Jurisprudentie Participatiewet: belangrijkste uitspraken van november 2025

15 december 2025

Bekijk een overzicht van belangrijke juridische uitspraken binnen het sociaal domein die voor de participatiewet in november 2025 zijn gepubliceerd. Iedere zaak is toegelicht met een korte samenvatting met belangrijkste kernpunten.

Ralph Tak
Ralph Tak
Advocaat - Senior
Laura Rat
Laura Rat
Advocaat
In dit artikel

Participatiewet: uitspraken november

Centrale Raad van Beroep 14 oktober 2025 (datum publicatie: 5 november 2025) (ECLI:NL:CRVB:2025:1535

Samenvatting: De Centrale Raad van Beroep vernietigt de afwijzing van bijzondere bijstand voor paradontale behandelingen door de gemeente. Hoewel de Raad oordeelde dat er geen sprake was van zeer dringende redenen in de zin van de Participatiewet (PW), stelde hij vast dat de behandelingen niet uitstelbaar waren omdat onomkeerbare schade onvermijdelijk zou zijn zonder. Op grond van de toepasselijke beleidsregels moest het college bijzondere bijstand verlenen. De Raad voorziet zelf en kent een bedrag van €148,60 toe. Verzoeken om schadevergoeding, onder meer wegens overschrijding van de redelijke termijn, werden afgewezen.

Kernpunten: Bijzondere bijstand voor niet-uitstelbare paradontale behandelingen moet worden toegekend.

Centrale Raad van Beroep 21 oktober 2025 (datum publicatie: 5 november 2025) (ECLI:NL:CRVB:2025:1566

Samenvatting: De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van bijzondere bijstand voor beheerkosten van een persoonsgebonden budget (pgb) op grond van de Wlz. De Raad stelt dat de kosten alleen noodzakelijk zijn als het pgb zelf noodzakelijk was. Kosten van pgb-beheer zijn niet noodzakelijk indien deze vermijdbaar zijn doordat de betrokkene had kunnen kiezen voor Zorg in Natura (ZIN). Appellant heeft niet aannemelijk gemaakt dat ZIN in zijn geval niet mogelijk was, ondanks zijn voorkeur voor de kleinschalige zorgboerderij. Het hoger beroep slaagt daarom niet.

Kernpunt: Beheerkosten pgb zijn niet noodzakelijk als zorg in natura een reëel alternatief was.

Centrale Raad van Beroep 21 oktober 2025 (datum publicatie: 5 november 2025 (ECLI:NL:CRVB:2025:1568

Samenvatting: De Centrale Raad van Beroep handhaaft de intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting. Appellant had tegenover handhavingsmedewerkers verklaard dat hij ongeveer een jaar softdrugs heeft verkocht. De Raad oordeelt dat deze verklaring betrouwbaar is. Handel in softdrugs dient te worden gemeld, omdat dit activiteiten zijn waaruit inkomsten verworven kunnen worden. Aangezien appellant geen deugdelijke administratie van de verkoopactiviteiten had, kon het recht op bijstand ook niet schattenderwijs worden vastgesteld. Het hoger beroep en het beroep tegen het nader besluit slagen niet.

Kernpunt: Intrekking bijstand wegens drugshandel en schending inlichtingenplicht en het college kon het recht op bijstand niet schattenderwijs vaststellen.

Centrale Raad van Beroep 21 oktober 2025 (datum publicatie: 5 november 2025) (ECLI:NL:CRVB:2025:1572

Samenvatting: De Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening, intrekking en terugvordering van bijstand. De Raad bekrachtigt de herziening wegens niet-gemelde kasstortingen en bijschrijvingen op bankrekeningen als inkomen met een terugkerend karakter. De intrekking en terugvordering voor de maand juli 2020, wegens de niet-gemelde aanschaf van een oude auto, wordt echter vernietigd. Hoewel de inlichtingenverplichting geschonden is door de aankoop van de auto niet te melden, heeft het dagelijks bestuur onvoldoende onderzocht of dit leidde tot een onbekende inkomstenbron waardoor het recht op bijstand onvaststelbaar werd. Het dagelijks bestuur moet een nieuw besluit nemen.

Kernpunt: Intrekking bijstand door auto-aanschaf onterecht want college moest onbekende middelenbron beter onderzoeken.

