1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Reparatiewetgeving aangekondigd naar aanleiding van arrest Hoge Raad bedrijfsopvolgingsfaciliteit (1)

Reparatiewetgeving aangekondigd naar aanleiding van arrest Hoge Raad bedrijfsopvolgingsfaciliteit

Arrest Hoge RaadOp 22 april 2016 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat ook op een indirect belang dat kleiner is dan 5% de bedrijfsopvolgingsfaciliteit ex art. 35c van de Successiewet (“BOF”) van toepassing kan zijn. Dit op grond van de vermogensetiketteringsregels. In de casus van het arrest verkreeg belanghebbende aandelen in een houdstervennootschap die meerdere deelnemingen houdt. Deze deelnemingen vormden voor belanghebbende een indirect aanmerkelijk belang, behalve het belang in D Ltd. De e...
Leestijd 
Auteur artikel Ton Lekkerkerker
Gepubliceerd 05 augustus 2016
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Arrest Hoge Raad
Op 22 april 2016 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat ook op een indirect belang dat kleiner is dan 5% de bedrijfsopvolgingsfaciliteit ex art. 35c van de Successiewet (“BOF”) van toepassing kan zijn. Dit op grond van de vermogensetiketteringsregels. In de casus van het arrest verkreeg belanghebbende aandelen in een houdstervennootschap die meerdere deelnemingen houdt. Deze deelnemingen vormden voor belanghebbende een indirect aanmerkelijk belang, behalve het belang in D Ltd. De erflater bezat daar een belang in van 4,86%. In geschil was of de bedrijfsopvolgingsfaciliteit ook voor het belang in D Ltd kon worden toegepast. De Hoge Raad oordeelde van wel. De houdstervennootschap dreef volgens de Hoge Raad namelijk een materiele onderneming gezien alle activa en passiva van de overige deelnemingen aan haar worden werden toegerekend. In dat geval gelden de vermogensetiketteringsregels. De activiteiten van D Ltd lagen in het verlengde van de activiteiten van de overige deelnemingen. Hierdoor kwalificeerde het belang in D Ltd volgens de Hoge Raad in deze casus als ondernemingsvermogen bij de houdstervennootschap.

Het gevolg van deze uitspraak is dat ook op een indirect belang van minder dan 5% onder voorwaarden de bedrijfsopvolgingsfaciliteit kan worden toegepast. Dit arrest is ook van toepassing op de doorschuifregeling uit de inkomstenbelasting, gezien deze hetzelfde is vormgegeven als de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet.

Mogelijke gevolgen arrest
Door het arrest wordt de werking van de BOF fors verruimd. Ook beleggingsvermogen van het lichaam waarin een indirect belang wordt gehouden zou daarmee onder de BOF kunnen vallen.

Reparatiewetgeving
Op 1 juli jl. verscheen een persbericht dat het kabinet komende Prinsjesdag een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer zal sturen dat de onbedoelde verruiming van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit repareert. Volgens het bericht zou het budgettaire gevolg van de verruiming in de tientallen miljoen kunnen vallen. Volgens het ministerie van Financiën wordt de faciliteit op deze manier weer in lijn gebracht met de uitleg van de wet zoals de Belastingdienst deze de afgelopen jaren gehanteerd heeft. De wetswijziging regelt dat zogenoemde indirecte belangen als zodanig niet onder de reikwijdte van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit vallen. Eenzelfde wetswijziging zal gelden voor de doorschuifregeling voor het aanmerkelijk belang in de inkomstenbelasting. De wetswijziging wordt opgenomen in het Belastingplan 2017 en zal vanaf 1 juli 2016 met terugwerkende kracht gelden. Dat is op zich opvallend, maar heeft alles te maken met budgettaire belang.

Ton Lekkerkerker