In een annotatie in de JOR die verschenen is in de JOR 2023/73 heb ik de overwegingen in het arrest van het hof Den Haag toegelicht aan de hand van het onderliggende juridische kader en de eerdere jurisprudentie. Er zijn voor de bancaire retailpraktijk een aantal interessante gevolgtrekkingen uit deze uitspraak te halen. Overigens is tegen dit arrest van het hof Den Haag cassatieberoep ingesteld door de claimstichting. In het tweede cassatieberoep wordt geklaagd over de samenhang van het omzettings- en beëindigingsrecht en de Wijzigingsbedingen, het toetsingsmoment voor vaststelling of het beëindigings- en omzettingsrecht een louter formeel recht was, en de weging van de omstandigheid dat het beding voorkomt op de indicatieve lijst. Het einde van de reeks jurisprudentie over dit onderwerp is dus nog niet in zicht. Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact met mij opnemen (borne@dirkzwager.nl)
Gerechtshof Den Haag wijst arrest over opslagwijzigingsbeding bij hypotheken
Het Gerechtshof Den Haag heeft op 11 oktober 2022 arrest gewezen over het opslagwijzigingsbeding bij hypotheken met een variabele rente, de zogenaamde Euribor-hypotheken (ECLI:NL:GHDHA:2022:1983) . Dit arrest is de [voorlopig] laatste schakel in een reeks jurisprudentie over een opslagwijzigingsbeding bij variabelrentende hypotheken, die consumenten hadden afgesloten bij ABN AMRO en Fortis. De rentebetalingen bestonden bij deze hypothecaire leningen uit het variabele Euribor rentetarief vermeerderd met een opslag. De leningsdocumentatie bevatte bedingen op grond waarvan de bank de opslag eenzijdig mocht wijzigen (de “Wijzigingsbedingen”). In de collectieve 'Stop de Banken' procedures is de geldigheid van deze Wijzigingsbedingen getoetst aan de Richtlijn Oneerlijke Bedingen. Na het arrest van de Hoge Raad waarin een helder kader geschetst heeft, is het geding verwezen naar het hof Den Haag.
Leestijd
Auteur artikel
Chantal van den Borne
Gepubliceerd
28 november 2023
Laatst gewijzigd
28 november 2023