Centrale Raad van Beroep 28 oktober 2025 (datum publicatie: 5 november 2025) (ECLI:CRVB:2025:1573

Samenvatting: De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van twee aanvragen om bijzondere bijstand voor kosten van vrijwillig budgetbeheer. De Raad oordeelt dat appellante een beroep kon doen op een toereikende en passende voorliggende voorziening van de gemeente, namelijk een poule van budgetbeheerders. De omstandigheid dat voor de schuld bij de gerechtsdeurwaarder een betalingsregeling was getroffen, duidde erop dat sprake was van een regelbare schuld. Het college had de aanvragen daarom terecht afgewezen op grond van de voorliggende voorziening. Een motiveringsgebrek bij het tweede besluit werd gepasseerd met toepassing van artikel 6:22 Awb.

Kernpunt: Bijzondere bijstand voor budgetbeheer afgewezen wegens toereikende voorliggende gemeentelijke voorziening.

Rechtbank Amsterdam 12 september 2025 (datum publicatie: 5 november 2025) (ECLI:NL:RBAMS:2025:6673

Samenvatting: De voorzieningenrechter van de rechtbank wijst een verzoek om voorlopige voorziening toe, waarbij voorschotten op bijstand worden bevolen. De aanvraag van verzoekster, die acht maanden zwanger is en twee minderjarige kinderen verzorgt, was buiten behandeling gesteld omdat zij de financiële stukken van haar vertrokken echtgenoot niet kon aanleveren. De voorzieningenrechter neemt een spoedeisend belang aan wegens een acute financiële noodsituatie, onderbouwd met stukken over huurachterstand en dreigende afsluiting van gas en stroom. Het belang van verzoekster, gezien haar situatie en de zorg voor haar kinderen, weegt zwaarder dan het belang van het college.

Kernpunt: Voorschotten bijstand bevolen bij acute financiële nood en onvermogen partnerinformatie te verkrijgen.

Rechtbank Den Haag 11 augustus 2025 (datum publicatie: 4 november 2025) (ECLI:NL:RBDHA:2025:20123

Samenvatting: De rechtbank verklaart het beroep ongegrond tegen de afwijzing van de Individuele Inkomenstoeslag. De toeslag wordt geweigerd aan personen met zicht op inkomensverbetering. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat eiser in de referteperiode (36 maanden) ingeschreven stond voor een WO-bacheloropleiding Bouwkunde. De rechtbank bevestigt dat het volgen van een studie in de referteperiode een uitsluitingsgrond is, omdat de wetgever ervan uitgaat dat studerenden perspectief hebben op inkomensverbetering. Eiser heeft, ondanks zijn Wajong-uitkering, niet aannemelijk gemaakt dat de afwijzing leidde tot een acute noodsituatie.

Kernpunt: Individuele inkomenstoeslag afgewezen want studie in referteperiode impliceert zicht op inkomensverbetering.

Rechtbank Den Haag 6 augustus 2025 (datum publicatie: 4 november 2025) (ECLI:NL:RBDHA:2025:20125

Samenvatting: De rechtbank verklaart het beroep ongegrond tegen de afwijzing van de individuele inkomenstoeslag en de beëindiging van de bijstand. De aanvraag voor de toeslag werd afgewezen omdat eiser deze reeds in de periode van 12 maanden daarvoor had ontvangen. Daarnaast bereikte eiser op 19 november 2023 de pensioengerechtigde leeftijd. Aangezien de toeslag alleen verleend kan worden aan personen die jonger zijn dan de pensioengerechtigde leeftijd, voldeed eiser niet meer aan de voorwaarden toen hij na afloop van de 12-maanden termijn opnieuw in aanmerking zou kunnen komen.

Kernpunt: Inkomenstoeslag afgewezen door eerdere toekenning en bereiken van pensioengerechtigde leeftijd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 28 oktober 2025 (datum publicatie: 6 november 2025) (ECLI:NL:RBZWB:2025:7273

Samenvatting
: De rechtbank vernietigt het besluit van de Bevelanden om eiser geen permanente ontheffing van de re-integratieverplichting te verlenen. Eiser stelde volledig en duurzaam arbeidsongeschikt te zijn. De rechtbank oordeelde dat het medisch advies, waarop de afwijzing was gebaseerd, niet zorgvuldig tot stand was gekomen en onvoldoende gemotiveerd. Redenen hiervoor waren het ontbreken van een lichamelijk onderzoek, onvoldoende actuele medische informatie en het ten onrechte nalaten van een arbeidsdeskundig onderzoek. De Bevelanden wordt opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak.

