De enkele aanwezigheid van (niet-hechtgebonden) asbest in het gehuurde is een gebrek
In de wet is bepaald wat een gebrek vormt aan een verhuurde zaak. In beginsel vormen alle genotsbeperkingen die niet aan de huurder zijn toe te rekenen een gebrek.
In de wet is bepaald wat een gebrek vormt aan een verhuurde zaak. In beginsel vormen alle genotsbeperkingen die niet aan de huurder zijn toe te rekenen een gebrek.
Op grond van artikel 6.13.2.8 van de algemene bepalingen ROZ winkelruimte doet een huurder afstand van zijn rechten en aanspraken uit ongerechtvaardigde verrijking in verband met de door of namens huurder aangebrachte veranderingen en toevoegingen die bij het einde van de huurperiode niet ongedaan zijn gemaakt.
Regelmatig twisten huurders en verhuurders over de vraag wie bij het einde van de huur de kosten van verwijdering van de reeds bij aanvang van de huur aanwezige voorzieningen en installaties dient te dragen. Zowel voor huurder als verhuurder is het dan zaak om bij de aanvang van de huur schriftelijk te hebben vastgelegd dat deze zaken al dan niet tot het gehuurde behoren en/of zijn overgenomen van de vorige huurder.
Recentelijk heeft de rechtbank Zutphen zich uitgesproken over de zorgplicht van een taxateur tegenover de gebruiker van een taxatierapport (de bank), terwijl de bank niet de opdrachtgever van de taxateur was. Centraal staat in deze zaak de vraag of de taxateur onrechtmatig tegenover de bank handelt als het taxatierapport niet deugdelijk blijkt te zijn.
Verhuurders van winkelcentra worden steeds vaker geconfronteerd met huurders die aanspraak maken op schadevoeging als gevolg van de komst van een concurrent in het winkelcentrum. Deze winkeliers zijn van mening dat zij recht hebben op exclusiviteit binnen hun branche gedurende de huurperiode, ook al is dit niet nadrukkelijk in hun huurovereenkomst opgenomen.
Op 30 januari 2009 heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen over de schadeloosstelling voor de huurder bij afbraak van de bedrijfsruimte in verband met het algemeen belang. De casus was als volgt. Nadat Beter Wonen een bedrijfspand inclusief huurder van de vorige eigenaar in eigendom had overgenomen, heeft zij de huurovereenkomst opgezegd in verband met dringend eigen gebruik. Het bedrijfspand was in gebruik als garagebedrijf. Beter Wonen had het bedrijfspand zelf dringend nodig voor de sloop en de realisatie van een woningcomplex.