1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Aanscherping Besluit verplichte meldcode: op weg naar een effectievere aanpak van kindermishandeling?

Aanscherping Besluit verplichte meldcode: op weg naar een effectievere aanpak van kindermishandeling?

De aandacht voor kindermishandeling is in ons land nog altijd onverminderd groot. Kindermishandeling is namelijk niet eenvoudig te stoppen. De laatste jaren zijn er daarom diverse maatregelen genomen om de aanpak van kindermishandeling te verbeteren. De op 1 juli 2013 in werking getreden Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is daarvan een belangrijk voorbeeld. Deze wet verplicht organisaties en zelfstandige beroepsbeoefenaren in o.a. de gezondheidszorg en de jeugdhul...
Leestijd 
Auteur artikel Marloes Roetert Steenbruggen-Hulshof
Gepubliceerd 28 februari 2017
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De aandacht voor kindermishandeling is in ons land nog altijd onverminderd groot. Kindermishandeling is namelijk niet eenvoudig te stoppen. De laatste jaren zijn er daarom diverse maatregelen genomen om de aanpak van kindermishandeling te verbeteren. De op 1 juli 2013 in werking getreden Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is daarvan een belangrijk voorbeeld. Deze wet verplicht organisaties en zelfstandige beroepsbeoefenaren in o.a. de gezondheidszorg en de jeugdhulp om een meldcode kindermishandeling op te stellen en het gebruik ervan te bevorderen. Met als doel: sneller en adequater hulp bieden bij signalen van kindermishandeling, zodat het geweld stopt.

Beroepsgeheim

Met behulp van deze verplichte meldcode weten artsen en (jeugd)hulpverleners tegenwoordig beter welke stappen zij moeten zetten als zij kindermishandeling (menen te) signaleren.

Tegelijkertijd is de afweging om wel of geen melding te doen van (vermoedens van) kindermishandeling vaak moeilijk. Door hun beroepsgeheim mogen artsen en (jeugd)hulpverleners immers in principe niet zonder toestemming van hun patiënt/cliënt medische gegevens aan anderen, bijvoorbeeld Veilig Thuis (het AMHK), verstrekken.

Juist dit beroepsgeheim komt bij (vermoedens van) kindermishandeling onder druk te staan. Mede daarom heeft de wetgever in 2013 slechts het gebruik van een meldcode verplicht gesteld en niet gekozen voor een meldplicht. Met een plicht moet een arts of (jeugd)hulpverlener bij (vermoedens van) kindermishandeling een melding doen.

Wijziging van het Besluit verplichte meldcode

Hier lijkt nu mogelijk verandering in te gaan komen. Op dit moment ligt er namelijk een voorstel tot wijziging van het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling bij de Raad van State voor advies.

Kort samengevat bevat deze wijziging voor artsen en (jeugd)hulpverleners de verplichting om in hun meldcode een afwegingskader op te nemen. Op grond daarvan zijn zij in staat om te beoordelen of sprake is van (de mogelijkheid van) ernstige kindermishandeling. Bij ernstige kindermishandeling zullen artsen en (jeugd)hulpverleners voortaan een melding moeten doen bij Veilig Thuis.

In de richting van een meldplicht?

Hoewel de wetgever dit in 2013 nog niet wilde, lijkt het huidige meldrecht bij (vermoedens van) kindermishandeling langzaamaan dus te gaan verschuiven naar een verkapte meldplicht. Dat geldt in ieder geval bij (vermoedens van) ernstige kindermishandeling.

 

Je kunt je afvragen of deze wijziging daadwerkelijk gaat leiden tot een effectievere aanpak van kindermishandeling. In de voorgestelde wijziging is namelijk nergens een definitie van ‘ernstige kindermishandeling’ opgenomen. Hierdoor zullen de afzonderlijke beroepsgroepen de vraag of (het vermoeden van) kindermishandeling ‘ernstig genoeg’ is om tot een verplichte melding over te gaan, steeds verschillend beantwoorden. Dit bevordert een uniforme aanpak van kindermishandeling in ieder geval niet.

Daarnaast zal een meldplicht extra druk leggen op het beroepsgeheim van de arts/(jeugd)hulpverlener en de daaruit voortvloeiende vertrouwensrelatie met de ouders en het kind. Een meldplicht kan hierdoor een mogelijk negatief effect hebben op de bereidheid van ouders om hulp te zoeken. Met als uiterste gevolg: het mijden van zorg.

Met de wijziging zoals die nu op tafel ligt lijkt een effectievere aanpak van kindermishandeling dus vooralsnog niet binnen handbereik. Het is dan ook afwachten of het nog uit te brengen advies van de Raad van State hierin verandering gaat brengen. Wordt dus spoedig vervolgd.