Kernpunt: Afwijzing permanente ontheffing re-integratieplicht vernietigd wegens onzorgvuldig medisch advies.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 6 november 2025 (datum publicatie: 12 november 2025) (ECLI:NL:RBZWB:2025:7597

Samenvatting
: De voorzieningenrechter wees het verzoek om proceskostenveroordeling af, ondanks dat het college de blokkering van verzoeksters Participatiewet-uitkering had opgeheven, waardoor zij haar verzoek om voorlopige voorziening (VV) introk. De rechter oordeelde dat er sprake was van bijzondere omstandigheden. Verzoekster had haar nieuwe woonsituatie met anderhalve maand vertraging gemeld. Het indienen van de VV slechts enkele dagen na de blokkering was voorbarig, mede omdat verzoekster niet had aangetoond eerst via andere kanalen (zoals e-mail) contact te hebben gezocht met het college over de blokkering. De voorzieningenrechter zag hierdoor reden om de vergoeding van proceskosten af te wijzen.

Kernpunt: Verzoek proceskosten afgewezen want voorlopige voorziening was voorbarig door late melding woonsituatie en gebrek aan contact.

Rechtbank Gelderland 6 november 2025 (datum publicatie: 12 november 2025) (ECLI:NL:RBGEL:2025:9423

Samenvatting
: De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond tegen de toekenning van algemene bijstand tijdens zijn verblijf in maatschappelijke opvang. Het college had de bijstand terecht verlaagd met 20% van de gehuwdennorm omdat eiser geen eigen woning aanhield en dus lagere algemeen noodzakelijke kosten had. Daarnaast werd de eigen bijdrage voor de opvang ingehouden, waarbij eiser het wettelijk vastgestelde zak- en kleedgeld overhield. De rechtbank oordeelde dat de dubbele inhouding niet leidde tot strijdigheid met de hardheidsclausule of het evenredigheidsbeginsel, aangezien eiser onvoldoende onderbouwde dat hij niet in zijn basisbehoeften kon voorzien.

Kernpunt: Bijstand in maatschappelijke opvang terecht verlaagd wegens ontbreken woonkosten en eigen bijdrage.

Centrale Raad van Beroep 28 oktober 2025 (datum publicatie: 12 november 2025) (ECLI:NL:CRVB:2025:1591

Samenvatting
: De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand voor tandheelkundige kosten en incassokosten. De tandheelkundige behandelingen werden niet beschouwd als een acute noodsituatie of niet-uitstelbare behandeling conform de beleidsregels. Incassokosten werden terecht als schuld aangemerkt, wat uitsluiting van bijstand op grond van de Participatiewet tot gevolg heeft. Daarnaast wees de Raad het verzoek om schadevergoeding voor termijnoverschrijding af, aangezien het financiële belang zeer gering was (minder dan €1.000). De Raad volstond met de constatering dat de redelijke termijn was overschreden.

Kernpunt: Afwijzing bijzondere bijstand voor niet-acute tandzorg en incassokosten, wegens gering financieel belang geen schadevergoeding.

 Centrale Raad van Beroep 28 oktober 2025 (datum publicatie: 12 november 2025) (ECLI:NL:CRVB:2025:1598

Samenvatting
: De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van bijzondere bijstand voor reiskosten naar Groningen voor tandheelkundige behandelingen. Appellant maakte niet aannemelijk dat de zorg die hij nodig had, niet lokaal (in of nabij Heerenveen) beschikbaar was, waardoor de kosten niet noodzakelijk waren. Ook de afwijzing van het herzieningsverzoek was terecht, aangezien een latere vergoeding van een deel van de tandartskosten geen nieuw relevant feit opleverde met betrekking tot de noodzaak van de reiskosten. De CRvB wees het schadevergoedingsverzoek wegens termijnoverschrijding af, ondanks een overschrijding van ruim een jaar woog het zeer geringe financiële belang zwaarder.

Kernpunt: Reiskosten tandzorg elders afgewezen wegens gebrek aan noodzaak.

