1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Kan een bestuurder zijn aansprakelijkheid beperken door middel van een exoneratiebeding?

Kan een bestuurder zijn aansprakelijkheid beperken door middel van een exoneratiebeding?

In een recente uitspraak van de Rechtbank Amsterdam kwam de vraag aan de orde of de bestuurder van een beherend vennoot zijn interne aansprakelijkheid bij voorbaat kan beperken door het overeenkomen van een exoneratiebeding.FeitenX is bestuurder van de beherend vennoot (‘Stichting’) van KS Boulevard CV (‘CV’). De CV heeft een belang in Nolita UAB (‘Nolita’), een vennootschap naar Litouwens recht. Nolita houdt zich bezig met het ontwikkelen van een vastgoedproject in Litouwen.X oefent zijn bes...
Leestijd 
Auteur artikel Maartje ter Horst
Gepubliceerd 22 augustus 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In een recente uitspraak van de Rechtbank Amsterdam kwam de vraag aan de orde of de bestuurder van een beherend vennoot zijn interne aansprakelijkheid bij voorbaat kan beperken door het overeenkomen van een exoneratiebeding.

Feiten
X is bestuurder van de beherend vennoot (‘Stichting’) van KS Boulevard CV (‘CV’). De CV heeft een belang in Nolita UAB (‘Nolita’), een vennootschap naar Litouwens recht. Nolita houdt zich bezig met het ontwikkelen van een vastgoedproject in Litouwen.

X oefent zijn bestuurstaak mede uit op basis van een door de Stichting, de CV en X gesloten bestuursovereenkomst. Hierin is een exoneratiebeding opgenomen, inhoudende dat de aansprakelijkheid van X terzake van haar bestuursactiviteiten voor de Stichting zowel jegens de Stichting als de CV is uitgesloten, behoudens gevallen van opzet of grove schuld.

Op enig moment schakelt de Stichting een lokaal adviseur in, door wiens handelen de CV financiële schade lijdt. Als gevolg daarvan vorderen zowel de Stichting als KS Boulevard een verklaring voor recht dat X als bestuurder van de Stichting haar taak onbehoorlijk heeft vervuld ten aanzien waarvan haar een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Daarnaast eisen zij schadevergoeding van X. X stelt echter dat zij niet aansprakelijk kan worden gehouden, gelet op het in de bestuursovereenkomst opgenomen exoneratiebeding.

Procedure
In de procedure die dan volgt stelt de rechtbank allereerst vast dat de rechtsgeldigheid van het exoneratiebeding niet ter discussie staat. Evenmin is in geschil dat het exoneratiebeding tussen partijen van toepassing is.

Nu de vorderingen zijn gebaseerd op het handelen van X als bestuurder van de Stichting, is volgens de rechtbank voor aansprakelijkheid van X vereist dat haar opzet dan wel grove schuld kan worden verweten. Dit leidt ertoe dat de aan het adres van X gemaakte verwijten in dat kader dienen te worden beoordeeld. De door de Stichting en KS Boulevard gevorderde verklaring voor recht, inhoudende dat X ten aanzien van haar onbehoorlijke taakvervulling een ernstig verwijt kan worden gemaakt, dient dan ook te worden afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de Stichting en KS Boulevard geen belang hebben bij de gevorderde verklaring voor recht, gelet op het feit dat het exoneratiebeding van toepassing is op de gedragingen van X. De vordering van Stichting en KS Boulevard wordt dan ook afgewezen.

Tot slot
Opvallend is dat de rechtbank in deze zaak niet toekomt aan de vraag of in dit geval sprake was van opzet of grove schuld. De vorderingen van de Stichting en KS Boulevard waren hier namelijk niet op gebaseerd, maar zagen enkel op de vraag of X een ernstig verwijt kon worden gemaakt. Dit betreft een andere maatstaf. Nu de rechtsgeldigheid en toepasselijkheid van het exoneratiebeding niet ter discussie stond, kon de rechtbank de vordering van de Stichting en KS Boulevard reeds daarom, wegens gebrek aan belang, afwijzen.