1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Nieuw besluit van staatssecretaris Wiebes over waardeoverdracht van buitenlands pensioenkapitaal naar verzekeraar Nederlandse pensioenregeling: (n)iets nieuws onder de zon? (1)

Nieuw besluit van staatssecretaris Wiebes over waardeoverdracht van buitenlands pensioenkapitaal naar verzekeraar Nederlandse pensioenregeling: (n)iets nieuws onder de zon?

In het nieuwe ‘besluit Internationale aspecten van pensioenen en stamrechten’, waaraan ik ook in een eerdere bijdrage refereerde, zijn tevens nieuwe voorwaarden opgenomen voor het overdragen van pensioenkapitaal dat is opgebouwd bij een buitenlandse pensioenverzekeraar aan een Nederlandse pensioenverzekeraar. In deze bijdrage licht ik onder meer toe op welke punten het besluit omtrent waardeoverdracht afwijkt van het eerdere besluit in 2008.Hoe werkt een waardeoverdracht?Op waardeoverdracht v...
Leestijd 
Auteur artikel Harold Willems (uit dienst)
Gepubliceerd 25 november 2015
Laatst gewijzigd 16 april 2018

In het nieuwe ‘besluit Internationale aspecten van pensioenen en stamrechten’, waaraan ik ook in een eerdere bijdrage refereerde, zijn tevens nieuwe voorwaarden opgenomen voor het overdragen van pensioenkapitaal dat is opgebouwd bij een buitenlandse pensioenverzekeraar aan een Nederlandse pensioenverzekeraar. In deze bijdrage licht ik onder meer toe op welke punten het besluit omtrent waardeoverdracht afwijkt van het eerdere besluit in 2008.


Hoe werkt een waardeoverdracht?

Op waardeoverdracht van buitenlands pensioenkapitaal naar een Nederlandse pensioenverzekeraar gaat artikel 91 van de Pensioenwet in. Dit artikel schrijft voor onder welke voorwaarden een Nederlandse pensioenuitvoerder gehouden is om als ontvangende pensioenuitvoerder op te treden indien een werknemer buitenlands pensioenkapitaal wenst over te dragen.


Artikel 91 van de Pensioenwet schrijft ten eerste voor dat het moet gaan om een pensioeninstelling uit een andere lidstaat of een verzekeraar met zetel buiten Nederland met vergunning voor uitoefening van het levensverzekerings- of schadeverzekeringsbedrijf in Nederland. Verder geldt dat met de waarde van de overdracht (dus de overdrachtswaarde) pensioenaanspraken bij de pensioenuitvoerder worden verworven, en in geval van de overdracht van partnerpensioen dient de partner in te stemmen met de overdracht daarvan. Verder moet de financiële situatie bij de overdragende pensioenuitvoerder gezond zijn. Tot slot mag de buitenlandse pensioeninstelling of verzekeraar aan de Nederlandse pensioenuitvoerder geen voorwaarden in verband met de waardeoverdracht opleggen, welke in strijd zijn met het bepaalde in de Pensioenwet.


Pensioenwet

Als artikel 91 Pensioenwet van toepassing is, schrijft artikel 10a lid 1 sub f Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (UBLB) voor dat dienstjaren in het buitenland aan de Nederlandse regeling kunnen worden toegekend. Vervolgens schrijft artikel 19b Wet op de Loonbelastingen 1964 voor dat er over de overdracht an sich geen heffing plaatsvindt.

Er ontstaan echter problemen indien het in het buitenland opgebouwde pensioenkapitaal niet valt onder artikel 91 van de Pensioenwet. In dat geval geldt het UBLB namelijk niet voor de buitenlandse diensttijd. Als in die gevallen de Nederlandse werkgever aan de buitenlandse werknemer pensioenaanspraken toekent in de pensioenregeling als tegenprestatie voor het ontvangen kapitaal, komt daardoor wellicht de Nederlandse pensioenregeling in strijd met de voorschriften voor fiscale faciliëring (en geldt dus de omkeerregeling niet). Dit acht de staatssecretaris van Financiën Wiebes ongewenst waardoor ook voor deze situatie een aanwijzing kan worden gegeven en dus wel de fiscale faciliëring geldt.


Welke aanwijzingsvoorwaarden gelden?