Centrale Raad van Beroep 28 oktober 2025 (datum publicatie: 12 november 2025) (ECLI:NL:CRVB:2025:1597

Samenvatting
: De Centrale Raad van Beroep oordeelde over de afwijzing van bijzondere bijstand voor niet-uitstelbare tandheelkundige behandelingen (€770,56). De Raad stelde vast dat, anders dan de rechtbank, de behandelingen niet-uitstelbaar waren omdat uitstel tot gezondheidsschade zou leiden. Het college moet appellant alsnog de bijzondere bijstand verstrekken. Het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn werd afgewezen. Vanwege het zeer geringe financiële belang (< €1.000) volstond de Raad met de constatering van een termijnoverschrijding van ruim zes maanden, conform de aansluiting bij de rechtspraak van de Hoge Raad.

Kernpunt: Niet-uitstelbare tandheelkundige moest leiden tot toekenning bijzondere bijstand.

 Rechtbank Amsterdam 28 oktober 2025 (datum publicatie: 12 november 2025) (ECLI:NL:RBAMS:2025:7663

Samenvatting
: De rechtbank beoordeelde de verlaging van de bijstandsnorm van eiser met 20% omdat hij geen woning had en zogenaamd geen woonlasten had (daklozennorm). De rechtbank oordeelde dat de besluiten onzorgvuldig en onvoldoende gemotiveerd waren, omdat verweerder geen onderzoek had gedaan naar de werkelijke kosten voor onderdak van eiser. Eiser verbleef in hostels en leende geld van zijn kinderen en vrienden. Volgens de Pw moeten de kosten voor dak- en thuislozenopvang bij de uitkeringshoogte worden betrokken. De rechtbank achtte aannemelijk dat eiser woonlasten heeft gemaakt en kende hem de volledige bijstandsnorm toe over de gehele in geding zijnde periode.

Kernpunt: Verlaging bijstandsnorm voor dakloze onterecht want gemeente onderzocht woonlasten onvoldoende.

Rechtbank Amsterdam 22 oktober 2025 (datum publicatie: 7 november 2025) (ECLI:NL:RBAMS:2025:7740

Samenvatting
: De rechtbank behandelde de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand (woonkostentoeslag) voor eiseres, wiens echtgenoot de huur niet meer betaalde vanwege een echtscheidingsprocedure. Verweerder had de aanvraag afgewezen omdat het huurcontract niet op haar naam stond en zij na het vertrek van haar echtgenoot geen huurder meer zou zijn. De rechtbank oordeelde dat eiseres door het huwelijk van rechtswege (mede)huurder was geworden op grond van artikel 7:266, eerste lid, van het BW. De afwijzing op deze grond was onjuist. Het beroep is gegrond en verweerder moet een nieuw besluit op bezwaar nemen met inachtneming van alle omstandigheden, zoals wie de huur betaalt en de situatie van de zoon.

Kernpunt: Afwijzing woonkostentoeslag onterecht want echtgenote is van rechtswege medehuurder door huwelijk.

Rechtbank Amsterdam 29 oktober 2025 (datum publicatie: 10 november 2025) (ECLI:NL:RBAMS:2025:7968

Samenvatting
: De rechtbank beoordeelde de herziening en terugvordering van €51.641,37 aan bijstand over de periode 2019-2022, omdat eiser zijn mede-eigendom van een woning niet had gemeld, waarmee hij de inlichtingenplicht schond. De overwaarde van zijn deel overschreed de vermogensgrens. Eiser betoogde dat hij niet over het vermogen kon beschikken en wees op dringende redenen (depressie) om terugvordering te matigen. De rechtbank bevestigde dat eiser de inlichtingenplicht schond en dat hij beschikkingsmacht over de woning had. Er was geen sprake van dringende redenen op basis van de gezondheidsklachten om van de wettelijke terugvordering af te zien. Het beroep werd ongegrond verklaard.

Kernpunt: Terugvordering bijstand wegens verzwegen woningbezit blijft staan, geen dringende redenen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 4 november 2025 (datum publicatie: 12 november 2025) (ECLI:NL:RBZWB:2025:7550

Samenvatting
: De rechtbank beoordeelde de afwijzing van eisers verzoek om herziening van een terugvorderingsbesluit van circa €32.000 aan bijstand. De oorspronkelijke terugvordering stond vast wegens schending van de inlichtingenplicht over zijn verblijfplaats. Eiser voerde nieuwe feiten ('nova') aan, waaronder een ouderschapsplan en medische stukken, en stelde dat hij deze door psychische problemen en bewindvoering niet eerder kon overleggen. De rechtbank oordeelde dat de stukken geen nova waren, omdat ze vóór het oorspronkelijke besluit dateerden en redelijkerwijs eerder konden worden overgelegd. Het handelen van de bewindvoerder komt bovendien voor eisers rekening en risico. De afwijzing van het herzieningsverzoek was niet evident onredelijk en het beroep werd ongegrond verklaard.

