1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Nadeelcompensatie A9 Gaasperdammerweg en schade door uitvoeringsoverlast: voorzienbaarheid en causaal verband afzonderlijk motiveren (1)

Nadeelcompensatie A9 Gaasperdammerweg en schade door uitvoeringsoverlast: voorzienbaarheid en causaal verband afzonderlijk motiveren

Indien vergoeding wordt geclaimd van schade door uitvoeringsoverlast moet in het besluit worden ingegaan op de voorzienbaarheid van mate en duur van die overlast en op het causaal verband tussen die overlast en de schade.
Leestijd 
Auteur artikel Hanna Zeilmaker
Gepubliceerd 29 april 2021
Laatst gewijzigd 30 april 2021

Verzoek om nadeelcompensatie wegens overlast en inkomensderving

De huurster van een woning heeft verzocht om vergoeding van de schade die zij heeft geleden als gevolg van de aanleg van de A9 Gaasperdammerweg als tunnel. De huurster heeft overlast ondervonden van de werkzaamheden ten behoeve van de uitvoering van het project. Bovendien heeft de overlast geleid tot gemiste inkomsten uit de exploitatie van een kinderdagverblijf in de woning.

De minister heeft de aanvraag van [appellante] behandeld met toepassing van de Beleidsregel Nadeelcompensatie Infrastructuur en Milieu 2014 (hierna: de beleidsregel). Naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling van 26 augustus 2020 is de Minister (alsnog) uitgegaan van een normaal maatschappelijk risico van zes maanden, en bedroeg de schadeperiode negen maanden ofwel 29 weken. De Minister is verder uitgegaan van een vergoeding op basis van de betaalde huur. De Minister had het verzoek om vergoeding van inkomensschade afgewezen omdat de huurster bij de aanvang van de exploitatie van het kinderdagverblijf in 2015 had moeten begrijpen dat de aanleg van een tunnel van 3 km lang zeer veel en ernstige overlast tot gevolg zou hebben. De inkomensschade was volgens de Minister dus voorzienbaar.

Beroep: voorzienbaarheid ter discussie

De huurster betwist dat de inkomensschade voor haar voorzienbaar was en dus voor haar rekening moet blijven. Zij voert aan dat zij niet had kunnen voorzien dat de ingrijpende werkzaamheden voor dusdanige overlast zouden zorgen, dat zij haar onderneming niet kon voortzetten. Door de overlast konden de door haar opgevangen zeer jonge kinderen niet meer in de woning verblijven en zijn deze kinderen door hun ouders in een andere opvang geplaatst. Huurster had bij het starten van haar onderneming onmogelijk kunnen voorzien dat er gedurende de hele dag zoveel overlast zou worden veroorzaakt, waarbij niet zelden de geluidwaarden werden overschreden, dat zij geen kinderen meer kon opvangen in haar woning.

Afdeling bestuursrechtspraak: onderscheid voorzienbaarheid project en voorzienbaarheid hinder

De Afdeling stelt voorop dat voor het aannemen van voorzienbaarheid niet is vereist dat verwezenlijking van de schadeveroorzakende overheidsmaatregel volledig en onherroepelijk vaststaat, dat de maatregel tot in detail is uitgewerkt of dat de omvang van de nadelige gevolgen met nauwkeurigheid kan worden bepaald. Beslissend is of op het moment van investering, zoals bij de aankoop van een onroerende zaak, de mogelijkheid van de schadeveroorzakende overheidsmaatregel zodanig kenbaar was, dat hiermee bij de beslissing tot investering rekening kon worden gehouden. Dit geldt ook voor tijdelijke hinder, zoals in dit geval aan de orde is.

In het deskundigeadvies waarop de Minister zijn besluit heeft gebaseerd is niets vermeld over de mate en duur van de overlast die een omwonende op basis van het tracébesluit kon verwachten van de reconstructiewerkzaamheden. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de minister in haar besluit, gelezen in samenhang met het advies, onvoldoende draagkrachtig gemotiveerd dat de huurster de aard, ernst, omvang en duur van de hinder als gevolg van die werkzaamheden ten tijde van de investeringsbeslissing in volle omvang kon voorzien. In het advies is ten onrechte geen onderscheid gemaakt tussen de voorzienbaarheid van het project en de voorzienbaarheid van de hinder als gevolg van de werkzaamheden ten behoeve van het project. De minister mocht het advies daarom niet aan haar besluit ten grondslag leggen.

De Afdeling vernietigt dan ook het besluit; de Minister moet een nieuw besluit nemen waarvoor zij nader advies moet inwinnen. In het advies moet de deskundige ingaan op de voorzienbaarheid van de inkomensschade op het moment van investeren en op de vraag in hoeverre er een rechtstreeks oorzakelijk verband is tussen de gestelde inkomensschade en de werkzaamheden ten behoeve van het project. Zo nodig moet de deskundige ook ingaan op de omvang van deze inkomensschade en op de vraag welk gedeelte van de schade onder het normale maatschappelijke risico valt.

Heeft u vragen over dit artikel of nadeelcompensatie/planschade? Neemt u gerust contact op met Hanna Zeilmaker of Joske Hagelaars, de ervaren specialisten planschade en nadeelcompensatie van Dirkzwager.