verschillende feiten (zeer laag waterverbruik, vrijwel alle pintransacties in een andere plaats, eigen verklaringen). Dat bij een huisbezoek kleding en eten werd gezien en post op het adres kwam, weegt daar niet tegenop. Dringende redenen om (gedeeltelijk) van terugvordering af te zien ontbraken. Ook de opgelegde boete is terecht, waarbij het college al rekening had gehouden met eisers beperkte draagkracht. De overschrijding van de beslistermijn gaf geen extra matigingsgrond.

Kernpunt: Intrekking bijstand en boete wegens niet melden van hoofdverblijf elders.

Rechtbank Den Haag 26 juni 2025 (datum publicatie: 2 september 2025) (ECLI:NL:RBDHA:2025:15572)

Samenvatting: De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. Verzoeker verzocht om tijdelijke bijstand terwijl zijn bezwaar liep tegen het buiten behandeling stellen van zijn aanvraag wegens ontbrekende stukken. Hoewel financiële nood en spoedeisend belang werden aangenomen, mocht het college de aanvraag buiten behandeling laten: verzoeker leverde, ondanks herhaalde termijnen, geen bankafschriften en geen onderbouwing van zijn levensonderhoud aan. Deze gegevens zijn essentieel om het recht op bijstand te beoordelen.

Kernpunt: Afwijzing voorlopige voorziening: aanvraag terecht buiten behandeling na niet aanleveren noodzakelijke bankafschriften.

Rechtbank Gelderland 18 september 2025 (datum publicatie: 24 september 2025) (ECLI:NL:RBGEL:2025:7740)

Samenvatting: De Rechtbank oordeelde dat het college van Harderwijk terecht een door eiser gewonnen vuurwapen ter waarde van circa €4.220 als vermogen heeft aangemerkt op grond van de Participatiewet. Het wapen is geen bezitting die naar aard en waarde algemeen gebruikelijk is, omdat het bezit vergunningplichtig is en de waarde aanzienlijk is. Ook was het niet noodzakelijk voor de beoefening van de schietsport, aangezien eiser reeds over andere wapens beschikte. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagde niet. Hoewel het college een onjuiste vermogensdatum hanteerde, is eiser daardoor niet benadeeld.

Kernpunt: Gewonnen vuurwapen is vermogen, omdat het bezit naar aard en waarde niet algemeen gebruikelijk of noodzakelijk is.

Rechtbank Gelderland 22 september 2025 (datum publicatie: 26 september 2025) (ECLI:NL:RBGEL:2025:7872)

Samenvatting: De Rechtbank liet de afwijzing van bijzondere bijstand voor bewindvoerders- en mentorschapskosten én een forfaitaire verhuiskostenvergoeding in stand. De kosten van bewind en mentorschap zijn geen “verplichte inhoudingen” die eerst van het inkomen moeten worden afgetrokken. Een dwingende wettelijke basis ontbreekt en de situatie is niet vergelijkbaar met beslag of een CAK-bijdrage. Het gemeentelijk beleid om inkomen boven de norm volledig in de draagkracht te betrekken is niet onredelijk. De verhuiskosten konden volgens de rechtbank worden opgevangen door te reserveren of in termijnen te betalen.

Kernpunt: Bewindvoerders- en mentorschapskosten zijn geen verplichte inhoudingen, dus tellen mee voor het inkomen.

Rechtbank Midden-Nederland 11 augustus 2025 (datum publicatie: 2 september 2025) (ECLI:NL:RBMNE:2025:4401)

Samenvatting: Het beroep tegen de afwijzing van bijzondere bijstand voor begrafeniskosten is ongegrond. Eiser betaalde de uitvaart al met geleend geld vóór hij een aanvraag deed, waardoor het om een schuld gaat. Begrafeniskosten behoren tot de nalatenschap en niet tot eisers eigen noodzakelijke bestaanskosten, temeer nu hij de nalatenschap heeft verworpen. De morele plicht tot betaling ervan en de tijdsdruk veranderen dit niet. Van zeer dringende redenen is niet gebleken.

Kernpunt: Geen bijzondere bijstand voor schuld na het betalen van kosten van een begrafenis na verwerping nalatenschap.