Kernpunt: Verzoek herziening terugvordering afgewezen want aangevoerde feiten waren geen toelaatbare ‘nova’.

Centrale Raad van Beroep 4 november 2025 (datum publicatie: 26 november 2025) (ECLI:NL:CRVB:2025:1655)

Samenvatting: De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking en terugvordering van bijstand, evenals de afwijzing van vier nieuwe aanvragen. Appellante had vermogen ter hoogte van €1.670.000,-, afkomstig uit de verkoop van twee onroerende zaken en een schadevergoeding, in strijd met de inlichtingenplicht niet gemeld. De Raad oordeelde dat eigendom het meest verstrekkende recht is, waardoor aannemelijk is dat appellante over de opbrengsten kon beschikken. Het standpunt dat de Roma-gemeenschap hierover kon beschikken, werd niet voldoende onderbouwd.

Kernpunt: Bijstand terecht ingetrokken wegens verzwegen verkoopopbrengsten van onroerende zaken en ontvangen schadevergoeding.

Centrale Raad van Beroep 4 november 2025 (datum publicatie: 26 november 2025) (ECLI:NL:CRVB:2025:1662)

Samenvatting: De Centrale Raad van Beroep (CRvB) oordeelde dat twee wezenpensioenen van de minderjarige dochter van appellante terecht met de bijstand zijn verrekend. Deze pensioenen behoren tot de middelen van het gezin, aangezien appellante kon beschikken over het tegoed op de rekening van haar dochter. Het beroep op analoge toepassing van uitzonderingen in artikel 31 PW werd afgewezen, omdat dit een limitatieve opsomming is. De verrekening was niet onevenredig, omdat het totale gezinsinkomen gelijk bleef aan de geldende bijstandsnorm.

Kernpunt: Wezenpensioenen dochter terecht verrekend met bijstandsuitkering.

Rechtbank Gelderland 21 november 2025 (datum publicatie: 27 november 2025) (ECLI:NL:RBGEL:9913)

Samenvatting: De rechtbank verklaart het beroep gegrond tegen de afwijzing van een permanente ontheffing van de arbeidsverplichtingen. Het college had het belastbaarheidsonderzoek onzorgvuldig uitgevoerd en onvoldoende gemotiveerd. De verzekeringsarts baseerde de verwachting op herstel (niet-duurzaamheid) enkel op de vermeende wens van eiser om te verhuizen, zonder objectieve medische onderbouwing of informatie over adequate behandeling.

Kernpunt: Afwijzing permanente ontheffing arbeidsverplichting onzorgvuldig al herstelmogelijkheden onvoldoende medisch gemotiveerd zijn.

Rechtbank Limburg 17 november 2025 (datum publicatie: 26 november 2025) (ELCI:NL:RBLIM:2025:11399)

Samenvatting: De rechtbank verklaart de beroepen gegrond tegen intrekking en terugvordering van bijstand wegens een vermeende gezamenlijke huishouding. Het college had onvoldoende bewijs geleverd dat eiser zijn hoofdverblijf had op het uitkeringsadres van eiseres. De 70 waarnemingen van zijn auto waren slechts een aanwijzing van frequent verblijf, bijvoorbeeld voor omgang met de kinderen. Ook de tijdens het huisbezoek aangetroffen spullen van eiser, zoals een apneuapparaat en administratie, waren onvoldoende om het zwaartepunt van zijn leven aan te tonen. Het college moet de motiveringsgebreken herstellen.

Kernpunt: Intrekking wegens gezamenlijke huishouding moet voldoende aangetoond zijn door het college.

Rechtbank Midden-Nederland 23 oktober 2025 (datum publicatie: 27 november 2025) (ECLI:NL:RBMNE:2025:5951)

Samenvatting: De rechtbank verklaart het beroep gegrond tegen de niet-ontvankelijkverklaring van een bezwaar wegens termijnoverschrijding. Het college maakte de verzending van het niet-aangetekende primaire besluit onvoldoende aannemelijk met een deugdelijke administratie. De bezwaartermijn startte pas toen eiser op 16 april 2024 via e-mail kennisnam van het besluit.

