1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Wijzigingen van de WGBO per 1 januari 2020 (2): verlenging bewaartermijn en aanpassing aanvangsdatum

Wijzigingen van de WGBO per 1 januari 2020 (2): verlenging bewaartermijn en aanpassing aanvangsdatum

Het wetsvoorstel ‘Verbeteren patiëntgerichte zorg en opnemen wettelijke regeling voor inzagerecht medisch dossier van overleden patiënt’ is op 4 juni 2019 als hamerstuk afgedaan door de Eerste Kamer en treedt op 1 januari 2020 in werking. In deze korte serie gaan wij in op de belangrijkste wijzigingen die dit wetsvoorstel aanbrengt in de WGBO.
Leestijd 
Auteur artikel Milou Janssen
Gepubliceerd 25 november 2019
Laatst gewijzigd 14 december 2019

In deel 1 hebben wij het onderwerp ‘Samen beslissen’ besproken. In dit blog staat de bewaartermijn centraal. In deel 3 komt het inzagerecht van nabestaanden aan bod.

Van vijftien naar twintig jaar

De bewaartermijn voor medische dossiers is opgenomen in artikel 7:454 lid 3 BW. De Gezondheidsraad heeft eerder in 2004 geadviseerd om de bewaartermijn voor medische dossiers aan te passen. De bewaartermijn is naar aanleiding van dit advies in 2005 verlengd van tien naar vijftien jaar. Deze verlenging was bedoeld als een voorlopige maatregel zodat de dossiergegevens in afwachting van een definitieve regeling niet zouden worden vernietigd. Met de wijziging van de WGBO is die definitieve regeling er gekomen. Met ingang van 1 januari 2020 geldt een bewaartermijn van twintig jaar. Door deze bewaartermijn te hanteren, wordt meer kennis verkregen van eerdere ziekten en van correlaties tussen verschillende ziekten en behandelingen. Dit belang neemt toe gelet op de steeds hogere levensverwachting.

De Gezondheidsraad vond zelfs een termijn van dertig jaar verdedigbaar. Hier is de wetgever uiteindelijk niet in meegegaan, gelet op het belang dat de patiënt heeft bij bescherming van zijn persoonsgegevens en de administratieve lasten die een verdere verlenging zou meebrengen voor de hulpverlener. Een termijn van twintig jaar én aanpassing van het aanvangsmoment van de bewaartermijn zorgt volgens de minister voor een substantieel langere termijn, met inachtneming van de hiervoor genoemde belangen.

Aanvang bewaartermijn vanaf laatste wijziging

Zoals gezegd, verandert ook het aanvangsmoment van de bewaartermijn. Waar de bewaartermijn nu begint te lopen vanaf het moment dat de gegevens worden vervaardigd, zal dat straks de datum van de laatste wijziging in het dossier zijn. Hierdoor geldt voortaan voor alle gegevens in een dossier dezelfde termijn. De KNMG neemt overigens al een aantal jaar aan dat de bewaartermijn start op het moment dat de behandeling of begeleiding is afgerond. De wetgever sluit met deze wijziging dus goed aan op de praktijk.

Vernietiging van het medisch dossier

Na twintig jaar moeten de gegevens uit het medisch dossier in beginsel worden vernietigd. Gegevens moeten echter langer worden bewaard als dit op grond van goed hulpverlenerschap noodzakelijk is. Dit is met name zo bij langlopende en terugkerende behandelingen. Zo is het langer bewaren volgens de wetgever mogelijk bij de medische gegevens van genezen kankerpatiënten. Hetzelfde lijkt ons in een voorkomend geval mogelijk bij het dossier dat een huisarts aanlegt, omdat oudere gegevens van belang kunnen zijn bij de beoordeling of behandeling van nieuwe (soortgelijke) gezondheidsklachten.


Voordat de officiële bewaartermijn is verstreken kan de patiënt ook zelf een verzoek doen tot vernietiging van (een deel van) zijn medisch dossier. De hulpverlener dient aan dit verzoek in principe gevolg te geven, tenzij 1) het aannemelijk is dat het bewaren van de gegevens van aanmerkelijk belang is voor een ander dan de patiënt; of 2) een wettelijk voorschrift zich tegen de vernietiging verzet.

Bewaarplicht is niet gebonden aan hulpverlenerschap

Indien een hulpverlener vóór het verstrijken van de bewaartermijn zijn werkzaamheden staakt, dan eindigt daarmee nog niet zijn bewaarplicht. De hulpverlener moet tijdig geschikte maatregelen treffen om te waarborgen dat de medische dossiers correct bewaard blijven op het moment dat hij daar zelf niet meer voor kan zorgen. Ook dit is volgens de wetgever een uitvloeisel van de bewaarplicht. Doorgaans neemt diens opvolger de dossiers over. Wanneer dat is gebeurd, vervalt de bewaarplicht van de oorspronkelijke hulpverlener.

Tot slot

De wetgever heeft niet voorzien in overgangsrecht. De regeling heeft dus onmiddellijke werking. Het is uiteraard mogelijk dat gegevens die reeds vijftien - maar nog geen twintig - jaar werden bewaard nu al zijn vernietigd. De hulpverlener kan hier niet op worden aangesproken.


Heeft u vragen omtrent de gevolgen van de verlenging van de bewaartermijn en wijziging van de aanvangsdatum voor het medisch dossier dat u heeft aangelegd voor uw cliënten? Neemt u dan gerust contact op met Luuk Arends of Milou Janssen.