1. Home
  2. Kennis

Onze kennis Sterker door kennis

Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
4 filter(s) actief

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 6

Het shop-in-shop-ziekenhuis: centrale aansprakelijkheid van het ziekenhuis

In deze vijfdelige blogreeks gaan wij in op (de juridische aandachtspunten bij) een zogeheten shop-in-shop-ziekenhuis. In dit vierde blog bespreken we de centrale aansprakelijkheid van het ziekenhuis. Een in de praktijk vaak ondergeschoven kindje, terwijl de gevolgen voor met name het ziekenhuis enorm kunnen zijn.

Het shop-in-shop-ziekenhuis: wat is het en waarom?

In deze vijfdelige blogreeks gaan wij in op (de juridische aandachtspunten bij) een zogeheten shop-in-shop-ziekenhuis. In dit eerste blog bespreken we wat het shop-in-shop-ziekenhuis is en waarom het zo waardevol kan zijn.

10 verschillen tussen de AIVG 2022 en de AIVG 2017

Veel ziekenhuizen en zorginstellingen hanteren bij het sluiten van contracten met leveranciers de Algemene Inkoopvoorwaarden Gezondheidszorg (AIVG). De AIVG zijn opgesteld door diverse brancheverenigingen, waaronder de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), ActiZ, de Nederlandse Vereniging van Inkoopmanagement (NEVI) en Santeon. Op 14 november 2022 zijn de nieuwe AIVG 2022 gepresenteerd, als opvolger van de AIVG 2017. Het betreft op moment van schrijven enkel het algemene deel van de AIVG 2022. De AIVG 2022 kent net als de AIVG 2017 een modulaire opbouw. De diverse modules, zoals de Module ICT, worden in 2023 verwacht.

Beslissingen over leven of dood bij ‘code zwart’, wat zijn juridische gevolgen voor hulpverleners?

De wereld is op dit moment in de ban van het coronavirus. Ook in Nederland staat het zorgsysteem als gevolg van het virus onder druk. Om de druk op het zorgsysteem te verlichten heeft de Nederlandse overheid de afgelopen weken maatregelen getroffen: een intelligente lockdown, een uitbreiding van de IC-capaciteit, uitstel van planbare zorg en de inzet van niet-praktiserende artsen, verpleegkundigen en coassistenten. De laatste dagen lijkt het aantal nieuw besmette patiënten dat op de intensive care (IC) wordt opgenomen wat af te vlakken. Dit is voorzichtig positief nieuws. Toch heeft men de afgelopen tijd moeten nadenken over de vraag: wat als de genomen maatregelen niet genoeg blijken te zijn? Een tekort aan IC-bedden kan er in het worst case-scenario toe leiden dat een hulpverlener de bijna onmenselijke keuze moeten maken welke patiënt wel en welke patiënt niet (meer) voor behandeling op de IC in aanmerking komt. Dit uiteindelijk zelfs op basis van andere criteria dan uitsluitend medische. Dit scenario wordt ook wel ‘code zwart’ genoemd. Hoe dient de hulpverlener hier vanuit juridische optiek mee op te gaan? En kan hij hiervoor (tuchtrechtelijk) aansprakelijk worden gehouden? In dit blog gaan wij hier nader op in.

Rechter: vergoedingsbeleid zorgverzekeraars met vlaktaks niet toegestaan

De rechtbank Gelderland heeft op 1 februari 2019 uitspraak gedaan in de procedure die de Stichting Handhaving Vrije Artsenkeuze in december 2017 aanhangig heeft gemaakt tegen VGZ en Menzis, en waarin Zilveren Kruis en CZ later zijn ‘tussengekomen’ c.q. zich hebben gevoegd. De uitspraak laat zien dat het huidige vergoedingsbeleid niet gehandhaafd kan blijven. Zo is het hanteren van een zogenaamde ‘vlaktaks’ (bijna alle zorgverzekeraars passen een generieke korting van 25% toe bij niet-gecontracteerde zorg) volgens de rechtbank niet toegestaan. Verder blijkt uit de uitspraak dat het uitgangstarief gekoppeld moet zijn aan de daadwerkelijke kosten gecontracteerde zorg en dat zorgverzekeraars geen gebruik mogen maken van een ongewogen gemiddeld gecontracteerd tarief.