Kernpunt: Bezwaar terecht ontvankelijk omdat verzending besluit niet is bewezen.

Rechtbank Overijssel 29 juli 2025 (datum publicatie: 17 november 2025) (ECLI:NL:RBOVE:2025:5017)

Samenvatting: De rechtbank verklaarde het beroep gegrond tegen de afwijzing van bijzondere bijstand voor de kosten van een vloer. Hoewel kosten voor schade in beginsel zijn uitgesloten (artikel 14 PW), oordeelde de rechtbank dat sprake was van zeer dringende redenen (artikel 16 PW). Eiser leefde op een betonnen vloer, wat leidde tot gezondheidsrisico's, belemmerde de omgang met zijn minderjarige zoon en leidde tot dreigende huisuitzetting. Het college moet alsnog bijzondere bijstand toekennen voor de vloer en legkosten, voor zover deze niet uit reeds ontvangen schadevergoeding betaald kunnen worden.

Kernpunt: College moet alsnog bijzondere bijstand voor een vloer toekennen wegens zeer dringende redenen (gezondheid, omgang, uitzetting).

Rechtbank Overijssel 22 augustus 2025 (datum publicatie: 17 november 2025) (ECLI:NL:RBOVE:2025:5271)

Samenvatting: De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. Bijstand werd terecht opgeschort en ingetrokken wegens schending van de inlichtingenplicht. Eiseres meldde ongemelde bankrekeningen met hoge bedragen en een Bitvavo crypto-account niet. De gevraagde bankafschriften waren noodzakelijk om het vermogen en daarmee het recht op bijstand vast te stellen. Het college mocht de informatie opvragen, aangezien de rekeningen op naam van eiseres stonden. Het beroep op schending van de privacy van haar volwassen kinderen werd afgewezen.

Kernpunt: Bijstand terecht ingetrokken wegens schending inlichtingenplicht over crypto en bankrekeningen op nam van eiseres.

Rechtbank Overijssel 10 oktober 2025 (datum publicatie: 14 november 2025) (ECLI:NL:RBOVE:2025:6020)

Samenvatting: De rechtbank oordeelde dat de intrekking en terugvordering (€24.564,65) van bijstand en de boete (€785,04) terecht waren. Eiseres schond de inlichtingenplicht door ongemelde bankrekeningen en een Bitvavo-account (die op haar naam stonden) niet te melden. Omdat zij weigerde de nodige duidelijkheid over haar vermogenssituatie te geven, kon haar recht op bijstand over de gehele periode niet worden vastgesteld. De terugvordering was verplicht. De boete was terecht opgelegd, waarbij rekening werd gehouden met haar draagkracht (5% van de norm).

Kernpunt: Intrekking, terugvordering en boete terecht want het recht op bijstand was niet vast te stellen door verzwegen vermogen/crypto.

Rechtbank Rotterdam 14 november 2025 (datum publicatie: 20 november 2025) (ECLI:NL:RBROT:2025:13064)

Samenvatting: De rechtbank oordeelde dat de opgelegde korting van 100% op de bijstandsuitkering gedurende één maand terecht was, omdat eiser verwijtbaar passende arbeidsvoorzieningen weigerde. Het college had maatwerk geleverd door proefplaatsingen in licht productiewerk aan te bieden, rekening houdend met eisers fysieke beperkingen. De rechtbank passeerde eisers redenen voor weigering (saaie arbeid en verflucht). Aangezien de weigering een geüniformeerde verplichting betreft, moest de voorgeschreven maatregel worden opgelegd, zonder dat een voorafgaande waarschuwing vereist was.

Kernpunt: Korting terecht opgelegd wegens verwijtbare weigering van passende arbeidsvoorzieningen.

Rechtbank Rotterdam 18 november 2025 (datum publicatie: 24 november 2025) (ECLI:NL:RBROT:2025:13269)

Samenvatting: De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond tegen de toekenning van bijzondere bijstand voor huur tijdens detentie in de vorm van een lening. Het college hanteerde begunstigend beleid, hoewel de wet bijstand tijdens detentie uitsluit. De bijstand werd als lening verstrekt, omdat detentie als gevolg van verwijtbaar gedrag wordt gezien. De rechtbank toetst alleen de consistente toepassing van dit begunstigende beleid. Eiser had geen omstandigheden aangevoerd die leidden tot ‘zeer dringende redenen’ (artikel 16 PW), aangezien zijn omstandigheden gelden voor iedereen die in detentie is geraakt.

