Wetswijziging Duitse executieprocedure Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering - De sprong van de 19de naar de21ste Eeuw

Voor het eerst sinds de inwerkingtreding van het Duitse Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in 1879, is de structuur van de executieprocedure fundamenteel gewijzigd. Per 1 januari 2013 heeft de schuldeiser volgens het Duitse recht meer rechten om eerder aan informatie over de schuldenaar te komen, worden moderne informatietechnologieën gebruikt en is het recht aangepast aan het leven en de economische omstandigheden van vandaag.

De deurwaarder is het orgaan waar alle essentiële informatie voor een succesvolle executie wordt verzameld. Hij spoort de locatie van de schuldenaar op, verkrijgt informatie via de nieuw gecreëerde "Vermögensauskunft", verkrijgt informatie van derden over het vermogen van de schuldenaar en zorgt voor een snelle en kosteneffectieve uitvoering. Elke deelstaat heeft een centrale rechtbank opgericht waar de verzamelde informatie over het vermogen van de schuldenaar wordt opgeslagen in elektronische vorm, en waar de hervormde schuldregisters elektronisch worden bewaard. De nieuwe wet - met een overgangsperiode – schrapt papieren registers en vervangt deze  door elektronische databanken. Iedereen, die een redelijk belang kan aantonen, mag het nieuwe “Schulderverzeichnis” inzien, de “Vermögesnauskunft” mogen alleen door deurwaarders of bepaalde overheidsinstanties worden geraadpleegd.

Een andere innovatie is dat uit “Vollstreckungsbescheiden” (executeerbaar betalingsbevel) van niet meer dan € 5.000 - kan worden geëxecuteerd door enkel een digitaal verzoekschrift. Ook heeft de overheid al een aantal formulieren uitgegeven met betrekking tot beslaglegging op vorderingen. In 2013 zullen andere vormen beschikbaar worden. Dit maakt ook de handhaving van de vordering eenvoudiger en efficiënter.

Door de wijzigingen zijn de onderdelen van de afwikkeling van minnelijke regelingen verbeterd.

De deurwaarder kan met de schuldenaar een minnelijke schikking overeenkomen in de vorm van een betalingsplan, indien de schuldenaar een redelijk voorstel doet. De terugbetaling moet dan binnen twaalf maanden gebeuren, indien nodig kan de deurwaarder een langere periode afspreken. De schuldeiser kan bezwaar maken tegen een minnelijke regeling.
De “Vermögensausskunft” vervangt de eerdere “Eidesstattliche Versicherung“. Deze verklaring kan nu reeds worden aangevraagd bij het begin van het proces. Weigert de schuldenaar de verklaring af te leggen, dan kan hij op verzoek van de schuldeiser in hechtenis worden genomen.
Een andere nieuwe optie is de mogelijkheid om informatie bij (semi-) overheidsinstellingen op te vragen.  Indien de vordering meer dan € 500, - is, kan de deurwaarder deze op verzoek van de schuldeiser opvragen . Dit is echter alleen toegestaan, als de schuldenaar weigert het “Vermögensverzeichnis” te verklaren of niet te verwachten is dat aan de vordering van de schuldeiser kan worden voldaan.

In de nieuwe lijst van de debiteuren wordt geregistreerd wie niet aan de wettelijk bepaalde inlichtingsmogelijkheden voldoet of van wie de liquiditeit niet duidelijk is gegeven. Registratie vindt elke drie jaar plaats.

De wetswijziging is een belangrijke stap, maar pas een eerste stap op weg naar verbetering.