Kan iedereen handelen namens een BV i.o.?

15 april 2013
Naar Nederlands recht bestaat de mogelijkheid tot het handelen namens een nog op te richten BV. De wettelijke basis hiervoor ligt besloten in artikel 2:203 van het Burgerlijk Wetboek. Voor de toepasselijkheid van deze bepaling is voldoende dat tegenover de derde met wie wordt gehandeld op voor hem duidelijk kenbare wijze wordt gehandeld namens een op te richten BV. Deze moet op de een of andere wijze als zodanig bij die handeling zelf worden aangeduid en dit gebeurt veelal door het bezigen va...
Bas Bookelmann
Bas Bookelmann
Notaris - Partner
In dit artikel
Naar Nederlands recht bestaat de mogelijkheid tot het handelen namens een nog op te richten BV. De wettelijke basis hiervoor ligt besloten in artikel 2:203 van het Burgerlijk Wetboek. Voor de toepasselijkheid van deze bepaling is voldoende dat tegenover de derde met wie wordt gehandeld op voor hem duidelijk kenbare wijze wordt gehandeld namens een op te richten BV. Deze moet op de een of andere wijze als zodanig bij die handeling zelf worden aangeduid en dit gebeurt veelal door het bezigen van de terminologie ‘BV in oprichting’.

Voor de vennootschap in oprichting namens wie is gehandeld ontstaan slechts rechten en verplichtingen wanneer zij die rechtshandelingen na haar oprichting bekrachtigt. De bekrachtiging dient te geschieden door de vennootschap in wier naam de rechtshandeling is verricht en bovendien moet worden aangemerkt als de vennootschap die partijen op het oog hadden toen de overeenkomst tot stand kwam.

Als een rechtshandeling namens een BV in oprichting is mede te verstaan is het instellen van een vordering in rechte. Wanneer tijdens de procedure de vennootschap daadwerkelijk wordt opgericht, kan die vennootschap de procedure voortzetten, daarmee de processuele handelingen die door de oprichter namens de vennootschap i.o. zijn verricht bekrachtigend. Hierbij is niet alleen van belang dat de op te richten vennootschap namens wie is gehandeld en de opgerichte vennootschap dezelfde zijn, doch ook de persoon die namens de BV in oprichting heeft gehandeld is relevant. Dit blijkt uit een recente uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant. In deze zaak werd door een natuurlijk persoon (hierna aangeduid als: X), handelend namens een BV in oprichting (hierna aangeduid als: Y) een vordering ingesteld tot betaling van openstaande facturen voor verrichtte werkzaamheden tegen A. Y is ingeschreven bij het handelsregister met als bevoegd functionaris Z.

A stelt dat X niet de oprichter is van Y maar Z en dat X niet met haar namens Y heeft gehandeld. De rechtbank oordeelt dat het voor de vraag of Y gebonden is relevant is wie de handelend persoon is geweest zeker indien de handelend persoon niet beoogd heeft zichzelf te binden. Nu X niet heeft kunnen aantonen dat hij namens Y met A heeft gecontracteerd en voorts gesteld noch gebleken is dat X een zelfstandig vorderingsrecht op A heeft ter zake van de openstaande facturen of dat hem een dergelijk vorderingsrecht jegens A is overgedragen, wordt de door X en Y ingestelde vordering afgewezen. Voorts oordeelt de rechtbank dat X ook geen direct bij de rechtsverhouding betrokkene is in de zin van artikel 3:302 Burgerlijk Wetboek.

Uit deze uitspraak volgt dus dat vóór of tijdens het proces van oprichting alleen de handelende persoon (of een gemachtigde van hem) namens een BV in oprichting een rechtsvordering kan instellen.

Gerelateerd

Certificering van aandelen: zo maakt u als DGA uw onderneming toekomstbestendig

Iedere DGA stelt zich vroeg of laat de vraag: “hoe ziet de toekomst van mijn onderneming eruit wanneer ik een stap terugdoe of als ik er onverhoopt niet meer...

Tijdig starten met bedrijfsopvolging: het belang van een gestructureerd tijdspad voor de BOR

Veel DGA’s schuiven bedrijfsopvolging voor zich uit. Begrijpelijk, want de dagelijkse bedrijfsvoering vraagt al genoeg aandacht. Het gevaar is echter dat de...

Wet Vifo & Wet weerbaarheid defensie: impact op doelondernemingen

Door toenemende geopolitieke spanningen hebben de NAVO-landen eerder dit jaar ingestemd met een nieuwe NAVO-norm van 5% van het BBP. De Nederlandse defensie-...
Defensie en veiligheid - beveiligingscamera

Defensie & Veiligheid: investeren, innoveren en beschermen

Door toenemende geopolitieke spanningen hebben de NAVO landen recentelijk ingestemd met een nieuwe NAVO norm van 5% van het BBP. De Nederlandse defensie- en...
Veiligheid en defensie

Defensie & Veiligheid: financieringsmogelijkheden van het SecFund

In verband met de toenemende geopolitieke spanningen is men het eens dat meer geld moet worden geïnvesteerd in de defensie-industrie. In lijn daarmee stemden...

Onrechtmatige beëindiging duurovereenkomst

In drie eerdere artikelen schreef mijn collega Selma van Ramele al over de duurovereenkomst en de (on)mogelijkheid tot opzegging van een dergelijke...
No posts found