Kernpunt: Bijzondere bijstand huur detentie terecht als lening verstrekt.

Rechtbank Rotterdam 21 november 2025 (datum publicatie: 21 november 2025) (ECLI:NL:RBROT:2025:13513)

Samenvatting: De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond tegen de intrekking en terugvordering (€69.954,45) van bijstand wegens het verzwijgen van onroerende zaken in Turkije. Het onderzoek, uitgevoerd na anonieme meldingen en met een door eiseres verstrekte machtiging aan een medewerker, was rechtmatig en schond artikel 8 EVRM niet. De registratie in een officieel eigendomsregister rechtvaardigt de vooronderstelling dat eiseres over het vermogen kon beschikken. De verplichte intrekking en terugvordering waren geboden, en het beroep op het evenredigheidsbeginsel faalde wegens het gebonden karakter van de bevoegdheid.

Kernpunt: Bijstand terecht ingetrokken wegens verzwegen onroerend goed in Turkije.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 5 november 2025 (datum publicatie: 20 november 2025) (ECLI:NL:RBZWB:2025:7575)

Samenvatting: De rechtbank verklaarde het beroep deels gegrond tegen herziening, terugvordering en boete wegens niet-gemelde stortingen. De kasstortingen (€1.050,-) werden onterecht als inkomen aangemerkt, aangezien eisers aannemelijk maakten dat het eigen, eerder opgenomen geld betrof. Bijschrijvingen van derden (giften, €734,00) zonder specifieke bestemming werden echter terecht als inkomen beschouwd, wat leidde tot schending van de inlichtingenplicht. Het beroep op dringende redenen wegens gebrekkige taalbeheersing tijdens de intake slaagde niet.

Kernpunt: Kasstortingen deels geen inkomen, maar niet gemelde giften van derden leiden tot deels terugvordering.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 11 november 2025 (datum publicatie: 19 november 2025) (ECLI:NL:RBZWB:2025:7751)

Samenvatting: De rechtbank verklaarde het beroep gedeeltelijk gegrond tegen de intrekking en terugvordering van bijstand. De intrekking over april tot en met mei 2023 en de bijbehorende terugvordering werden bevestigd, omdat eiseres de inlichtingenplicht schond door geen melding te maken van ondernemersactiviteiten (teruggave omzetbelasting) en zij weigerde stukken te overleggen. De intrekking vanaf 12 maart 2024 werd vernietigd. Het college had onvoldoende gemotiveerd waarom de ontbrekende bankafschriften over februari 2024 noodzakelijk waren voor het vaststellen van het recht op voortzetting van de bijstand vanaf die datum.

Kernpunt: Intrekking deels vernietigd vanwege gebrek aan motivering relevantie bankafschriften voor voortzetting bijstand.

overzicht 2025

Bekijk alle belangrijke uitspraken in het Sociaal Domein van 2025, onderverdeeld per maand

Gerelateerd

Jeugdwet en Wmo 2015: belangrijke juridische uitspraken van oktober 2025

Jeugdwet en Wmo 2015: belangrijkste jurisprudentie van november 2025

Bekijk een overzicht van belangrijke juridische uitspraken binnen het sociaal domein die voor de Jeudgwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo)...

Rechtbank fluit Zilveren Kruis terug over vergoedingsvoorwaarde voor geneesmiddelen

De rechtbank Den Haag publiceerde onlangs haar vonnis van 21 mei 2025, waarin zij een streep zet door het beleid van Zilveren Kruis (ende aan haar gelieerde...

Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg | Blog 6: Centrale toezichthoudende rol NZa

Naar aanleiding van geconstateerde structurele knelpunten in de jeugdhulp en jeugdzorg is de Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg ingediend en 7 oktober...

Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg | Blog 5: Eisen aan bedrijfsvoering en jaarverantwoording jeugdhulpaanbieders

Naar aanleiding van geconstateerde structurele knelpunten in de jeugdzorg - waaronder jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering vallen - is...

Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg | Blog 4: Verplichte bestuursstructuur en raad van toezicht

Naar aanleiding van geconstateerde structurele knelpunten in de jeugdzorg - waaronder jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering vallen - is...

Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg | Blog 3: Regiovisie en inspraak van jeugdigen

Naar aanleiding van geconstateerde structurele knelpunten in de jeugdzorg - waaronder jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering vallen - is...
No posts found