Met de komst van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) verandert ook het ouderdomspensioen dat werkgevers via een verzekeraar hebben ondergebracht. Dit artikel gaat in op de twee belangrijkste pijlers van een pensioenregeling:
- De premiekant – wat zijn de kosten van het pensioen voor de werkgever en werknemer?
- De aansprakenkant – wat krijgen werknemers er later voor terug?
Wat kost pensioen onder de Wtp bij een verzekeraar?
Tot de invoering van de Wtp werkten de meeste verzekerde regelingen met een progressieve premiestaffel: hoe ouder de werknemer, hoe hoger de premie-inleg. Dat systeem verdwijnt.
- Introductie vlakke premie – Onder de Wtp mag de premie niet langer leeftijdsafhankelijk zijn. Iedere werknemer krijgt een gelijk percentage van de pensioengrondslag (salaris minus AOW-franchise) ingelegd, ongeacht leeftijd.
- Keuze eerbiedigende werking – Er bestaat de mogelijkheid om voor het huidige werknemersbestand de progressieve premiestaffel te handhaven. Alleen voor nieuwe werknemers (die in dienst komen na de pensioentransitie) wordt dan de vlakke premie gehanteerd.
- Gevolg voor werkgevers – Voor jongere werknemers wordt pensioen in de regel duurder (de inleg van premie wordt hoger dan voorheen), voor oudere werknemers juist goedkoper, maar dat is wel afhankelijk van de omvang van de vlakke premie. Het totale kostenplaatje hangt af van de vastgestelde hoogte van de vlakke premie en de samenstelling van het werknemersbestand. Fiscale grenzen: De maximale vlakke premie bedraagt 30% van de pensioengrondslag (tijdelijk verhoogd naar 33% tijdens de compensatieperiode).
Wat krijgt de werknemer terug bij een beschikbare premieregeling?
Ook de inhoud van het ouderdomspensioen verandert fundamenteel.
- Einde gegarandeerde uitkering – De traditionele middelloon- of eindloonregeling verdwijnt. Verzekeraars mogen alleen nog beschikbare premieregelingen uitvoeren. Dit betekent dat er geen belofte meer wordt gedaan over de hoogte van de uiteindelijke pensioenuitkering.
- Onzeker pensioen – De uiteindelijke hoogte van het pensioen hangt af van de ingelegde premie (vlakke premie), de beleggingsresultaten en de rentestand op het moment van aankoop van de uitkering.
- Degressieve opbouw – Doordat de premie-inleg niet langer hoger wordt naarmate men ouder wordt, levert dat voor oudere werknemers (gezien de beperktere pensioenhorizon) een lagere pensioenaanspraak op.
- Varianten – Binnen de beschikbare premieregeling bestaan verschillende varianten (flexibele, solidaire of premie-uitkeringsovereenkomst). Voor verzekeraars zijn met name de flexibele premieovereenkomst en de premie-uitkeringsovereenkomst relevant. In beide varianten kiest de werknemer op pensioendatum voor een vaste of variabele uitkering, afhankelijk van de persoonlijke voorkeur voor zekerheid of kans op meer rendement.
Welke keuze maakt u nu over premiehoogte en variant?
Voor verzekerde regelingen betekent de Wet toekomst pensioenen een verschuiving van zekerheid naar flexibiliteit en transparantie. Werkgevers moeten een weloverwogen keuze maken voor de hoogte van de vlakke premie (de premiekant) en de variant van de beschikbare premieregeling (de aansprakenkant). Voor werknemers wordt het pensioen onzekerder en is sprake van een degressieve pensioenopbouw. Wilt u weten hoe de pensioenregelingen van pensioenfondsen kunnen en zullen veranderen? Lees dan het volgende kennisartikel over het Pensioenfonds in de Wtp.
Heeft u vragen over de keuze voor premiehoogte, of wilt u sparren over de gevolgen voor uw werknemers? Neem dan contact op. Onze specialisten denken graag met u mee.