1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Ontwerp Wet natuurbescherming ingediend bij Tweede Kamer

Ontwerp Wet natuurbescherming ingediend bij Tweede Kamer

Op 20 augustus jl. zond het kabinet het wetvoorstel voor een nieuwe Wet natuurbescherming naar de Tweede Kamer. Op het voorontwerp van de wet is ernstige kritiek gekomen van natuurbeschermings-organisaties. Ook de Raad van State had ernstige kritiek. In het voorontwerp is gedeeltelijk, maar zeker niet geheel, aan die kritiek tegemoet gekomen. Op het voorontwerp voor een nieuwe Wet natuurbescherming dat in oktober 2011 voor een internetconsultatie was gepubliceerd was veel kritiek gekomen. Nat...
Leestijd 
Auteur artikel Maarten Baneke (uit dienst)
Gepubliceerd 03 oktober 2012
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Op 20 augustus jl. zond het kabinet het wetvoorstel voor een nieuwe Wet natuurbescherming naar de Tweede Kamer. Op het voorontwerp van de wet is ernstige kritiek gekomen van natuurbeschermings-organisaties. Ook de Raad van State had ernstige kritiek. In het voorontwerp is gedeeltelijk, maar zeker niet geheel, aan die kritiek tegemoet gekomen. 

Op het voorontwerp voor een nieuwe Wet natuurbescherming dat in oktober 2011 voor een internetconsultatie was gepubliceerd was veel kritiek gekomen. Natuurbeschermings-organisaties spraken over een afbraak van de natuurbescherming. Verder werd betoogd dat het  voorontwerp op belangrijke punten in strijd was met internationale verdragen.

In februari 2012 is een gewijzigd ontwerpvoorstel voor advies naar de Raad van State gestuurd. Dat advies is in augustus 2012 openbaar gemaakt. Tegelijk heeft het kabinet een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken II nummer 33348 nrs. 1-3). Daarbij is een nader rapport gevoegd waarin staatssecretaris Bleker heeft gereageerd op de kritiek van de Raad van State. Het wetsvoorstel is naar aanleiding van die kritiek aangepast.

De nieuwe wet zal de nu nog bestaande Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Boswet vervangen. Daarvoor in de plaats komt dus één wet. De bedoeling van het kabinet is uitdrukkelijk, om de toepassing van de natuurwetgeving eenvoudiger te maken. Daarnaast is het de bedoeling om niet méér te doen dan volgens internationale verdragen nodig is. De zogenaamde nationale “koppen” in de Nederlandse wetgeving moeten dus worden afgeschaft, aldus het kabinet.

Dat blijkt als eerste bij de aanwijzing van Natura 2000 gebieden. In het voorontwerp stond dat bij die aanwijzing uitsluitend de instandhoudingsdoelen waarvoor een gebied bij de Europese Commissie was aangemeld, mochten worden opgenomen. De zogenaamde complementaire doelen zouden dus worden afgeschaft. Na kritiek van de Raad van State is het kabinet daarop teruggekomen. Andere doelen zijn nu dus toch weer toegestaan maar de staatsecretaris vermeldt in zijn nader rapport wel dat het nog steeds het beleid van het kabinet is om daarvan geen gebruik te maken. Daarnaast werd in het voorontwerp de zogenaamde “verslechteringstoets” afgeschaft.

De verslechteringstoets houdt in dat voor ieder plan of project waardoor de instandhoudingsdoelstellingen van een Natura 2000 gebied kunnen worden verslechterd, een vergunning nodig is. Dat is volgens de huidige wet zo. Die verslechteringstoets wilde het kabinet afschaffen. Dan zou alleen nog een vergunning nodig zijn als er zich “significante gevolgen” zouden voordoen. Na kritiek van de Raad van State is het kabinet daarop teruggekomen. De verslechteringstoets wordt dus gehandhaafd.

De nationaal beschermde natuurmonumenten worden afgeschaft. Dat stond al in het voorontwerp en daar is het kabinet bij gebleven. Waarden als weidsheid van zicht, stilte en nachtelijke duisternis moeten volgens het kabinet voortaan op andere manieren worden beschermd, bijvoorbeeld via bestemmingsplannen. Ook daarop heeft de Raad van State kritiek maar die kritiek legt het kabinet dus naast zich neer.

Nieuw is, dat een vergunning op grond van de nieuwe Wet natuurbescherming verplicht integreert met een omgevingsvergunning, als er een omgevingsvergunning vereist is. Op dit moment is dat nog niet zo; men kan er voor kiezen om eerst een vergunning Natuurbeschermingswet 1998 aan te vragen en daarna pas de omgevingsvergunning. Het is zeer de vraag of deze verplichte integratie een vooruitgang is. Voor initiatiefnemers kan het heel belangrijk zijn om eerst te weten of men de natuurbeschermingstoets kan doorstaan voordat men een omgevingsvergunning aanvraagt, met alle kosten die daarbij horen. Het is jammer dat deze mogelijkheid nu vervalt.

Bij de bescherming van planten en dieren is een belangrijke wijziging dat voortaan alleen het opzettelijk doden van vogels, andere beschermde dieren en beschermde planten of het vangen ervan, of het vernietigen van nesten of rustplaatsen verboden is. De toevoeging “opzettelijk” is nieuw. Daarover zal veel discussie kunnen ontstaan. Wanneer een ontwikkelaar weet dat zijn activiteit hoogst waarschijnlijk het doden van dieren of het vernietigen van nesten e.d. tot gevolg zal hebben maar het uiteraard niet zijn bedoeling is dat te doen, is er dan sprake van opzettelijk doden etc? Het strafrecht kent het begrip “voorwaardelijk opzet”.  Dat betekent kort gezegd, dat er ook sprake is van opzet als de intentie weliswaar niet was om de schade of het letsel toe te brengen maar het zeer denkbeeldige risico dat dit zou gebeuren, door de dader voor lief werd genomen. De toekomst zal moeten uitwijzen hoe de bestuursrechter hier mee omgaat.

Belangrijke wijziging is verder, dat Gedeputeerde Staten van de provincies in beginsel het bevoegd gezag worden met betrekking tot vergunningen en ontheffingen. Voor de Flora- en faunawet is dat nu nog de minister. Het kabinet streeft naar decentralisatie.

Er komt een wettelijke basis voor de gedragscodes. Een gedragcode is een generieke ontheffing voor een bepaalde bedrijfstak. Als men zich aan de gedragscode houdt heeft men geen ontheffing nodig van de verboden die anders zouden gelden op het doden, vernielen e.d. van beschermde plant- en diersoorten. Gedragscodes worden over een breed gebied inzetbaar, maar niet overal. Recreatie en evenementen worden bijvoorbeeld nog niet genoemd.

Het wetsvoorstel is helder uitgeschreven. Ingewikkelde verwijzingen naar andere wetsartikelen komen weinig voor. Bovendien is de wet tamelijk beknopt. Dat valt te prijzen. Anderzijds wordt de natuurbescherming met dit wetsvoorstel nog steeds verminderd. Er liggen ingewikkelde discussies over begrippen als “opzettelijk” op de loer, evenals discussies over de vraag of de wet wel of niet voldoende recht doet aan internationale verplichtingen.

De nieuwe wet is nog niet door de Tweede Kamer. We zullen eerst moeten afwachten hoe de nieuwe Tweede Kamer en een nieuw kabinet erover denkt. Het valt te hopen dat de beknoptheid en de helderheid van de wet in ieder geval in stand blijft.