De Wcw en Wgiw in vogelvlucht
De Wcw vervangt de huidige Warmtewet en beoogt de warmtemarkt toekomstbestendig te maken. De wet introduceert een volledig nieuw juridisch kader voor warmtelevering, waarin een regierol voor de gemeente, betaalbaarheid, duurzaamheid en leveringszekerheid centraal staan.
De Wgiw geeft gemeenten de wettelijke bevoegdheden om in een wijkgerichte aanpak het aardgasverbruik af te bouwen. Samen vormen beide wetten een samenhangend wettelijk kader voor de warmtetransitie, waarin gemeenten het initiatief nemen en de Wcw de spelregels vastlegt voor collectieve warmtevoorzieningen. Het doel is om gemeenten, warmteleveranciers en afnemers duidelijkheid en bescherming te bieden, terwijl de verduurzaming van warmtevoorziening wordt versneld.
De rol van gemeenten in de warmtetransitie
Met de Wgiw krijgen gemeenten de juridische instrumenten om wijken aardgasvrij te maken. Zij kunnen per wijk vaststellen welk alternatief voor aardgas (zoals een collectief warmtenet of een volledig elektrische oplossing) het meest geschikt is.
De Wcw: nieuw juridisch kader voor collectieve warmte
De Wcw brengt ingrijpende wijzigingen aan in het regelgevend kader voor de exploitatie van collectieve warmtenetten en de levering van collectieve warmte. Daar waar de Warmtewet zich beperkte tot consumentenbescherming (tariefregulering, leveringszekerheid en een vergunningenstelsel voor warmtelevering), bevat de Wcw onder meer omvangrijke regels over exploitatierechten, eigendomsstructuren, tariefsystematiek en verduurzaming.
Warmtekavels en exploitatierechten
- De afbakening en toekenning van exploitatierechten voor nieuw aan te leggen collectieve warmtevoorzieningen (warmtekavels). Deze worden vastgesteld en gewijzigd door het college van burgemeester en wethouders.
- De voortzetting van de exploitatie van bestaande warmtenetten na inwerkingtreding van de Wcw. Uitgangspunt is dat bestaande warmtenetten nog gedurende minimaal 14 tot maximaal 30 jaar geëxploiteerd kunnen worden. Het college dient bestaande warmtebedrijven een aanwijzing als ‘warmtebedrijf’ te verlenen.
Deze bepalingen bepalen welke partijen warmte-infrastructuur mogen exploiteren en hoe lang zij dat mogen blijven doen.
Publiek eigendom en private participatie
Uitgangspunt bij nieuw aan te wijzen warmtebedrijven is dat de eigendom van de aandelen in dat warmtebedrijf voor meer dan 50% (direct of indirect) in handen moet zijn van de ‘overheid’, zijnde de Staat, een provincie, een gemeente of ander openbaar lichaam. Tot 10 jaar na inwerkingtreding van de Wcw blijft het overigens ook voor een ‘privaat’ warmtebedrijf mogelijk om een ‘aanwijzing’ als warmtebedrijf te verkrijgen voor een warmtekavel, indien er – grof en onnauwkeurig gezegd – ‘geen publieke gegadigde’ of warmtegemeenschap is die de exploitatie van het betreffende kavel wil uitvoeren. Een dergelijke aanwijzing loopt dan van minimaal 20 tot maximaal 30 jaar.
Daarnaast blijven er twee andere mogelijkheden voor de participatie van privaat kapitaal, naast de participatie als minderheidsaandeelhouder in een warmtebedrijf:
- Een joint ventureconstructie tussen een privaat warmteleveringsbedrijf en een publiek warmtenetbedrijf
Het blijft mogelijk om een warmteleveringsbedrijf in private eigendom te houden, mits dit warmteleveringsbedrijf (inkoop/productie van warmte en levering daarvan) een joint venture aangaat met een warmtenetbedrijf (beheer, aanleg, onderhoud warmtenet en transport van warmte), waarbij zowel het warmtenetbedrijf als de joint venture (het warmtebedrijf) moeten voldoen aan voornoemde eis van publiekmeerderheidseigendom. - In uitzonderingsgevallen een onafhankelijke regionale warmtetransportbeheerder in private eigendom
Het is strikt genomen mogelijk om een (in uitzonderingsgevallen aan te wijzen) onafhankelijke regionale warmtetransportbeheerder in private eigendom te houden. Gezien de in dat geval beperking in toegestane activiteiten voor zowel de warmtetransportbeheerder als diens groepsvennootschappen (art. 5.12 Wcw), zal het aantal gegadigden vermoedelijk beperkt zijn. Hier ligt mogelijk een rol voor netwerkbedrijven.
Nieuwe tariefsystematiek en versterking consumentenbescherming.
De Wcw bevat een nieuwe tariefsystematiek voor de berekening van de aan afnemers in rekening te brengen tarieven. De huidige koppeling aan de gasprijs, en daarmee de systematiek van niet meer dan anders gaat (in fases) verdwijnen. In plaats daarvan wordt toegewerkt naar een kostengebaseerde tariefregulering¸ nog steeds met een maximumtarief voor kleinverbruikers. Ook grootverbruikersen kleine collectieve warmtesystemen krijgen te maken met gereguleerde tarieven.
Afnemers krijgen daarnaast meer waarborgen op het gebied van leveringszekerheid, klachtenprocedures en transparantie van kosten.
Duurzaamheid als kernverplichting
Warmteleveranciers worden in de Wcw verplicht om hun warmtesystemen te verduurzamen en daarrover te rapporteren (zowel aan verbruikers op de factuur als openbaar). Ook bevat de Wcw een mogelijkheid om bij algemene maatregel van bestuur normen te stellen aan de maximale uitstoot van broeikasgassen ten gevolge van de warmtelevering door een aangewezen warmtebedrijf aan verbruikers. Daarbij kan onderscheid gemaakt worden tussen bestaande en bij inwerkingtreding van de Wcw nog nieuw aan te leggen collectieve warmtesystemen. Uitzonderingen op deze centrale normstelling zijn mogelijk.
Kleine collectieve systemen: lichtere regels
Voor kleinschalige systemen (maximaal 1500 verbruikers, huurders of leden van een VvE, in beide laatste gevallen met een individuele leveringsaansluiting van maximaal 100 kW, die warmte doorgeleverd krijgen van de verhuurder/VvE) geldt een lichter regime. Dit voorkomt onnodige regeldruk bij kleinere projecten, terwijl grotere warmtenetten onder het strikte regime van de Wcw vallen.
Vervolg: verdieping in onze blogreeks
De Wcw betekent een grote stelselwijziging voor gemeenten, warmtebedrijven en afnemers. Voor betrokken partijen is het essentieel om tijdig te anticiperen op de nieuwe regels. Dirkzwager volgt deze ontwikkelingen van dichtbij. In de komende periode zullen wij in een reeks van artikelen dieper ingaan op de verschillende onderdelen van de Wcw, zoals:
- de positie van warmtebedrijven (bestaand en nieuw)
- de rol van netbeheerders en investeerders
- de betekenis van de Wgiw voor de wijkgerichte aanpak
- de financiële en juridische implicaties voor kleine collectieve systemen.
Heeft u als gemeente, warmtebedrijf of investeerder vragen over de gevolgen van de Wcw en Wgiw voor uw organisatie? Neem dan contact op met onze specialisten in energierecht en ondernemingsrecht. Wij adviseren u graag over de juridische en strategische keuzes die nu al relevant zijn in aanloop naar 2026.