Wiebes heeft in het besluit opgenomen onder welke voorwaarden buitenlandse pensioenregelingen mogen worden aangemerkt als pensioenregeling in de zin van de Wet op de Loonbelastingen 1964. Het gaat hier dus om pensioenregelingen van werknemers die pensioenkapitaal vanuit het buitenland laten overdragen aan de pensioenverzekeraar van hun Nederlandse pensioenregeling, welke niet onder artikel 91 van de Pensioenwet vallen. Gelet op de voorwaarden zoals hierboven beschreven kan dit verschillende redenen hebben; wellicht is de financiële situatie van de overdragende pensioenuitvoerder of verzekeraar niet gezond, of legt hij de Nederlandse pensioenuitvoerder voorwaarden op in verband met de waardeoverdracht. Ook kan het zo zijn dat met de overdrachtswaarde geen pensioenaanspraken bij de pensioenuitvoerder worden verworven. Zoals uitgelegd valt een pensioenregeling in die gevallen niet onder artikel 91 van de Pensioenwet. Echter, indien een pensioenregeling voldoet aan de volgende voorwaarden kan deze toch fiscaal gefacilieërd worden overgedragen:



  • De buitenlandse pensioenuitvoerder draagt het pensioenkapitaal rechtstreeks over aan de pensioenverzekeraar.

  • De Nederlandse werkgever kent niet meer pensioenrechten toe dan hetgeen overeenkomt met het overgedragen kapitaal.


Deze laatste voorwaarde behoeft wat uitleg. Als kapitaal wordt ingebracht in een pensioenregeling die is gebaseerd op een eindloonstelsel kan de werkgever aan de werknemer fictieve dienstjaren toekennen, welke overeenkomen met het bedrag van het kapitaal. In geval van een middelloonstelsel kan de werknemer voor het kapitaal een extra pensioenbedrag inkopen. Bij een beschikbare-premiestelsel dient het overgedragen kapitaal als premie voor een toekomstig pensioen.



  • Na de waardeoverdracht blijft de regeling in alle overige opzichten voldoen aan de van toepassing zijnde bepalingen van de Wet LB.

  • De werknemer pleegt in verband met de waardeoverdracht geen enkele aftrek op enig in Nederland belastbaar inkomen van hem of zijn partner.


Wat is dan nieuw?

Wat nieuw is in dit besluit is dat de saldomethode mag worden toegepast op de overdracht van buitenlands pensioenkapitaal, voor zover er voor de buitenlandse pensioenregeling geen fiscale faciliteit is genoten. Onder het oude besluit werd het gedeelte van de pensioenuitkeringen dat betrekking had op het uit het buitenland overgedragen pensioenkapitaal ook in de Nederlandse heffing betrokken, dus ook als hiervoor geen fiscale faciliteit was genoten.


Het bovenstaande vergt een korte uitleg: pensioenuitkeringen zijn in Nederland in beginsel belast, zie artikel 10 lid 1 van de Wet op de Loonbelastingen 1964. Dit geldt ook voor het uit het buitenland overgedragen pensioenkapitaal. Toepassing van de saldomethode leidt ertoe dat, voor zover over het buitenlandse pensioenkapitaal geen fiscale faciliteit is genoten, de pensioenuitkering niet nogmaals belast wordt door toepassing van artikel 10 lid 1 van de Wet op de Loonbelastingen 1964. Kortom, er wordt voorkomen dat er sprake is van een economisch dubbele heffing. Met andere woorden: de pensioenuitkeringen zijn in Nederland onbelast tot het bedrag (het saldo) aan premies waarvoor in het buitenland geen fiscale faciliteit is genoten.


Onder het oude besluit gold deze mogelijkheid ‘slechts’ voor werknemers die tijdelijk in het buitenland zijn gaan werken, maar gedurende de tijd in het buitenland pensioen bleven opbouwen in een Nederlandse pensioenregeling. In dergelijke situaties komt het namelijk (ook) voor dat een pensioenregeling wel voldoet aan de Nederlandse fiscale regels, maar niet aan de buitenlandse. Het gevolg hiervan kan zijn dat de werknemer in het buitenland geen vrijstelling en geen premieaftrek krijgt tijdens de opbouw, terwijl de pensioenuitkeringen normaal worden belast, en er dus sprake is van economische dubbele heffing. Ook in die gevallen wordt de hierboven beschreven saldomethode dus toegepast.


Tot slot heeft de staatssecretaris nog een voorwaarde aan de bovenstaande mogelijkheid (toepassing van de saldomethode na waardeoverdracht vanuit het buitenland) verbonden. De belanghebbende moet desgevraagd aannemelijk kunnen maken dat in verband met het verkrijgen van pensioenaanspraken in het buitenland daadwerkelijk belasting is geheven die naar aard en strekking overeenkomt met de loonbelasting of de inkomstenbelasting. Onder deze daadwerkelijke heffing wordt ook het achterwege blijven van premieaftrek bij de werknemer verstaan. Als dit niet aannemelijk kan worden gemaakt, geldt dus ook niet deze uitzondering. Dit betekent dan dus dat over het pensioenkapitaal ‘gewoon’ heffing betaald dient te worden.


Tot slot

Het besluit behelst nog meer aanwijzingen dan uitsluitend bovengenoemde aanwijzing, zoals de situatie waarin iemand in Nederland pensioen gaat genieten dat eerder in het buitenland is opgebouwd. Op dit kennisportal zullen ook deze onderwerpen toegelicht worden.