Inwerkingtreding Omgevingswet op 1 januari 2024 nu écht definitief
De inwerkingtreding van de Omgevingswet is inmiddels al vijf keer uitgesteld, maar vandaag is het hoge woord er eindelijk uit: de Omgevingswet gaat in op 1 januari 2024.
De inwerkingtreding van de Omgevingswet is inmiddels al vijf keer uitgesteld, maar vandaag is het hoge woord er eindelijk uit: de Omgevingswet gaat in op 1 januari 2024.
De staatssecretaris van Financiën heeft op 8 maart 2023 ter consultatie een concept wetsvoorstel gepubliceerd voor de aanpassing van de definitie van het fonds voor gemene rekening (FGR), de inperking van het toepassingsbereik van de vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) en de versobering van de fiscale beleggingsinstelling (FBI) voor vastgoed FBI’s.
Twentse gemeenten mochten met een beroep op quasi-inbesteding zonder voorafgaande aanbestedingsprocedure een overeenkomst tot het bewerken en verwerken van huishoudelijk restafval aan Twence Bioconversie B.V. en AVI Twente B.V. gunnen. Interessant is dat bij berekening van het zogenaamde “activiteitencriterium” ook de omzet van een derde mocht worden meegenomen omdat met die derde (de Stadt Münster) een zogenaamde ‘publiek-publieke samenwerking’ was aangegaan. Verder overweegt de rechter dat voor de berekening omzet niet als hoofdegel geldt, maar dat vrijelijk gekozen kan worden voor een andere geschikte berekening, zoals in dit geval de afgenomen tonnages afval.
Uit de praktijk blijkt dat steeds meer verhuurders van woonruimte de waarborgsommen zien als een verdienmodel. In het aangenomen amendement van het lid Van Baarle bij het Wetsvoorstel Goed Verhuurderschap wordt een wettelijk maximum gesteld op de waarborgsom. Met het amendement wordt beoogd huurders bescherming te bieden tegen het verdienmodel van de verhuurder.
Verschenen in JOR 2023/61: annotatie betreffende de (on)mogelijkheid om een civielrechtelijk bestuursverbod voorwaardelijk op te leggen, geschreven door onze specialist Daan Baas.
In dit blog lichten wij een aantal interessante uitspraken in het mededingingsrecht in januari en februari uit en bespreken wij een aantal nieuwsberichten uit de toezichtspraktijk van de ACM en Europese Commissie.
Uit een recent arrest van het Hof van Justitie van de EU (‘HvJ EU’) volgt dat de inrichting door een dominante onderneming van een distributienetwerk strijdig kan zijn met het misbruikverbod. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als een dominante onderneming haar distributeurs instrueert om concurrentiebeperkende afspraken te maken met afnemers verder in de distributieketen. Een instructie van een dominante onderneming aan haar distributeurs om exclusiviteitsverplichtingen door te leggen naar detaillisten levert evenwel niet altijd een concurrentiebeperking op.
Op 27 februari 2023 heeft minister De Jonge het Wetsvoorstel Betaalbare Huur gepubliceerd. Hieruit blijkt het voornemen om het middenhuursegment te reguleren. Deze blog bevat een korte uiteenzetting van de belangrijkste onderdelen van het wetsvoorstel.
Onbehoorlijke taakvervulling, ernstig verwijt, schade? Een vordering op de voet van onbehoorlijke taakvervulling lijkt op de vordering van kennelijk onbehoorlijk bestuur. De vorderingen verschillen echter aanzienlijk van elkaar. Meer weten? Lees dan onderstaand artikel.
Een inschrijver mag bij een meervoudig onderhandse aanbesteding inschrijven met een prijs die hoger is dan het toepasselijke drempelbedrag voor Europees aanbesteden. Zo’n inschrijving is geldig, ook al heeft de aanbestedende dienst op basis van een lagere raming gekozen voor een meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure. Dat is alleen anders als de raming of het drempelbedrag in de aanbestedingsstukken ondubbelzinnig als prijsplafond zijn verwoord.
Gisteren (maandag 27 februari 2023) is een conceptwetsvoorstel met betrekking tot de overdrachtsbelasting gepubliceerd. Toepassing van de samenloopvrijstelling bij aandelentransacties is onder het wetsvoorstel vanaf 1 januari 2024 niet meer mogelijk.
De gemeente Blaricum hoeft niet haar portemonnee te trekken voor ontwikkelaar Agapanthus. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde op 3 februari 2023 dat de schade van de ontwikkelaar is veroorzaakt door de eigen keuze om drie woningen niet te onderkelderen. De schade staat daarmee niet in een rechtstreeks causaal verband met de bestemmingsplanwijziging waarbij deze woningen voor sociale verhuur zijn bestemd.