1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Onjuist rechtsmiddel ingesteld op advies van de griffier: de juridische gevolgen

Onjuist rechtsmiddel ingesteld op advies van de griffier: de juridische gevolgen

In een recente uitspraak van de kantonrechter van de rechtbank Overijssel zijn de gevolgen van een zogenaamde “apparaatsfout” aan de orde geweest. In casu zijn twee fouten door de griffier van de rechtbank Overijssel gemaakt, waardoor opposant – hoewel hem daarvan geen verwijt treft – zijn mogelijkheid tot het concluderen voor antwoord had verloren.AchtergrondVerhuurder (hier: geopposeerde) heeft huurder (hier: opposant) op 14 augustus 2015 gedagvaard wegens ontbinding van een huurovereenkoms...
Leestijd 
Auteur artikel Imke Vadokas-Hofmans
Gepubliceerd 30 maart 2016
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In een recente uitspraak van de kantonrechter van de rechtbank Overijssel zijn de gevolgen van een zogenaamde “apparaatsfout” aan de orde geweest. In casu zijn twee fouten door de griffier van de rechtbank Overijssel gemaakt, waardoor opposant – hoewel hem daarvan geen verwijt treft – zijn mogelijkheid tot het concluderen voor antwoord had verloren.

Achtergrond
Verhuurder (hier: geopposeerde) heeft huurder (hier: opposant) op 14 augustus 2015 gedagvaard wegens ontbinding van een huurovereenkomst met betrekking tot bedrijfsruimte. De huurder heeft bij e-mail van 24 augustus 2015 de griffier van de rechtbank om uitstel voor het concluderen voor antwoord verzocht. Op 25 augustus 2015 heeft de kantonrechter de vordering van de verhuurder desondanks bij verstek toegewezen.

Nadien bleek dat het uitstelverzoek in het verkeerde dossier terecht was gekomen. De rechtbank Overijssel heeft toen de verhuurder verzocht het verstekvonnis terug te sturen, zodat alsnog uitstel voor het concluderen voor antwoord aan de huurder kon worden verleend. Dit is echter door de verhuurder geweigerd. Bij brief van 2 oktober 2015 deelt de griffier van deze rechtbank vervolgens het navolgende – voor zover hier van belang – aan de huurder mede:

(…) door (is) [sic] u uitstel aangevraagd teneinde te reageren op de dagvaarding d.d. 14 augustus 2015 in de zaak [geopposeerde] contra [opposant] . Nu uw uitstelverzoek per abuis bij het verkeerde dossier was gevoegd, is op de zittingsdatum, 25 augustus 2015, een verstekvonnis gewezen. Het vonnis is reeds naar eiseres verzonden op 1 september 2015.
Op ons verzoek aan mr. […], gemachtigde van geopposeerde, het verstekvonnis aan ons te retourneren, zodat aan u uitstel voor inhoudelijk verweer kon worden verleend, liet hij ons weten hier niet aan mee te willen werken.
Indien u alsnog verweer wenst te voeren in bovenvermelde procedure, kunt u zich wenden tot een deurwaarder of advocaat teneinde een verzetdagvaarding uit te laten brengen. (…) De kosten van de verzetdagvaarding zullen worden vergoed door de rechtbank Overijssel.
(…)
Wij betreuren dat wegens een misslag onzerzijds een verstekvonnis is gewezen en bieden hierbij dan ook onze excuses aan.
(…)”.

De huurder heeft naar aanleiding van deze brief verzet ingesteld bij de kantonrechter van de rechtbank Overijssel. Hieruit komt de uitspraak in de onderhavige procedure voort.

De verhuurder stelt vervolgens in die procedure dat de huurder niet-ontvankelijk verklaard dient te worden in zijn verzet, omdat het indienen van een uitstelverzoek verschijning in rechte zou betekenen en de kantonrechter aldus ten onrechte verstekvonnis heeft gewezen. Volgens de verhuurder had de huurder daartegen hoger beroep in plaats van verzet dienen in te stellen.

De huurder voert het verweer dat men niet reeds in rechte verschijnt door het enkel schrijven van een uitstelbriefje. Het briefje is door een griffier in een ander dossier gedaan, waarmee het in ongerede geraakt zou zijn. De kantonrechter zou aldus terecht verstekvonnis hebben gewezen, waartegen de huurder het juiste rechtsmiddel van verzet heeft ingesteld.

Uitstelverzoek betekent verschijning in rechte
De kantonrechter beantwoordt allereerst de vraag of men reeds in rechte verschijnt door het indienen van een uitstelverzoek. De kantonrechter beantwoordt deze vraag bevestigend, hetgeen leidt tot een vonnis op tegenspraak in plaats van een verstekvonnis. De kantonrechter verwijst daarbij naar de volgende overweging van het hof ’s-Hertogenbosch (18 september 2012, ECLI:NL:GHSHE:2012:BX7987):

“(….) “Niet de uiterlijke verschijningsvorm van het vonnis is in dit verband beslissend, maar hoe het vonnis had behoren te worden uitgesproken (HR 15 oktober 1993, NJ 1994/7). Tegen een dergelijk vonnis staat dan ook geen verzet open, maar uitsluitend hoger beroep”.

Nu opposant, de huurder, het verkeerde rechtsmiddel heeft ingesteld dient hij in beginsel niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn verzet. Echter is de huurder – die op dat moment in persoon procedeerde – door de griffier fout geïnformeerd over het in te stellen rechtsmiddel, welk advies opposant heeft gevolgd en aldus het onjuiste rechtsmiddel heeft ingesteld. De kantonrechter beslist dat dit processueel onjuist handelen van de rechtbank, door een verstekvonnis te wijzen en vervolgens een onjuist advies te verstrekken, rechtstreeks het recht op toegang tot de rechter van opposant raakt, dat mede wordt gewaarborgd door artikel 6 EVRM.

De kantonrechter sluit vervolgens aan bij de vaste rechtspraak van de Hoge Raad inzake de gevolgen van een apparaatsfout en geeft opposant de gelegenheid alsnog het juiste rechtsmiddel tegen het gewezen vonnis in te stellen. Dit betekent dat de huurder alsnog hoger beroep mag instellen.

Recht op toegang tot de rechter daarmee voldoende gewaarborgd?
In kwestie zijn twee fouten door de griffier gemaakt. De eerste fout van de griffier betreft het uitstelverzoek van opposant dat in het verkeerde dossier gestopt is, waardoor de dag erna verstekvonnis is gewezen. De tweede fout van de griffier betreft het onjuiste advies over welk rechtsmiddel daartegen ingesteld dient te worden.

In deze uitspraak is beslist dat door de “apparaatsfout” – het onjuiste advies van de griffier om verzet in te stellen – het recht op toegang tot de rechter van opposant rechtstreeks geraakt is. De kantonrechter herstelt dit door de huurder alsnog in de gelegenheid te stellen hoger beroep in te stellen.

De vraag is of de kantonrechter hier op de juiste manier omgaat met de eerste fout van de griffier. Door de eerste fout van de griffier heeft opposant nooit de gelegenheid tot concluderen gehad en wordt hij nu enkel in de gelegenheid gesteld hoger beroep in te stellen. Gesteld kan daardoor worden dat het recht op toegang tot de rechter van opposant ook in die situatie nog rechtstreeks geraakt wordt, nu opposant – zonder dat hem van het verzuim van de griffier enig verwijt valt te maken – in dit geval de volledige procedure in eerste aanleg misloopt.