1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Eisen ten aanzien van buitengewone opzegging van overeenkomsten met handelsvertegenwoordigers of distributeurs en agenten wegens te lage omzet

Eisen ten aanzien van buitengewone opzegging van overeenkomsten met handelsvertegenwoordigers of distributeurs en agenten wegens te lage omzet

Een Nederlandse ondernemer verkoopt zijn producten door middel van handelsvertegenwoordigers of distributeurs en agenten (hierna te noemen 'verkooppartner') in Duitsland. Verkoopovereenkomsten worden veelal gesloten met een vaste looptijd van enkele jaren, maar ook bij overeenkomsten voor onbepaalde tijd is een opzegtermijn in acht te nemen, die snel zes maanden kan zijn. Stel dat de door de verkooppartner gerealiseerde omzetten achterblijven ten opzichte van de verwachtingen – kan de onderne...
Leestijd 
Auteur artikel Susanne Hermsen-Pfeiffer
Gepubliceerd 10 april 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Een Nederlandse ondernemer verkoopt zijn producten door middel van handelsvertegenwoordigers of distributeurs en agenten (hierna te noemen 'verkooppartner') in Duitsland. Verkoopovereenkomsten worden veelal gesloten met een vaste looptijd van enkele jaren, maar ook bij overeenkomsten voor onbepaalde tijd is een opzegtermijn in acht te nemen, die snel zes maanden kan zijn. Stel dat de door de verkooppartner gerealiseerde omzetten achterblijven ten opzichte van de verwachtingen – kan de ondernemer de relatie dan toch voortijdig opzeggen?

Opzegtermijn
Volgens de wettelijke regelingen kan de contractuele relatie door iedere partij om gegronde redenen worden opgezegd, zonder inachtneming van een opzegtermijn. Van een gegronde reden in deze zin is sprake wanneer voortzetting van de overeenkomst tot het verstrijken van de gewone opzegtermijn of tot de overeengekomen beëindiging van de overeenkomst, met inachtneming van alle omstandigheden van het individuele geval en na afweging van de belangen van beide contractpartners, niet van de opzeggende partij kan worden gevergd.In dit spanningsveld beweegt zich ook de opzegging wegens te lage omzetten van de verkooppartner. Het financiële belang van de opdrachtgever bij een hoge omzet en het belang van de verkooppartner bij financiële en juridische zekerheid door middel van voortzetting van de contractuele relatie staan tegenover elkaar.

Als de partijen geen minimale omzet hebben afgesproken, geldt dat alleen het niet halen van de omzetverwachtingen op grond van verwijtbaar plichtsverzuim buitengewone opzegging op staande voet kan rechtvaardigen. Het streven om zo hoog mogelijke omzetten te realiseren, behoort tot de contractuele verplichtingen van de verkooppartner. Daarom moet worden vastgesteld of er bij adequate inspanningen hogere omzetten hadden kunnen worden gerealiseerd en ten opzichte waarvan de feitelijk gerealiseerde omzetten moeten worden gemeten. Het is in dit opzicht niet van belang of er van begin af aan al niet aan de omzetverwachtingen wordt voldaan, of dat de omzetten in een later stadium achterblijven. Hetzelfde geldt voor het geval de omzetten van de verkooppartner achterblijven ten opzichte van die van andere verkooppartners. Volgens de regels is een voorafgaande officiële waarschuwing nodig om buitengewone opzegging mogelijk te maken.

Overeenkomen van minimumomzet
In de praktijk komt dikwijls de situatie voor dat de partijen contractueel een minimumomzet zijn overeengekomen, maar aan het niet bereiken daarvan geen rechtsgevolg hebben verbonden. Dit is niet wenselijk omdat dit voor interpretatie vatbaar is. De partijen kunnen rechtsgeldige minimumomzetten overeenkomen. Dit kan plaatsvinden door middel van algemene voorwaarden of een individuele overeenkomst. Welke betekenis de omzettarget heeft, dient steeds door interpretatie te worden vastgesteld. Veelal dient een dergelijke overeenkomst gewoon als een doelstelling te worden opgevat, die op zich een buitengewone opzegging niet rechtvaardigt. Als het realiseren van de minimumomzetten evenwel als een echte contractuele verplichting dient te worden beschouwd, kan de ondernemer de verkoopovereenkomst opzeggen wegens niet-nakoming van deze verplichting, indien de verkooppartner een verwijtbaar plichtsverzuim ten laste kan worden gelegd.

De partijen kunnen ook minimumomzetten overeenkomen en tegelijk hieraan een rechtsgevolg verbinden, bijvoorbeeld vastleggen dat bij het niet realiseren van de minimumomzetten de contractuele relatie door de opdrachtgever via buitengewone opzegging kan worden opgezegd. Indien de overeenkomst tot stand komt via individuele afspraken, dan dient door interpretatie van de overeenkomst te worden vastgesteld of de buitengewone opzegging in het individuele geval mag plaatsvinden zonder belangenafweging. Is de belangenafweging in het individuele geval niet nodig, dan kan de verkoopbemiddelaar zich echter tegen de opzegging verdedigen met als bezwaar dat deze indruist tegen de goede trouw. Als de afspraak over de minimumomzet en de opzeggingsconsequentie onderdeel van de overeenkomst worden als een algemene voorwaarde, dan is deze nietig, wanneer volgens de tekst van de bepaling de opzegging van de overeenkomst ook zou zijn toegestaan, wanneer de verkooppartner zich naar beste vermogen heeft ingespannen om het verkoopresultaat te behalen. Uit de bepaling moet dus blijken dat buitengewone opzegging alleen mag plaatsvinden wanneer de verkooppartner verwijtbaar de minimumomzet niet heeft gerealiseerd. In dit geval is geen voorafgaande officiële waarschuwing nodig, ongeacht de vraag of de overeenkomst door middel van een individuele overeenkomst of door middel van algemene voorwaarden plaatsvindt.

Hieruit blijkt dat er aan opzegging van de verkooppartner wegens te lage omzetten hoge eisen worden gesteld, die de ondernemer voor niet onaanzienlijke juridische problemen kunnen plaatsen.