Rechtbank Midden-Nederland 1 augustus 2025 (datum publicatie: 2 september 2025) (ECLI:NL:RBMNE:2025:4455)

Samenvatting: De rechtbank verklaarde het beroep tegen de afwijzing van bijzondere bijstand voor pgb-beheerkosten ongegrond. Hoewel eiseres onder bewind staat en de kantonrechter een beloning voor pgb-beheer toestond, zijn deze kosten niet ‘noodzakelijk’ voor bijzondere bijstand. Eiseres had kunnen kiezen voor zorg in natura. De voorkeur voor een vertrouwde zorgverlener vanuit cultuur/leeftijd is onvoldoende en niet medisch onderbouwd. Op de beschikking van de kantonrechter kon geen gerechtvaardigd vertrouwen rusten en het pgb-toekenningsbesluit lag niet voor. Van dringende redenen is niet gebleken, schulden en beperkte bestedingsruimte zijn daarvoor onvoldoende.

Kernpunt: Geen bijzondere bijstand voor pgb-beheerkosten: keuze pgb is vrijwillig, geen noodzakelijke kosten.

Rechtbank Noord-Holland 18 juli 2025 (datum publicatie: 4 september 2025) (ECLI:NL:RBNHO:2025:10158)

Samenvatting: De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond tegen de maandelijkse verrekening op de Pw-uitkering en de terugvordering van de algemene heffingskorting voor de minstverdienende partner. Een e-mail met een “voorstel” is geen besluit. Een uitkeringsspecificatie zonder wijziging is evenmin een besluit, terwijl uitkeringsspecificatie met een specifieke wijziging wél een besluit oplevert. De heffingskorting mag als middel worden aangemerkt en met de bijstand worden verrekend, ook als zij niet is uitbetaald maar fiscaal is verrekend. Bezwaren over loonheffingskorting, het gehuwden-subject en eigendomsrecht slagen niet.

Kernpunt: Algemene heffingskorting minstverdienende partner telt als middel, ook indien verrekend met openstaande belastingschuld.

Rechtbank Noord-Holland 18 september 2025 (datum publicatie: 22 september 2025) (ECLI:NL:RBNHO:2025:10693)

Samenvatting: De rechtbank vernietigde de terugvordering van een Tozo-uitkering (€21.958,36) over 2020-2021. Eiser was geen zelfstandige in de zin van de Tozo, omdat hij niet op inkomsten uit zijn bedrijf was aangewezen. De intrekking van alle perioden was daarom terecht. De terugvordering schoot echter tekort: bij Tozo 1 ontbrak een volledige belangenafweging, mede gezien de onduidelijke informatie in de beginfase. Voor Tozo 2–5 is geen schending van de inlichtingenplicht aangetoond. De aanvraagformulieren lieten meerdere interpretaties toe, met name de vraag “is de reden van de aanvraag gelegen in de coronacrisis?”, die los kan staan van de vraag of iemand tot de doelgroep van de Tozo behoort. Het college moet opnieuw beslissen met een zorgvuldige belangenafweging.

Kernpunt: Tozo-intrekking terecht, maar terugvordering onzorgvuldig wegens onvolledige belangenafweging en onduidelijke aanvraagformulieren.

Rechtbank Noord-Holland 23 juni 2025 (datum publicatie: 3 september 2025) (ECLI:NL:RBNHO:2025:6455)

Samenvatting: De rechtbank bekrachtigde de afwijzing van de aanvullende inkomensvoorziening ouderen-aanvraag door de SVB. Ondanks herhaalde verzoeken gaven eisers geen volledig inzicht in hun financiën (Griekse pensioenen, bankrekeningen in Griekenland én Nederland) en hun woonsituatie in Griekenland. Deze gegevens zijn noodzakelijk om bijstandbehoevende omstandigheden te beoordelen en moesten door eisers zelf worden aangeleverd. De SVB hoefde die niet in het buitenland op te vragen. Het beroep op evenredigheid en de hardheidsclausule faalde, omdat geen acute nood of andere zeer dringende redenen zijn aangetoond.

Kernpunt: AIO-afwijzing terecht bij ontbreken essentiële gegevens over inkomen/vermogen.

Rechtbank Noord-Holland 23 juni 2025 (datum publicatie: 2 september 2025) (ECLI:NL:RBNHO:2025:7924)

Samenvatting: De Rechtbank beoordeelde de afwijzing van een aanvullende inkomensvoorziening ouderenaanvraag. De SVB had die afwijzing aanvankelijk gemotiveerd met een veronderstelde vermogensoverschrijding, maar die motivering hield geen stand. Pas ter zitting stelde de SVB dat het recht op AIO niet kon worden vastgesteld door aanhoudende onduidelijkheid over eisers financiële positie. Omdat de aanvrager zijn bijstandbehoevende omstandigheden moet aantonen en eiser onvoldoende duidelijkheid gaf, is de afwijzing materieel terecht. Het beroep is gegrond wegens het motiveringsgebrek, maar de rechtsgevolgen blijven in stand.

