In een recent gepubliceerde uitspraak heeft het Hof ’s-Hertogenbosch zich gebogen over de vraag of een door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) opgelegde boete voor zover die (eventueel) betrekking heeft op een voordeelontnemend gedeelte, aftrekbaar is voor de winstbepaling of niet.
De NMa heeft aan onderneming A en onderneming B boetes opgelegd vanwege overtreding van de kartelverboden van artikel 6 Mededingingswet en artikel 81 EG-Verdrag (thans artikel 101 VWEU).
In geschil is of de opgelegde boetes onder de aftrekuitsluiting van artikel 8, eerste lid, Wet VPB 1969 in verbinding met artikel 3.14, eerste lid, aanhef en onderdeel c, Wet IB 2001 vallen. Volgens A en B hebben de boetes een geheel of gedeeltelijk voordeelontnemend karakter. De boetes vallen dan niet onder de aftrekuitsluiting van art. 3.14 Wet IB 2001. De inspecteur stelt dat boetes uitsluitend bestraffend van karakter zijn en daarom niet aftrekbaar zijn. Dit wordt bevestigd door de Rechtbank Breda. A en B komen in beroep.
Het Hof oordeelt echter dat het voor de toepassing van de aftrekbeperking niet van belang is of een opgelegde boete mede een voordeelontnemend karakter heeft. Mededingingsboeten zijn hoe dan ook naar intern Nederlands fiscaal recht niet aftrekbaar bij de bepaling van de fiscale winst van ondernemingen. Het Hof sluit zich aan bij de conclusie van A-G Wattel van 22 december 2009 in de gelijksoortige zaken 09/00617 (LJN: BL0214), 09/00618 (LJN: BL0221) en 09/00928 (LJN: BL0225).
Is een boete opgelegd door de NMa aftrekbaar?
In een recent gepubliceerde uitspraak heeft het Hof ’s-Hertogenbosch zich gebogen over de vraag of een door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) opgelegde boete voor zover die (eventueel) betrekking heeft op een voordeelontnemend gedeelte, aftrekbaar is voor de winstbepaling of niet.
Leestijd
Auteur artikel
Selma van Ramele
Gepubliceerd
13 april 2011
Laatst gewijzigd
31 mei 2022