1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Waardeoverdracht pensioen gemaximeerd op € 15.000,--

Waardeoverdracht pensioen gemaximeerd op € 15.000,--

Vanaf 1 januari 2015 (met terugwerkende kracht) zal worden geregeld dat waardeoverdracht altijd mogelijk is, mits de bijbetalingslasten voor de oude werkgever beperkt zijn tot € 15.000,--. Op 19 juni 2015 heeft de ministerraad ingestemd met het Ontwerpbesluit aanpassing regels waardeoverdracht.Voorgeschiedenis tot 2015Sinds 8 juli 1994 is de pensioenuitvoerder op verzoek van de werknemer verplicht medewerking te verlenen aan waardeoverdracht van diens pensioenaanspraken bij verandering van we...
Leestijd 
Auteur artikel Henk Hoving
Gepubliceerd 01 juli 2015
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Vanaf 1 januari 2015 (met terugwerkende kracht) zal worden geregeld dat waardeoverdracht altijd mogelijk is, mits de bijbetalingslasten voor de oude werkgever beperkt zijn tot € 15.000,--. Op 19 juni 2015 heeft de ministerraad ingestemd met het Ontwerpbesluit aanpassing regels waardeoverdracht.

Voorgeschiedenis tot 2015

Sinds 8 juli 1994 is de pensioenuitvoerder op verzoek van de werknemer verplicht medewerking te verlenen aan waardeoverdracht van diens pensioenaanspraken bij verandering van werkgever, dus bij beëindiging van de deelneming in verband met ontslag bij de oude werkgever en indiensttreding bij een nieuwe werkgever (artikel 71 Pensioenwet).

Voorwaarde is dat bij de nieuwe werkgever een pensioenregeling geldt. Indien de nieuwe werkgever geen pensioenregeling heeft, ontstaat het wettelijk recht op waardeoverdracht op het moment dat de werknemer opnieuw deelnemer in een pensioenregeling wordt, bijvoorbeeld bij een daaropvolgende nieuwe werkgever. De beide pensioenuitvoerders moeten aan deze individuele waardeoverdracht medewerking verlenen. De deelnemer moest op grond van de tot 1 januari 2015 geldende tekst van artikel 71 lid 3 Pensioenwet binnen 6 maanden na aanvang van de verwerving van de pensioenaanspraken bij de nieuwe pensioenuitvoerder een opgave vragen van zijn pensioenaanspraken aan de nieuwe pensioenuitvoerder, zowel voor de situatie vóór als na waardeoverdracht. De nieuwe pensioenuitvoerder moest dan de opgebouwde pensioenaanspraak opvragen bij de oude pensioenuitvoerder.

Situatie vanaf 2015

Per 1 januari 2015 is deze opvraagtermijn van 6 maanden geschrapt. Omdat overgangsrecht ontbrak ontstonden onbedoelde risico’s, bestaande uit calculerend gedrag van deelnemers en het daarmee samenhangende gevaar van het in beweging komen van slapersbestanden, aldus het kabinet. Daarom wordt/is (met terugwerkende kracht) het nieuwe artikel 19a Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling ingevoerd. Hierdoor is waardeoverdracht met een onbepaalde aanvraagtermijn alleen mogelijk, indien baanwisseling ertoe leidt dat vanaf 1 januari 2015 pensioenaanspraken worden verworven in een nieuwe pensioenregeling.

Artikel 72a Pensioenwet

Op grond van artikel 72a Pensioenwet geldt sinds 2013 een beperking van het recht op individuele waardeoverdracht als sprake is van een bijbetalingslast van een kleine werkgever van meer dan € 15.000,-- en deze meer dan 10% van de overdrachtswaarde bedraagt. Deze beperking geldt sinds 1 januari  2015 (met terugwerkende kracht) voor alle werkgevers. Hiertoe wordt artikel 19a Besluit uitvoering Pensioenwet aangepast.

Fundamentele discussie over waardeoverdracht

Het (Ontwerp)besluit aanpassing regels bij waardeoverdracht is een tijdelijke oplossing. De fundamentele discussie over waardeoverdracht moet nog worden gevoerd. In afwachting hiervan is het wettelijke recht van iedere werknemer op individuele waardeoverdracht bij baanwisseling beperkt tot een bijbetalingslast van € 15.000,-- voor de oude werkgever.

Het probleem van de bijbetalingslast doet zich voor als de werknemer vertrekt bij een werkgever met een verzekerde pensioenregeling (met een hogere rekenrente), terwijl de wettelijke rekenrente voor waardeoverdracht in 2014 verlaagd werd naar 2,785% en per 2015 naar 2,156%.

De bijbetalingsproblematiek per individueel geval is binnen de huidige rekenregels van waardeoverdracht niet op te lossen. Om die reden is een meer principiële herziening van het systeem van waardeoverdracht nodig. Daarbij speelt een rol dat de invoering van het wettelijke recht op waardeoverdracht plaatsvond (1994) in een tijd waarin het pensioen vaak het karakter van een eindloonregeling had. Inmiddels is het pensioen meestal een middelloonregeling. Bij waardeoverdracht van pensioen met het karakter van een middelloonregeling is niet of nauwelijks sprake van een klassieke ‘pensioenbreuk’. Bij deze meer fundamentele herbezinning op het recht van de werknemer op waardeoverdracht bij een nieuwe werkgever moet uitgemaakt worden of de overdrachtswaarde wel/niet gelijk gestemd moet worden aan de gefinancierde waarde van de opgebouwde pensioenaanspraken. Het komt er eigenlijk op neer wie de ‘herkapitalisatie’ van reeds opgebouwde pensioenaanspraken voor zijn rekening moet nemen: de oude werkgever die daarvoor al premie betaald heeft, of de werknemer die waardeoverdracht wenst. Op de achtergrond speelt ook de veelal toegenomen levensverwachting ten opzichte van de periode waarin de premie voor de opgebouwde pensioenaanspraken werd vastgesteld en voldaan (door de oude werkgever).

Via deze kennisportal wordt u op de hoogte gehouden van de uitkomst van de fundamentele discussie over het wettelijke recht van de werknemer op waardeoverdracht bij een nieuw dienstverband.