1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Netbeheerder mag kosten in rekening brengen voor een tracéstudie

Netbeheerder mag kosten in rekening brengen voor een tracéstudie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigt dat een netbeheerder bij de realisatie van een maatwerkaansluiting kosten voor een tracéstudie in rekening mag brengen. Deze kosten maken geen onderdeel uit van de kosten voor het opstellen van de offerte.
Leestijd 
Auteur artikel Maarten Kole
Gepubliceerd 17 januari 2022
Laatst gewijzigd 17 januari 2022

Tracéstudie 

Een aansluiting bestaat blijkens artikel 28 lid 1 E-wet en artikel 2.3.2a Tarievencode Elektriciteit uit de knip, de verbinding en de beveiliging evenals de daarmee verbonden werkzaamheden. Voordat een aansluiting kan worden gerealiseerd, vindt bij maatwerkaansluitingen (aansluitingen groter dan 10 MVA, aansluitingen groter dan 1 MVA waarbij is verzocht om van de standaardaansluiting af te wijken dan wel bepaalde tijdelijke aansluitingen) vaak een tracéstudie plaats. Zo een tracéstudie heeft tot doel om het tracé van de verbinding te onderzoeken en te bepalen. Na afronding van de tracéstudie verstrekt de netbeheerder een offerte waarin de kosten voor de realisatie van de aansluiting zijn gespecificeerd.

Windpark Bommelerwaard A2 / Liander

Voor een tracéstudie brengt de netbeheerder kosten in rekening. Windpark Bommelerwaard A2 (‘Windpark’) stelde zich op het standpunt dat dit niet mag. De werkzaamheden zouden noodzakelijk zijn om een offerte uit te brengen. Daarmee zouden deze werkzaamheden zien op de kosten voor het opstellen van de offerte. Op grond van de in artikel 2.3.3a van de Tarievencode Elektriciteit opgenomen standaardfactuur mogen geen kosten voor het opstellen van een offerte in rekening worden gebracht. 

Besluit ACM

De ACM heeft op 19 maart 2021 geoordeeld dat:  ‘de tracéstudie tot doel heeft om het tracé van de verbinding te onderzoeken en te bepalen. De tracéstudie is het planningsgedeelte van de verbinding. Zo blijkt uit de stukken dat de tracéstudie onder meer dient om het kabeltracé te bepalen, een stakeholderanalyse te verzorgen (waarbij bijvoorbeeld in kaart gebracht wordt welke grondeigenaren en vergunningverlenende instanties benaderd moeten worden) en een omgevingsverkenning (zoals bodemonderzoek) uit te voeren. Deze onderdelen zijn naar het oordeel van de ACM essentieel voor de aanleg van de verbinding. De tracéstudie is dan ook onlosmakelijk verbonden met en onderdeel van de werkzaamheden die verband houden met de verbinding als onderdeel van de aansluiting (en dus de aansluitdienst).’

Volgens de ACM heeft Liander dan ook niet in strijd met artikel 28 van de E-wet gehandeld door de kosten voor de tracéstudie bij appellante in rekening te brengen.

Beslissing CBb

Ook het CBb is van oordeel dat de netbeheerder de kosten voor een tracéstudie in rekening mag brengen. Het CBb overweegt in de uitspraak van 11 januari 2022 dat: ‘de (verbinding van de) aansluiting in dit geval niet tot stand kan worden gebracht zonder de tracéstudie. Het gaat hier om een grote aansluiting met een complex tracé voor de kabels (de verbinding). De tracéstudie omvat onder meer onderzoek naar de obstakels op het tracé, raakvlakken met bestaande kabels en leidingen, de aan te vragen vergunningen, de bodem en de uitvoeringskosten en omvat onder meer een uitwerking van het kabeltracé en de projectplanning. Dat een tracéstudie heeft plaatsgevonden voorafgaand aan de offerte voor de aansluitwerkzaamheden en dat appellante er voor had kunnen kiezen de offerte voor de aansluiting niet te accepteren doet er niet aan af dat de tracéstudie onontbeerlijk is voor het tot stand brengen van de aansluiting. Liander heeft er in dit verband terecht op gewezen dat ook een tracéstudie nodig zou zijn geweest als een andere onderneming de aansluiting had aangelegd.’

Tot slot

Door het CBb wordt nog de vraag aangestipt of Liander de kosten van de tracéstudie in rekening had mogen brengen indien de offerte voor de aansluitwerkzaamheden niet zou zijn geaccepteerd. Die vraag heeft het CBb echter niet hoeven te beantwoorden, omdat het Windpark de offerte wel had geaccepteerd. Ik ben van mening dat de netbeheerder deze kosten ook in rekening kan brengen indien de offerte voor de aansluiting wordt afgewezen. Bijvoorbeeld omdat de opdrachtgever de aansluiting ingevolge artikel 16c Elektriciteitswet door een derde laat realiseren dan wel helemaal afziet van de aansluiting. Daarmee ontbreekt niet opeens de samenhang tussen de uitvoering van de tracéstudie en de uitvoering van de aansluiting. Een afwijzing van de offerte leidt er slechts toe dat aan de netbeheerder opdracht is gegeven om alleen een gedeelte van de werkzaamheden ten behoeve van de realisatie van de aansluiting te verrichten. Daarmee maakt de tracéstudie nog steeds onderdeel uit van de uitvoering van de aansluiting.