Kernpunt: Afwijzing AIO terecht, omdat onduidelijke financiële situatie bijstandbehoevendheid onmogelijk maakt om vast te stellen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 29 augustus 2025 (datum publicatie: 19 september 2025) (ECLI:NL:RBZWB:2025:5873)

Samenvatting: De rechtbank verklaarde het beroep tegen de afwijzing van algemene bijstand ongegrond. Eiser maakte niet aannemelijk hoe hij in de relevante periode in zijn levensonderhoud voorzag. Overgelegde bankafschriften (ook van de zoon) lieten overboekingen heen en weer zien, terwijl de herkomst en besteding van contante stortingen en gestelde leningen niet onderbouwd waren en verklaringen daarover tegenstrijdig. Omdat de financiële situatie onvoldoende inzichtelijk bleef, kon het recht op bijstand niet worden vastgesteld.

Kernpunt: Bijstandsaanvraag terecht afgewezen: financiële onderbouwing en herkomst leningen onvoldoende inzichtelijk.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 8 september 2025 (datum publicatie: 19 september 2025) (ECLI:NL:RBZWB:2025:6010)

Samenvatting: De rechtbank liet de intrekking en terugvordering van bijstand in stand. Eiser verrichtte structureel op geld waardeerbare werkzaamheden in een grillroom en had die, ongeacht of het om een cursus/stage of regulier werk ging, moeten melden. Hij gaf na een eerste melding geen opgave van feitelijk gewerkte uren/inkomsten, waardoor het recht op een uitkering niet kon worden vastgesteld. De boete is wel gematigd wegens verminderde verwijtbaarheid: het voornemen tot werk was gemeld en het college stuurde daarna onvoldoende bij en communiceerde beperkt, mede gezien de taalproblemen van eiser.

Kernpunt: Intrekking en terugvordering bijstand terecht, boete verlaagd door nalatigheid college en verminderde verwijtbaarheid.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 19 september 2025 (datum publicatie: 26 september 2025) (ECLI:NL:RBZWB:2025:6328)

Samenvatting: De rechtbank bevestigde dat het college de inkomsten uit eisers eenmanszaak terecht met de bijstandsuitkering heeft verrekend. De bijschrijvingen op de zakelijke rekening, die eiser overboekte naar privé, tellen als inkomen waarover hij vrijelijk kon beschikken. Omdat eiser als marginaal zelfstandige werkt, mogen bedrijfs- en verwervingskosten niet op deze inkomsten in mindering worden gebracht. Het beroep is ongegrond.

Kernpunt: Inkomsten marginaal zelfstandige tellen volledig mee, verwervingskosten zijn niet aftrekbaar. 

overzicht 2025

Bekijk alle belangrijke uitspraken in het Sociaal Domein van 2025, onderverdeeld per maand

Gerelateerd

Rechtbank fluit Zilveren Kruis terug over vergoedingsvoorwaarde voor geneesmiddelen

De rechtbank Den Haag publiceerde onlangs haar vonnis van 21 mei 2025, waarin zij een streep zet door het beleid van Zilveren Kruis (ende aan haar gelieerde...
Jeugdwet en Wmo 2015: belangrijke juridische uitspraken van september 2025

Jeugdwet en Wmo 2015: belangrijkste jurisprudentie van september 2025

Bekijk een overzicht van belangrijke juridische uitspraken binnen het sociaal domein die voor de Jeudgwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo)...

Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg | Blog 6: Centrale toezichthoudende rol NZa

Naar aanleiding van geconstateerde structurele knelpunten in de jeugdhulp en jeugdzorg is de Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg ingediend en 7 oktober...

Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg | Blog 5: Eisen aan bedrijfsvoering en jaarverantwoording jeugdhulpaanbieders

Naar aanleiding van geconstateerde structurele knelpunten in de jeugdzorg - waaronder jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering vallen - is...

Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg | Blog 4: Verplichte bestuursstructuur en raad van toezicht

Naar aanleiding van geconstateerde structurele knelpunten in de jeugdzorg - waaronder jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering vallen - is...

Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg | Blog 3: Regiovisie en inspraak van jeugdigen

Naar aanleiding van geconstateerde structurele knelpunten in de jeugdzorg - waaronder jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering vallen - is...
No posts found