1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Shockschade: materiële schade en de regresactie van het UWV

Shockschade: materiële schade en de regresactie van het UWV

Over het onderwerp shockschade werd al eerder geschreven door mijzelf en mijn collega’s. Op 16 december 2015 heeft de rechtbank Rotterdam een uitspraak gedaan in een shockschade-zaak. Deze uitspraak is om twee redenen bijzonder. Op de eerste plaats overweegt de rechtbank expliciet dat ook materiële schade van het slachtoffer voor vergoeding in aanmerking komt. Op de tweede plaats oordeelt de rechtbank dat het UWV haar regresactie (mede) kan baseren op shockschade.De feiten en omstandighedenEe...
Leestijd 
Auteur artikel Maud van Lent (uit dienst)
Gepubliceerd 26 januari 2016
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Over het onderwerp shockschade werd al eerder geschreven door mijzelf en mijn collega’s. Op 16 december 2015 heeft de rechtbank Rotterdam een uitspraak gedaan in een shockschade-zaak. Deze uitspraak is om twee redenen bijzonder. Op de eerste plaats overweegt de rechtbank expliciet dat ook materiële schade van het slachtoffer voor vergoeding in aanmerking komt. Op de tweede plaats oordeelt de rechtbank dat het UWV haar regresactie (mede) kan baseren op shockschade.

De feiten en omstandigheden

Een moeder fietst met haar dochter achterop op een fietsstrook langs de rijbaan wanneer zij worden aangereden door een vrachtwagen met aanhanger. De moeder raakt zwaargewond en blijvend invalide. Het dochtertje overlijdt te plaatsen. Nadat de locatie is afgezet door de politie en beide slachtoffers naar het ziekenhuis zijn vervoerd, arriveert de echtgenoot/vader ter plaatse. Hij ziet de bebloede lakens liggen die zijn gebruikt om zijn kind te bedekken, evenals enkele stoffelijke overschotten. Een agent vertelt hem wat er is gebeurd. De man wordt hevig geëmotioneerd naar het ziekenhuis gebracht.

De man ontwikkelt een posttraumatische stressstoornis (PTSS) en een depressie. Volgens deskundigen zou de depressie ook kunnen zijn veroorzaakt zonder dat de man direct was geconfronteerd met de gevolgen van het ongeval. Dit geldt echter niet voor de PTSS. Twee jaar na het ongeval raakt de man arbeidsongeschikt en ontvangt een WIA-uitkering via het UWV.

De vorderingen

De man stelt dat zijn psychische klachten (en bijbehorende schade) het gevolg zijn van (de confrontatie met de gevolgen van) het ongeval. Hij spreekt de verzekeraar van de vrachtwagen aan en baseert zich hierbij op het leerstuk shockschade.

Het UWV vordert in dezelfde procedure dat de verzekeraar zal worden veroordeeld om de kosten te betalen die het UWV heeft moeten maken en nog zal maken als gevolg van de arbeidsongeschiktheid van de man.

Kan de vader een beroep doen op shockschade?

De rechtbank neemt allereerst aan dat de chauffeur van de vrachtwagen een onrechtmatige daad heeft gepleegd. Vervolgens bekijkt de rechtbank of de PTSS en de depressie het gevolg zijn van de directe confrontatie met de gevolgen van het ongeval. Op basis van de rapporten van de deskundigen en de verklaring van de politieagent die de man heeft opgevangen vlak na het ongeval, gaat de rechtbank hier wel vanuit. Aldus is er sprake van shockschade zoals bedoeld in het Kindertaxi-arrest.

Komt ook materiële (shock)schade voor vergoeding in aanmerking?

De verzekeraar stelt dat uit het Kindertaxi-arrest volgt dat enkel immateriële schade voor vergoeding in aanmerking komt en niet ook materiële schade. De rechtbank is het daar echter niet mee eens en legt het Kindertaxi-arrest als volgt uit (rechtsoverweging 4.14):

Deze uitspraak gaat in beginsel niet louter over smartengeld maar over een onrechtmatige daadsactie van een derde. Artikel 6:162 BW bepaalt dat de schade ten gevolge van onrechtmatig handelen moet worden vergoed. Artikel 6:95 BW bepaalt dat schade die moet worden vergoed bestaat uit materiële schade en immateriële schade en dat immateriële schade slechts voor vergoeding in aanmerking komt voor zover de wet op vergoeding daarvan recht geeft. Noch uit het Taxibus-arrest noch uit het wettelijke systeem van het schadevergoedingsrecht volgt dat schadevergoeding in dit geval beperkt is tot materiële schade.”  

Ook de materiële schade van de man komt dus voor vergoeding in aanmerking.

Kan ook het UWV zich baseren op shockschade?

De verzekeraar had richting het UWV betoogt dat uit het Taxibus-arrest volgt dat de Hoge Raad niet de belangen van regresnemers zoals het UWV wil beschermen. De rechtbank is het daar echter niet mee eens. Artikel 52a Ziektewet en artikel 99 WIA bepalen dat het UWV de verstrekte uitkeringen aan de man mag verhalen op degene die aansprakelijk is voor de ontstane arbeidsongeschiktheid. Dat is (in dit geval) de verzekeraar. Ook heeft het UWV op grond van artikel 6 WAM een rechtstreekse vordering op de verzekeraar. Dat dit alles niet zou gelden wanneer is sprake is van shockschade, volgt volgens de rechtbank niet uit het Kindertaxi-arrest. Het UWV kan zich dus (mede) baseren op shockschade.