1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Ten onrechte op nota van afrekening vermelde omzetbelasting wel verschuldigd

Ten onrechte op nota van afrekening vermelde omzetbelasting wel verschuldigd

Op 28 oktober 2011 heeft het Hof Den Bosch uitspraak gedaan met betrekking tot een kwestie, waarbij het de vraag was of omzetbelasting, die ten onrechte op een notariële nota van afrekening was vermeld, al dan niet verschuldigd was geworden.De feiten in deze zaakEen ondernemer heeft in 2005 een bouwterrein geleverd. Ter zake van deze levering was omzetbelasting verschuldigd. Volgens de notariële akte van levering bedroeg de koopprijs van het bouwterrein € 2.495.791 exclusief omzetbelasting. D...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 07 februari 2012
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Op 28 oktober 2011 heeft het Hof Den Bosch uitspraak gedaan met betrekking tot een kwestie, waarbij het de vraag was of omzetbelasting, die ten onrechte op een notariële nota van afrekening was vermeld, al dan niet verschuldigd was geworden.

De feiten in deze zaak
Een ondernemer heeft in 2005 een bouwterrein geleverd. Ter zake van deze levering was omzetbelasting verschuldigd. Volgens de notariële akte van levering bedroeg de koopprijs van het bouwterrein € 2.495.791 exclusief omzetbelasting. De nota van afrekening ter zake van de levering vermeldde de koopprijs ad € 2.495.791 en daarover 19 % omzetbelasting ad € 474.200.

Echter, de koper had in 1999, bij het ondertekenen van de aan de levering ten grondslag liggende koopovereenkomst, al een bedrag ad € 2.495.791 overgemaakt naar een kwaliteitsrekening van een notaris. Deze betaling geldt voor de omzetbelasting als een vooruitbetaling als bedoeld in artikel 13 lid 2 van de Wet op de omzetbelasting. Dit artikel bepaalt dat in geval van een dergelijke vooruitbetaling, omzetbelasting verschuldigd wordt op het moment van ontvangst van de vooruitbetaling. Er was dus al omzetbelasting verschuldigd in 1999. De vooruitbetaling moet dus worden gezien als een bedrag inclusief omzetbelasting. In 1999 was het tarief voor de omzetbelasting 17,5 %. De vooruitbetaling bestond dus uit een bedrag ad € 2.124.077 met daarbij de daarover (destijds) verschuldigde omzetbelasting ad € 371.714.

De nota van afrekening ter zake van de levering in 2005 had dus moeten vermelden dat de koopprijs exclusief omzetbelasting € 2.495.791 bedroeg (zoals vermeld in de akte van levering), daarvan moet worden afgetrokken een vooruitbetaling exclusief omzetbelasting ad € 2.124.077, zodat resteert een bedrag ad € 371.714 exclusief omzetbelasting. Dit laatste bedrag is de heffingsgrondslag voor de ter zake van de levering in 2005 verschuldigde omzetbelasting. Die omzetbelasting (inmiddels 19%) bedraagt dus € 70.626.

Nu de nota van afrekening ter zake van de levering in 2005 dus een te hoog bedrag aan omzetbelasting vermeldde (€ 474.200 in plaats van € 70.626) werpt zich de vraag op of het “teveel” (€ 403.574) aan de Belastingdienst verschuldigd is. Het is deze vraag waarop de uitspraak van het Hof zich toespitst.

De ondernemer, die het bouwterrein heeft geleverd, was van mening dat het ten onrechte op de nota van afrekening vermelde bedrag niet verschuldigd is geworden. Het Hof (net als de rechtbank daarvoor) beslist echter dat dit bedrag wel verschuldigd is geworden, en wel op grond van artikel 37 van de Wet op de omzetbelasting. Dit artikel bepaalt, dat als op een factuur op enigerlei wijze melding wordt gemaakt van omzetbelasting, het vermelde bedrag aan omzetbelasting voldaan moet worden op het moment dat de factuur wordt uitgereikt, ook als dat bedrag niet klopt.

Conclusie
De hierboven vermelde uitspraak geeft eens te meer het belang aan van het zorgvuldig opstellen van nota’s en facturen, want als daarop per abuis een te hoog bedrag aan omzetbelasting wordt vermeld, moet deze omzetbelasting toch worden afgedragen aan de Belastingdienst, ondanks dat het vermelde bedrag te hoog is.